Op werkdagen voor 23:00 besteld, morgen in huis Gratis verzending vanaf €20

Column

Baanverlies

Tot in de jaren tachtig hadden bedrijven en instellingen aparte typekamers. Lawaaiige ruimtes die voornamelijk werden bemand door ‘tiepmiepen’.

Annegreet van Bergen | 28 april 2014 | 3-4 minuten leestijd

Vrouwen die van van negen tot vijf niets anders deden dan brieven, memo’s, rapporten, verslagen of collegedictaten in het net overtikken van slordige, in hanepoten en met vele doorhalingen aangeleverde concepten. De dames van de typekamer hebben al lang geen werk meer. Typemachines zijn verdwenen, ze worden zelfs niet eens meer gemaakt. Op 26 april 2011 sloot in het Indiase Mumbai de laatste typemachinefabriek ter wereld zijn poorten.

Doordat we tekstverwerkers hebben gekregen zijn we allemaal zelf typist geworden. Onze teksten maken we op onze beeldschermen desgewenst overzichtelijker en fraaier op dan de meest bekwame typiste dat indertijd op een velletje papier kon. Door tekstverwerkers hebben ook de zetters in drukkerijen hun baan verloren, hun loden letters zie je alleen nog in het museum. Tegelijk met de zetters werden vaak ook de correctoren naar huis gestuurd. Wat overigens nog geregeld te merken is, zoals in een kop in het Het Financieele Dagblad: ‘Ik ben bang dat de kwaliteit van mijn beslissingen leidt onder tijdsdruk.’

Het verdwijnen van banen loopt als een rode draad door de geschiedenis van landen die almaar rijker worden. Voor de betrokkenen is dat pijnlijk. Ieder mens is nu eenmaal geneigd zijn eigen werk heel belangrijk te vinden en zal zich er tegen verzetten wanneer zijn werk door machines wordt overgenomen en verdwijnt. Maar mechanisering, automatisering en robotisering etc. zijn macro-economisch gezien de belangrijkste bronnen van economische groei. Zij vergroten stuk voor stuk de arbeidsproductiviteit. Doordat we met minder mensen meer dingen maken, worden we rijker. En rijkere mensen kopen niet alleen méér dingen dan arme mensen, ze kopen ook andere dingen.

Kijk naar voedsel. In de negentiende eeuw gaven mensen bijna al hun geld uit aan eten. Het aandeel van voedsel daalde pas in 1890-1910, een periode van grote voorspoed, tot onder de vijftig procent. Die daling zette door en bedroeg in 1960 ongeveer een derde en elf procent in 2011. In 1850 werkte liefst 45 procent van de Nederlandse beroepsbevolking in de landbouw. Nu nog maar twee procent, terwijl er veel meer voedsel wordt voortgebracht dan destijds. De in de landbouw overbodig geworden mensen werden niet werkloos, maar vonden werk in de industrie en in de dienstensector. Zij maken als het ware de spullen en verlenen de diensten waaraan Nederlanders de 89 procent van hun inkomen uitgeven die ze niet voor eten nodig hebben.

Ze maken medisch diagnostische apparatuur, zijn mondhygiënist of ergotherapeut, ze bouwen websites of zijn netwerkbeheerder, ze zijn cameraman of anchor bij een regionale omroep. Met andere woorden: oude banen en beroepen verdwijnen weliswaar, er komen ook steeds weer nieuwe bij.

Begin dit jaar waarschuwde Google-topman Eric Schmidt tijdens het World Economic Forum in Davos dat computers en robots het werk van mensen massaal zullen overnemen. Het banenverlies waarvoor Schmidt waarschuwde is op dit moment een van de meest trendy zorgen in economenland. Want let wel: zoals een komiek grappen maakt, zo hoort een econoom zich zorgen te maken. Hoed u voor de econoom die zegt dat het allemaal wel goed komt als we blijven doen wat we nu doen. Een groot aantal economen beweert, met de schrik van Schmidts woorden nog in de benen, dat de huidige werkloosheid in Nederland van liefst 8,6 procent wel eens niet van voorbijgaande aard zou kunnen zijn.

Kijkend naar het verleden zie je dat tot dusverre banenverlies macro-economisch na een periode van aanpassing altijd wel weer werd goedgemaakt door groei van werkgelegenheid in nagelnieuwe sectoren. Je mag dus veronderstellen dat dit ook in de toekomst weer zal gebeuren doordat er nieuwe behoeften en nieuwe markten ontstaan. Maar de beruchte slogan dat successen uit het verleden geen garantie voor de toekomst zijn, gaat ook hier op.

Daarnaast is er natuurlijk de pijn van de mensen van wie het werk door een machine wordt overgenomen. Hun pijn wordt niet minder van het idee dat het macro-economisch wel weer goed komt. Je baan verliezen was erg, is erg en zal altijd erg blijven.

Over Annegreet van Bergen

Annegreet van Bergen is econoom, auteur van de bestseller Gouden jaren en journalist.

Deel dit artikel

Wat vond u van dit artikel?

0
0

Boek bij dit artikel

Populaire producten

    Personen

      Trefwoorden