In twaalf hoofdstukken schetst ze hoe belangrijk taal is voor alle facetten van bedrijfsleven en samenleving. Daarmee wordt dit boek ook een mooie staalkaart van alle beroepen. initiatieven en instellingen die zich op dit gebied aan het ontwikkelen zijn.
Frieda Steurs heeft zich als hoogleraar in Leuven vooral bezig gehouden met onderzoek naar vaktaal en gespecialiseerde communicatie in bedrijven en internationale instellingen. Het boek Taal is business is niet zozeer een verslag van haar onderzoek, als wel een poging om de hele ‘taalindustrie’ voor een breed publiek in kaart te brengen en vooral het belang ervan voor de economie te onderstrepen.
Deze taalindustrie is ontstaan doordat de wereld een groot dorp geworden is, waarin iedereen nog steeds de informatie aangeleverd wil krijgen in de eigen taal. Alleen de Europese Unie kent al 27 officiële talen, dus dat betekent heel veel vertalen, lokaliseren, ondertitelen, nasynchroniseren en vertaalhulpmiddelen ontwikkelen. In 2015 was deze vertaalindustrie in Europa goed voor 22 miljard omzet. Voldoende reden voor Steurs om deze industrie in al zijn facetten in beeld te willen brengen.
Dat doet zij in twaalf korte hoofdstukken. Prettig leesbaar geschreven met pakkende voorbeelden, die laten zien op hoeveel gebieden taal een belangrijke factor geworden is en hoeveel expertise, tools en beleid er inmiddels op alle gebieden ontwikkeld zijn om (ver)talen in goede banen te leiden. En wat de soms vermakelijke, maar ook tenenkrommende of catastrofale gevolgen kunnen zijn wanneer dat niet goed gebeurt.
Zo laat ze zien welke keuzes je als internationaal bedrijf moet maken voor de website, de merknaam en de branding. Fouten kunnen tot kostbare blunders leiden, zoals verschillende automerken ondervonden hebben toen de naam van een auto in een andere taal een negatieve betekenis bleek te hebben. Maar het kan erger: in de medische wereld kan een fout, bijvoorbeeld in vertalingen van gebruiksaanwijzingen, mensenlevens kosten. Ook op juridisch gebied komt er nogal wat kijken om (Europese) wetgeving, opsporingsbevelen of afgeluisterde gesprekken van criminelen juist vertaald te krijgen. En hoe krijg je spraakherkenning zover dat iedereen goed verstaan wordt? Al deze aspecten en meer komen aan bod.
Wanneer zo’n veelomvattend vakgebied in kaart gebracht wordt, kan dat uiteraard niet met veel diepgang gebeuren. Alles krijgt net genoeg aandacht voor een goede beeldvorming, soms wordt het zelfs wat opsommerig, maar dat houdt dan ook wel weer lekker de vaart erin. En voor wie meer wil weten sluit Steurs elk hoofdstuk af met suggesties voor verdieping in boeken of op internet.
In haar inleiding vermeldt Steurs voor wie ze het boek schreef: ‘een breed publiek, de geïnteresseerde lezer die graag de vinger aan de pols houdt wat betreft nieuwe trends en ontwikkelingen’, maar ook voor ‘professionals uit het bedrijfsleven en collega’s uit andere faculteiten’. Met zo’n brede en diverse doelgroep kan het niet anders, dan dat er stukken zijn die voor de ene doelgroep heel interessant zijn, terwijl ze dat voor anderen juist weer niet zijn. Daarom is het prettig dat elk hoofdstukje begint met een korte inleiding en afsluit met een kleine samenvatting. Zo kan iedereen zijn krenten uit de pap halen.
Als u van mening bent dat taalspecialisten niets te zoeken hebben in het bedrijfsleven en dat vertalen uitsluitend een kostenpost is, laat u dan door Steurs overtuigen van het tegendeel. Want zoals ze in de ondertitel van Taal is business zegt: ‘Taal, de turbo naar economisch succes!’.
Anne-Mieke Vermeer geeft advies en ondersteuning op het gebied van marketing, communicatie en tekst. Zij studeerde kunstgeschiedenis, marketing en filosofie en was ruim 10 jaar werkzaam in diverse (direct)marketing functies.
Over Anne-Mieke Vermeer
Anne-Mieke Vermeer geeft advies en ondersteuning op het gebied van marketing, communicatie en tekst. Zij studeerde kunstgeschiedenis, marketing en filosofie en was ruim 10 jaar werkzaam in diverse (direct)marketing functies.