Pitch!

‘Pitch!’ begint met een casus: je bent op een bijeenkomst waar men de hele avond concepten presenteert. Klinkt allemaal heel leuk, geinig en soms zelfs interessant. Maar als iemand aan jou vraagt: welke concepten heb je gehoord, kun jij daar dan concrete voorbeelden voor geven? Ik woonde ooit zo’n bijeenkomst bij en het antwoord bij mij was: ‘Uhhh...’ Het gebeurt blijkbaar vaker en het ligt niet aan mij. Praten op een podium is een ding, maar je verhaal overbrengen is het tweede, laat staan dat het verhaal goed blijft hangen. ‘Pitch!’ geeft in feite antwoord op de vraag: hoe blijft mijn verhaal goed hangen bij het publiek? In vijf stappen worden alle aspecten van het pitchen behandeld. 1. Begin met het denkwerk. Het eerste hoofdstuk is gericht op de oriëntatie van je pitch. Je onderzoekt het type publiek, wat de bedoeling van je pitch is en wat de belangrijkste zaken zijn om te vertellen. Er wordt gewerkt met technieken als SPIN (situatie, probleem, implicatie en noodzaak) en POR (probleem, oplossing en resultaat). Je gaat naar de kern van jouw verhaal met behulp van een stappenplan en tips. Ook geven de auteurs voorbeelden van andere pitches, die op een of andere reden toch niet goed over het voetlicht kwamen. Zo leer je ook nog eens van andermans fouten en kun je hier direct op anticiperen. 2. Schrijf je pitch uit. In dit hoofdstuk breid je de kern verder uit en krijgt het vorm ‘op papier’. Omdat je hiermee de basis van je pitch gaat vastleggen en concretiseren, is dit hoofdstuk interessant voor alle typen pitches. Dus ook de elevatorpitch, de samenvatting op je LinkedInpagina en de tekst op je website. Je maakt allereerst een bouwplan. Hierin worden diverse vragen gesteld die je aan het denken zetten omtrent de inhoud van je pitch. De kunst is om al deze vragen concreet te beantwoorden en er een logisch verhaal van te maken. Daarom geven de auteurs ook diverse adviezen hoe je dit kunt aanpakken. Het mooie aan dit hoofdstuk is dat er ook wordt stilgestaan bij ons taalgebruik. Hoe ziet de woordkeuze en de opbouw eruit? Welke tactiek/ strategie pas je hierin toe? Het maakt je bewuster van je woordkeuze en dwingt je een strategie te kiezen. Je gaat heel anders naar je tekst kijken. 3. Creëer meer impact. Nadat de context van de pitch klaar is, staan de auteurs stil bij het genereren van impact. Met andere woorden: hoe zorg je dat mensen naar jou (blijven) luisteren? En hoe kun je call-to-action verwerken in de presentatie? Je presenteert immers met een doel. Voor wie wel vaker voor een publiek spreekt, zal dit hoofdstuk niet veel nieuws bieden, maar hooguit zorgen voor nieuwe ideeën of dienen als checklist. Daarnaast leggen de auteurs in deze stap uit hoe je kunt presenteren met PowerPoint, Prezi en Pecha Kucha, en wat de bijbehorende voor- en nadelen zijn. 4. Organiseer je generalerepetitieteam. In dit hoofdstuk staat centraal hoe je de pitch kunt oefenen. De auteurs maken gebruik van een methode waarbij je een team opzet en gaat oefenen door middel van een rollenspel. Ook is er een scoreformulier toegevoegd voor de feedback. De methode kan zeer relevant zijn, maar je moet dus wel even drie mensen vinden die hier tijd voor willen uittrekken. 5. Maak een verpletterende indruk. Dit hoofdstuk gaat vooral om de laatste (logische) voorbereidingen: de acties die je voor aanvang kunt ondernemen (voorbereiding ‘s ochtends, laatste check), hoe je je tijdens de presentatie moet gedragen en hoe je kunt anticiperen op het publiek (gedrag/ reacties). Het is waarschijnlijk voor de meesten geen nieuwe informatie, maar wel zeer verstandig om de informatie mee te nemen in de voorbereiding. In het zesde hoofdstuk wordt de aanbestedingspitch besproken. Eerst vertellen de auteurs de ins en outs over deze aparte variant van pitchen, daarna de bijbehorende aanpak. In dit hoofdstuk wordt stap voor stap uitgelegd hoe je te werk kunt gaan. Interessant, maar niet aan iedereen besteed. Het is in mijn ogen toch een hoofdstuk met een toegevoegde waarde, aangezien iedereen in aanmerking kan komen voor een aanbestedingspitch en je hier toch maar beter enige voorkennis over kunt hebben. Als je kijkt naar het boek in zijn geheel, zijn hoofdstuk 1 en 2 verreweg mijn favoriet. Hierin ga je brainstormen over de kern van je verhaal, over wat je wilt overbrengen en werk je ook aan hetgeen waar je de hele dag mee bezig bent: het vertellen van je verhaal. Het brainstormen kan zomaar leiden tot nieuwe ideeën. Dankzij de technieken in dit boek ben ik in ieder geval tot een heel nieuw, krachtige strategie voor mijn bedrijf gekomen. In ‘Pitch!’ is gebruik gemaakt van QR-codes. Daar was ik aanvankelijk behoorlijk sceptisch over. QR-codes staan erom bekend dat het een mislukte techniek is, maar eigenlijk zijn ze op een zeer functionele manier toegevoegd in dit boek. Bij de teksten staan de codes weergeven. Wanneer je deze met je mobiel scant, wordt je direct geleid naar een video omtrent het betreffende onderwerp. Het zijn diverse soorten filmpjes die aansluiten op het onderwerp, maar ook echt een toevoeging bieden op de tekst. Dat kom ik eigenlijk maar zeer zelden tegen. Het bekijken van video’s op de mobiel in combinatie met het lezen van een (voor mij papieren) boek werkt prettig en daarom kunnen beide media elkaar ook aanvullen. Ik vond het zelfs een feest om weer te mogen scannen. Goed ingezet dus. Het fijne aan ‘Pitch!’ is dat er met methodes/ technieken en checklisten wordt gewerkt. Dit maakt de tekst en informatie concreet en wordt er niet vaag met kennis gestrooid. Door de methodes kun je gemakkelijk stap voor stap aan de slag, waardoor ook de mensen die niet zo sterk zijn in presentaties toch een heel eind op weg geholpen worden. Ik ben zelf geen held met presenteren, maar durf te zeggen dat ik door middel van deze stappen veel beter voorbereid ga spreken en hierdoor met meer vertrouwen pitch. Ook leiden de stappen tot verbeterde inzichten en denk je meerdere keren na over je product. Wellicht pitch je niet zo vaak of heb je er wat meer gevoel voor dan ik, dan is het boek vooralsnog handig genoeg om als checklist achter de hand te houden.