Ir. Nico Mulder (chemisch technoloog) is Senior Consultant HSE & Process Safety bij Royal HaskoningDHV. Hij is ruim 30 jaar werkzaam in en ten behoeve van de procesindustrie; aanvankelijk vooral betrokken bij het ontwerp en de technische veiligheid van procesinstallaties. Gaandeweg is hij zich steeds meer gaan toeleggen op het leiden van multi-disciplinaire projecten rondom die installaties. Zijn focus ligt daarbij op proces safety management en het vertalen van abstracte modellen naar de praktijksituatie binnen een bedrijf.
Meer over Nico MulderHandboek Procesveiligheid
Gebonden Nederlands 2022 1e druk 9789067205986Samenvatting
Eindelijk een Nederlandstalig naslagwerk voor veiligheidsprofessionals in de procesindustrie!
De chemische- en procesindustrie omvat een breed scala aan activiteiten. Het betreft onder andere de winning van grondstoffen, de productie van staal en aluminium, de bulkchemie, de fijnchemie en de farmaceutische- en voedingsmiddelenindustrie. De gemeenschappelijke factor is het gebruik van (hulp)stoffen die potentieel schadelijk zijn voor mens en milieu. Het omgaan met gevaarlijke stoffen in procesinstallaties vereist meer dan alleen technische kennis. Kenmerkend voor procesveiligheid is dat het altijd gaat om de interactie tussen installatie, mens en organisatie, terwijl de risico’s meestal niet direct zichtbaar zijn.
Enkele grote incidenten hebben ertoe geleid dat er wereldwijd veel is en wordt ondernomen om de veiligheid van procesinstallaties op een hoger plan te brengen. De meeste literatuur hierover is echter Engelstalig en vaak geënt op Amerikaanse wetgeving.
Eindelijk is er nu een Nederlandstalig naslagwerk. Het Handboek Procesveiligheid biedt professionals in de chemische- en procesindustrie achtergrondinformatie en praktisch toepasbare kennis. Daarbij is veel aandacht voor gevarenstudies, ontwerp- en technische integriteit en risicomanagement. Ook (EU-)wetgeving, modellering en operationele integriteit - zowel systemen als de menselijke factor - komen uitgebreid aan bod.
Procesveiligheid is een breed vakgebied. Vrijwel niemand kan het volledige spectrum beheersen. Aan het Handboek Procesveiligheid hebben daarom meer dan twintig experts meegewerkt, die gezamenlijk nagenoeg alle facetten van de procesveiligheid beschrijven.
Het Handboek Procesveiligheid is bedoeld voor professionals werkzaam in de procesindustrie: projectmanagers, veiligheidskundigen, technologen, engineers bij contractors die installaties ontwerpen, maar ook voor vergunningverleners en inspecteurs bij de overheid en verzekeraars. Daarnaast kan het boek gebruikt worden in veiligheidskundige opleidingen.
Specificaties
Lezersrecensies
Inhoudsopgave
NEDERLANDSE (PETRO)CHEMISCHE INDUSTRIE DE VEILIGSTE TER WERELD 5
Arjan van Dijk
MEER DAN DE SOM DER DELEN 6
Nico Mulder
1 WAT IS PROCESVEILIGHEID? 25
1.1 Introductie 26
Jaap de Bruin
1.2 Historie en definities 28
Jaap de Bruin
1.2.1 Bepalende gebeurtenissen 28
1.2.2 Definities 30
1.2.3 Scenariodenken als basis voor procesveiligheidsaanpak 33
1.3 Bedreigingen 35
Jaap de Bruin
1.3.1 Eigenschappen van gevaarlijke stoffen en GHS-indeling 35
1.3.2 Mogelijke gevolgen 37
1.3.2.1 Brand 39
1.3.2.2 Explosies 39
1.3.2.3 Vrijkomen van toxische stof in water, lucht en/of bodem 40
1.3.2.4 Ioniserende straling 40
1.4 Relaties tussen procesveiligheid, arbeidsveiligheid en duurzaamheid 41
Jaap de Bruin
1.4.1 Verschillen tussen procesveiligheid en arbeidsveiligheid 41
1.4.2 Hoe meet je procesveiligheid? 42
1.4.3 Duurzaamheid en procesveiligheid 42
1.5 Ontwikkelingen in het denken over procesveiligheid 45
Coen van Driel en Nico Mulder
1.5.1 Initiatieven vanuit overheid en industrie 45
1.5.2 Opeenstapeling van inzichten 48
1.6 Het bouwwerk van procesveiligheid 51
Nico Mulder
1.6.1 Bouwstenen van procesveiligheid 52
1.6.2 Samenhang tussen de bouwstenen 54
2 WETGEVING PROCESVEILIGHEID 57
2.1 Introductie wet- en regelgeving 58
Mark Dabekaussen
