Evidence Based Management (EBM) vereist een mindset met twee kritieke componenten: de bereidheid om opvattingen en algemene wijsheden terzijde te schuiven en commitment om feiten te verzamelen. Veel conventionele wijsheden zijn verkeerd volgens Jeffrey Pfeffer en Robert Sutton. Zo heersen in vele organisaties volkomen verkeerde opvattingen omtrent de juiste aanpak. Mensen zitten gevangen in hun opvattingen en hun ideologieën.
De auteurs zien deze conventionele wijsheden als 'halve waarheden'. De kern van 'Hard Facts, Dangerous Half-Truths, and Total Nonsense' is de beschrijving van de halve waarheden die aan de kaak worden gesteld of zelfs weerlegd worden:
1. Werk is fundamenteel anders dan privéleven;
2. De beste organisaties hebben de beste mensen;
3. Financiële beloningen vormen de basis van organisatie-performance;
4. Strategie is bestemming;
5. Verander of ga dood;
6. Grote leiders zijn in control binnen hun organisatie.
Het implementeren van EBM is een reis en geen 'quick fix techniek'. Mensen willen vaak niet de waarheid horen, ze willen vaak goed nieuws vertellen, ongeacht de validiteit ervan.
De rode draad van dit boek is dat managers open moeten staan om te leren. We moeten van goeroe naar leren gaan en van vis naar leren vissen. Als we willen leren, moeten we zowel kijken naar faalmomenten in succesverhalen als ook naar succesmomenten in faalverhalen. Dus bijvoorbeeld ook kijken naar wat Enron goed deed. En hier snijden de auteurs een interessant punt aan: niet alleen focussen op de successen maar ook het falen onder ogen durven te zien.
Dat betekent dus niet alleen maar roepen dat er uitdagingen zijn, hetgeen op zich als een 'halve waarheid' aangemerkt kan worden.
De inzichten over de eerste halve waarheid ('werk is fundamenteel anders dan privéleven') vond ik direct al een eye-opener, met name in relatie tot het thema 'het nieuwe werken'. De auteurs vragen zich terecht af: waarin vooronderstelt het werk dan anders te zijn? En is het een slimme gedachte om het thuisfront strikt te scheiden van het werk?
En wat te denken van organisaties die vinden dat je 'betekenis' maar ergens anders moet zien te vinden dan op het werk? Met betrekking tot de tweede halve waarheid gaan Pfeffer en Sutton in op het begrip talent.
Hun inzichten wijzen uit dat het hebben van talent tot gevaarlijke ideeën kan leiden. Talenten kunnen 'achterover gaan hangen' en teren op hun talent. En hoewel deze inzichten niet nieuw zijn, schetsen de auteurs een helder beeld van wat er op dit punt mis kan gaan.
Ze stellen dat praktijkervaring veel belangrijker is dan het hebben van talent en dat goede systemen in een organisatie van meer belang zijn dan de talenten van het individu. Zo bieden al de hoofdstukken veel nieuwe inzichten door de scherpe vragen die auteurs de lezer voorleggen. Wie het aandurft om te reflecteren op allerlei managementwijsheden, heeft met dit boek een prima gids in handen.
Over Peter de Roode
Drs. Peter de Roode is zelfstandig adviseur en trainer. Hij ondersteunt organisaties bij het invoeren van grootschalige veranderingen waarbij gedragsverandering centraal staat.