Het is een vraag die in leiderschapscursussen niemand meer stelt, maar die Poetin ongevraagd met zijn hooligans op de Oekraïense slagvelden met een volmondig ‘ja’ beantwoordt.
De slachter van Moskou weet precies hoe het moet: deportaties, martelingen, verkrachtingen, bombardementen op alles wat zwak, ziek en misselijk is en uiteindelijk executies naar willekeur. Elke volger thuis die het ook maar waagt met zijn ogen te knipperen kan rekenen op zware gevangenissenstraffen, en op zulke martelingen dat de dood een happy ending is.
Wrede leiders zijn van alle tijden en de prangende kwestie waarom leiders zo veel schade berokkenen blijft actueel – en niet alleen in de geopolitiek, maar ook in het bedrijfsleven en de bureaucratie van de overheid. De schaal en de giftigheid is anders, het probleem hetzelfde: leiders staan vaak, te vaak, meer aan de kant van de ellende dan aan de zijde van de oplossing. We hebben meer last van ze dan profijt.
De wreedste leider in het Westen is sinds een driekwart eeuw die mislukte kunstenaar uit Oostenrijk. Historici hebben de pennen gekruist of Hitler nu een uitzondering was of business as usual. Er waren in die tijd en erna wel meer mannen met bloed aan de handen: Lenin, Stalin, Mao, Pol Pot. Maar die werden altijd minder uitzonderlijk, minder erg gevonden. Over het algemeen vinden ‘progressieve’ mensen linkse wreedheid minder bezwaarlijk dan rechtse: de halve bevolking mag je uithongeren en uitmoorden als het maar de heilstaat dichterbij brengt.
Het klopt niet: wrede leiders zijn van alle tijden. Filosofen, geestelijken en juristen hebben altijd de ellende van toxische leiders geadresseerd en naar oplossingen gezocht. Laat men zulke leiders hun gang gaan, zoek dan zo snel mogelijk een goed heenkomen, van hen ver vandaan, zoals je dat ook bij een pestepidemie zou doen, dat was de wijze raad van Francesco Guicciardini (1483-1540), vriend én geestverwant van Machiavelli.
Deze realistische advocaat en later Florentijns gezant aan het Spaanse hof wist hoe de mens in elkaar stak en had er geen enkele fiducie in dat het ooit goed zou komen. Scholing, adviseren van bestuurders, het heeft geen enkel nut, zo leert hij ons. Ze luisteren toch niet naar de rede, zijn doof en blind voor wat goed en redelijk is. Ze volgen hun eigen driften en angsten. Daarom zijn ze niemand tot heil en zegen, maar zijn ze integendeel de strop die elk volk wurgt.
De grand lady van de Amerikaanse leiderschapskunde, Lipman-Blumen wees ons erop dat wreedheid van leiders niet alleen uit hun persoonlijkheid voortkomt, maar ook uit de giftige wereldvisies die ze aanhangen en waarmee ze jan en alleman injecteren. Het zijn verwrongen visies waarin moord een deugd, repressie een zegen en verkrachting een beloning wordt, omdat hun grootse utopieën (zoals die van de klasseloze maatschappij, het rijk Gods op aarde of dat van Allah, of van Groot Rusland) die omkering van waarden met goedpraten mogelijk maakt.
Aristoteles antwoordde Alexander dat hij niet wreed, maar mild moest zijn, omdat hij dan de elite aan zich zou binden en de onderworpen volken hem zouden gaan gehoorzamen. Wreedheid zaait alleen maar wraak met als enige oogst de eigen ondergang. En Poetin? Die, die zou de wreedheidsvraag niet eens aan Aristoteles gesteld kúnnen hebben. Hij had hem allang vergiftigd.
Over Joep Schrijvers
Joep Schrijvers doet onderzoek naar westerse advies- en lesboeken voor vorsten, bestuurders en managers van Homerus tot Covey. Hij is schrijver van succesvolle, kritische boeken en artikelen over management, mens en maatschappij.