Over de voor- en nadelen van het langdurig vasthouden aan een informele, op sterke persoonlijke contacten gebaseerde organisatie. Over de moeilijkheid om bij het groeien van het bedrijf het, vooral voor en kort na de tweede wereldoorlog florerende, ondernemerschap in stand te houden.
Het gaat ook over het ingeslopen gevoel van onoverwinnelijkheid dat leidde tot onderschatting van de snelheid en omvang van de opkomende concurrentie eerst uit Japan, daarna Taiwan, Hongkong, Singapore en China. Het zou mede leiden tot de ondergang van de consumentenelektronicasector van Philips.
Ik behandel ook de geschiedenis van andere sektoren waarin Philips werkzaam was en de portfoliokeuzes die door opeenvolgende directies zijn gemaakt. Ik ga in op de onvermijdelijkheid van sommige desinvesteringen en zet vraagtekens bij andere.
Veel aandacht wordt besteed aan de aanleiding tot de grote veranderingsoperatie Centurion in het begin van de jaren negentig. Uitvoerig wordt ingegaan op de kritische succesfactoren voor het welslagen van een herstructurerings- en revitalisatieproces op wereldschaal. De periode van massaontslagen en wederopbouw.
Twee factoren waren van eminent belang: communicatie met alle personeelsleden om begrip en steun te genereren voor de noodzakelijke diepe ingrepen en de zorg voor voldoende kasgeld om een fatsoenlijke afvloeiingsregeling te kunnen bieden aan hen die moesten vertrekken. De lezer krijgt een indruk van wat er komt kijken bij het managen van een kolossale herstructeringsoperatie gericht op het gezond maken van de financiële positie van de onderneming met actieve ondersteuning van geïnvolveerde en gemotiveerde medewerkers.
Ook stel ik aan de orde de belangrijkste omgevingsfactoren die de bedrijfsvoering van een multinational werkzaam in de wereld van hightech beïnvloeden. Concurrentie uit Azië, niet langer beperkt tot consumentenelektronica. De Amerikaanse overheersing op het gebied van de nieuwe digitaal gedreven economie, aangevoerd door Apple, Google, Amazon enzovoort. In meer algemene zin de invloed van Wall Street, de Londense City en aandeelhoudersactivisten op aandeelhouderswaarde, winstmaximalisering op de korte termijn, inkoop eigen aandelen, anti-conglomeraat denken en niet zelden overdreven nadruk op het begrip focus.
Uit het boek wordt ook duidelijk dat multinationals fascinerende carrièremogelijkheden bieden op een groot aantal gebieden. Mijn uitzending naar Ethiopië op zesentwintigjarige leeftijd, mijn verblijf in ‘apartheid’ Zuid-Afrika, mijn periode als baas van Polygram, mijn directievoorzitterschap van Consumentenelektronica waren belangrijke stappen op weg naar het presidentschap na negenendertig dienstjaren.
Jan Timmer wordt vaak herkend als ‘die man van Philips’. Hij werkte er zijn leven lang, en was van 1990 tot 1996 president-directeur. Hij is de auteur van Die man van Philips.