Op werkdagen voor 23:00 besteld, morgen in huis Gratis verzending vanaf €20

Recensie

Vastgoedsector heeft Operatie Schone Handen nodig

Het zijn geen leuke tijden voor de ondernemers in de vastgoedsector, zegt Lenny Vulperhorst in zijn boek Hebzucht in vastgoed. ‘De fraude van de topfiguren van een aantal toonaangevende vastgoedfondsen hangt als een zware mist boven de bedrijfstak’, schrijft hij. Die kan alleen verdreven worden door een hardere aanpak van justitie, een beter intern toezicht en een principiële houding van de 'good guys' die onder geen beding nog zaken moeten doen met de 'bad guys'.

Hans van der Klis | 16 september 2008 | 3-4 minuten leestijd

Boeken over ‘Stille’ Willem Endstra, vastgoedondernemer en bank van de onderwereld, zijn de laatste jaren niet aan te slepen. De overvloedige media-aandacht voor zijn rol in het Proces Holleeder hebben het verhaal van de in 2004 vermoorde Endstra bijna tot een sexy onderwerp gemaakt. Er bestaat nog net geen bustoer langs zijn vastgoedprojecten, zoals bij de Heineken-ontvoering. Maar ook zonder die toer weten ramptoeristen het beroemde bankje op de Apollolaan in Amsterdam, waar hij ooit werd gefotografeerd met Holleeder, wel te vinden.

Het verhaal van Endstra is slechts een van de redenen dat de vastgoedsector de laatste jaren in toenemende mate in een slecht daglicht is komen te staan. Na de grootscheepse bouwfraude van 2001 kwam eind 2007 weer een groot schandaal aan het licht waarbij pensioenfondsen, het semi-publieke Bouwfonds en andere partijen betrokken waren. Deze fraude betekent misschien nog wel een hardere klap voor de sector, want dat er gerommeld wordt in de vastgoedsector is geen nieuws. Dat hoort er eigenlijk een beetje bij. Maar dat pensioenfondsen en andere high-trust organisaties betrokken zijn bij smerige zaakjes, doet de geloofwaardigheid van de sector geen goed.

In het eerste deel van Hebzucht in vastgoed, dat is gebaseerd op een onderzoek naar integriteit en interne controle bij woningcorporaties, beschrijft Vulperhorst hoe hightrust-organisaties de laatste jaren steeds vaker te maken hebben gekregen met fraude. Nederland is wat dat betreft een merkwaardig land: er bestaat onder burgers veel vertrouwen in andere personen waardoor de perceptie bestaat dat er relatief weinig corruptie bestaat. Tegelijk scoort Nederland laag op de zogenaamde 'burgerzin-index' waarmee wordt gemeten hoe vaak men doorrijdt na een ongeluk, zwart rijdt, belasting ontduikt en dergelijke. Wij hebben dus een groot vertrouwen in andere mensen, maar gaan er wel van uit dat niemand helemaal zonder zonden is, schrijft Vulperhorst.

Na lezing van het artikel over de corporaties blijf je achter met de vraag of het vertrouwen in andere mensen niet te hoog is. Hoewel geen journalist, heeft Vulperhorst met journalistieke methoden (anonieme interviews) de omvang van de fraude in kaart gebracht. Hij is niet mild: in zijn boek schrijft hij dat fraude ‘schering en inslag’ is en de vraag die Volkskrant-journalist Merijn Rengers opwierp, namelijk of ‘de corporatiesector besmet is door snelle vastgoedjongens die het niet zo nauw nemen’, noemt hij retorisch. De interne controle binnen corporaties laat vaak te wensen over en het wereldje is vaak erg naar binnen gericht, zodat vriendjes worden aangewezen voor de raad van commissarissen, en bestuurders vaak geen idee hebben hoe de buitenwereld op hun praktijken reageert. Net als tijdens de Bouwfraude in 2001 toen bleek dat de oude manier van zakendoen de nieuwe mededingingsregels ruim had overleefd, krijg je het idee dat dit een wereld met eigen regels is.

Dat is ook geen wonder, want er gaat veel geld om in het vastgoed en dat geld is zeker niet allemaal even eerlijk verkregen. Werknemers van corporaties, tot voor enkele jaren geleden in feite een soort ambtenaren die de publieke zaak dienden, hebben in hun dagelijks werk voortdurend te maken met de snelle vastgoedcowboys die het breed laten hangen. Dat leidt onvermijdelijk tot jaloezie en een grotere vatbaarheid voor oneerbare voorstellen. In dat opzicht bezien is het eigenlijk onbegrijpelijk dat niet veel meer corporaties en bonafide vastgoedbedrijven een zorgvuldig controlesysteem hebben opgezet, om zodoende de kans op fraude te minimaliseren. Uit het onderzoek van Vulperhorst blijkt dat slechts een derde van de frauderende werknemers wordt ontslagen, dat managers vrijwel niets te vrezen hebben en dat er nauwelijks sprake is van systematisch toezicht op directeuren. Dat zijn tamelijk onthutsende cijfers. Geen wonder dat Vulperhorst oproept tot harde maatregelen: schone handen krijg je als sector alleen door een professioneel intern toezicht en door principieel geen zaken meer te doen met de 'bad guys'.

Over Hans van der Klis

Hans van der Klis is freelance journalist. Hij schrijft regelmatig artikelen voor Managementboek.

Deel dit artikel

Wat vond u van dit artikel?

0
0

Boek bij dit artikel

Populaire producten

    Personen

      Trefwoorden