In de geschiedenis van de filosofie worden denkbeelden van grote denkers in de historische tijd beschouwd. Filosofen ondergaan immers de invloed van vroegere denkers, maar reageren evengoed op hun gedachten. Volgens oudere opvattingen is die geschiedenis van de filosofie in Griekenland begonnen. Vervolgens zou de filosofie zich in een rechte lijn door de tijd heen richting Europa ontwikkeld hebben. Wat India en China aan wijsgerige ideeën hadden voortgebracht, zou slechts voorgeschiedenis zijn.
'Een (nieuwe) geschiedenis van de filosofie' corrigeert dit eurocentrische vooroordeel. De filosofie ontstond op ten minste drie plaatsen in de wereld, als je het Jan Bor vraagt: India, China en Griekenland. Bovendien begaf het Griekse denken zich na de neergang van het westelijke Romeinse Rijk oostwaarts. Daarna vond het een volwaardige erfgenaam in het islamitisch denken. Jan Bor, zelf filosoof en initiator van het zeer succesvolle 'De verbeelding van het denken', plaatst de geschiedenis van de westerse filosofie in het bredere verband van de Aziatische filosofie. Vandaar de titel 'Een (nieuwe) geschiedenis van de filosofie'. De eerste honderd pagina's van zijn boek gebruikt Bor voor een uiteenzetting van de wortels van die geschiedenis van het denken en wel langs de Griekse, Indiase en Chinese filosofie. In latere hoofdstukken werkt Bor stap voor stap, denker voor denker, naar de huidige tijd toe. Onze tijd, wel te verstaan, in de westerse wereld. Vervolgens doet hij een poging om de balans op te maken en een antwoord te formuleren op de vraag waar we nu, 'een of twee oorlogen en een economische crisis armer' in een nieuw decennium, staan, filosofisch gesproken. Bors schrijfstijl is door heel 'Een (nieuwe) geschiedenis van de filosofie' bijzonder persoonlijk - en dus prettig te lezen - te noemen. In de epiloog lijkt hij de benen op tafel te hebben gelegd om eens in alle rust achterom te kijken en te bezien wat al dit denken ons gebracht heeft. Meer nog dan in het voorgaande, krijgen we hier Jan Bor zelf te horen; 'Ruwweg gesproken, kun je stellen, is het wijsgerige denken in de afgelopen eeuw twee richtingen ingeslagen. Aan de ene kant zie je in een voortgaande kritiek op de mathematisering van het wereldbeeld en Kants project om deze opnieuw van een fundament te voorzien, een terugkeer naar de concrete ervaring van de werkelijkheid zelf, dan niet als Díng an sich opgevat, maar als activiteit en proces. [...] Aan de andere kant, en op het eerste gezicht in een manifeste tegenspraak daarmee, is er in de filosofie sprake van een wending naar de taal. Deze laat juist zien dat de werkelijkheid nooit buiten de taal om gekend en ervaren kan worden.' Vervolgens legt hij uit dat het bij nader inzien toch wel mee lijkt te vallen met de tegenspraak tussen deze denkbeelden. Bor besluit zijn betoog met een open einde. Wat hij observeert 'is dat de procesfilosofie, nu als karakteristiek voor het leeuwendeel van het denken van de afgelopen eeuw of langer, langzaamaan de plaats is gaan innemen van het denken in termen van dat wat blijft. De gedachte aan het blijvende is inderdaad een grote fabel...' Met het afscheid daarvan, is Bors hoop en overtuiging, zullen een paar grote denktradities in Oost en West meer en meer in dialoog gaan en samenvloeien. Al met al is 'Een (nieuwe) geschiedenis van de filosofie' een mooie inleiding in de rijke geschiedenis van het menselijk denken, met een hoopgevend perspectief op een wereld over de grenzen van thans gebezigde paradigma's.
Over Perry Oostrum
Per Oostrum begon met schrijven op de middelbare school. Wie niet? Serieus werd het toen hij over zijn grote passie, popmuziek, begon te publiceren in verschillende tijdschriften. 'Mannenleed, een crisisroman' is zijn eerste fictieve werk. Hij werkt als zelfstandig adviseur op het vlak van het onderkennen en beheersbaar maken van risico's en het realiseren van organisatieveranderingen. Per is getrouwd, heeft twee zonen en woont in Wassenaar.