2.1.1 Arbeids- en gebruikersveiligheid 58
2.1.2 Productveiligheid 59
2.1.3 Externe veiligheid 59
2.1.4 Veiligheid stoffen 60
2.2 De Machinerichtlijn (Directive 2006/42/EC) 61
Nick de With
2.2.1 Algemene achtergrond 61
2.2.1.1 Verankering in de Nederlandse wetgeving 61
2.2.1.2 Rechtsgrondslag en doel 61
2.2.1.3 Toepassingsgebied 61
2.2.2 Taken, rollen en verantwoordelijkheden 63
2.2.3 CE-markering en relevante onderliggende normen 64
2.2.4 Toepassing Machinerichtlijn in de procesindustrie 64
2.2.4.1 Heldere definitie van ‘machine’ 65
2.2.4.2 Procesinstallatie en samenstellen van machines 66
2.2.5 Nabeschouwing 68
2.3 De Richtlijn Drukapparatuur (Directive 2014/68/EU) 69
Leo Koersvelt
2.3.1 De PED op hoofdlijnen 69
2.3.2 Fasering van bouw en ingebruikname 70
2.3.2.1 Ontwerpfase 71
2.3.2.2 Keuringsfase 73
2.3.2.3 Gebruiksfase 73
2.3.2.4 Buitenbedrijf-fase 74
2.4 ATEX-richtlijn (Directive 1999/92/EG en 2014/34/EU) 75
Rolf van Dijk
2.4.1 Doelstelling van de ATEX-wetgeving 75
2.4.1.1 ATEX 153 en 114 en hun toepassingsgebieden 75
2.4.1.2 Samenspel van beide richtlijnen 76
2.4.2 Wanneer is ATEX van toepassing? 78
2.4.3 Nederlandse wet- en regelgeving 79
2.4.3.1 Arbobesluit 79
2.4.3.2 Warenwetbesluit explosieveilig materieel 80
2.4.4 Onderscheid ATEX-richtlijnen 81
2.5 Seveso-richtlijn in Nederland 82
Cor Neeft
2.5.1 Toepassingsgebied en indeling van bedrijven 82
2.5.2 Procesbeheersing 84
2.5.2.1 Preventiecriterium 85
2.5.2.2 Risicobewustzijn 86
2.5.3 Veiligheidsbeheerssysteem 87
2.5.4 Handhaving en toezicht 88
2.6 Verordeningen REACH (1907/2006/EU) en CLP (1272/2008/EU) 94
Jean-Marc Abbing
2.6.1 Achtergrond en doel van de REACH- en CLP-wetgeving 94
2.6.2 REACH-processen ter ondersteuning van veilig gebruik van stoffen 95
2.6.2.1 Registratie (door middel van het registratiedossier) 95
2.6.2.2 Evaluatie 96
2.6.2.3 Communicatie 96
2.6.3 REACH-processen ter beperking of uitfasering van de meest gevaarlijke stoffen 97
2.6.3.1 Identificatie van de meest gevaarlijke stoffen en vervolgstappen 97
2.6.3.2 Autorisatie 98
2.6.3.2 Restrictie 99
2.6.4 CLP-processen ter toekenning van gevaarseigenschappen van stoffen en mengsels 99
2.6.4.1 De indeling in gevaarscategorieën door middel van zelfclassificatie 99
2.6.4.2 Het harmonisatieproces van classificatie 100
2.6.4.3 Notificatieplicht voor importeurs en producenten 101
2.6.5 Relevantie van REACH en CLP voor procesveiligheid 101
3 MODELLEREN VAN PROCESVEILIGHEID: SCENARIODENKEN 103
3.1 Het belang van scenariodenken 104
Carsten Assmann
3.1.1 Scenario’s en industriële veiligheid 104
3.1.2 Scenario’s in wet- en regelgeving 105
3.2 Scenarioanalyse en -modellering 107
Carsten Assmann
3.2.1 Aanpak van de analyse 107
3.2.1.1 Deterministische onderzoeken 107
3.2.1.2 Probabilistische studies 108
3.2.2 Onderzoekstechnieken 109
3.2.3 Modellering 110
3.2.3.1 Oorzaken 1 1 1
3.2.3.2 Ongewenste kerngebeurtenissen 112
3.2.3.3 Effecten 113
3.2.4 Simulatieberekeningen 115
3.3 Risico-berekening en -beoordeling 119
Carsten Assmann
3.3.1 Kwantificeren van risico’s 119
3.3.2 Afwegen van risico-reducerende maatregelen 121
3.3.3 Risico-acceptatie 121
3.3.3.1 Accepatiecategorieën 122
3.3.3.2 Andersoortige afwegingen 124
3.4 Het schillenmodel - modellering en borging 125
Carsten Assmann
3.4.1 Opbouw van het model 125
3.4.2 Nadere toelichting op het model 127
3.4.3 Borging van de betrouwbaarheid van veiligheidsmaatregelen 129
3.4.4 Nabeschouwing 131
4 RISICOANALYSETECHNIEKEN 133
4.1 Introductie risicoanalyse 134
Nico Mulder en Daan Stam
4.2 Chemische risicobeoordeling 137
Jaap de Bruin
4.2.1 Inherent gevaar van exotherme reacties 138
4.2.2 Wanneer is een exotherme reactie gevaarlijk? 138
4.2.2.1 Bij reactie in een reactor 138
4.2.2.1 Bij opslag 140
4.2.3 Welke testen kunnen er gedaan worden? 142
4.3 Kwalitatieve risicoanalysemethodes: SWIFT, HAZOP en bow tie) 144
Daan Stam
4.3.1 Opzet van risico-identificatiestudies: teamexercitie 144
4.3.2 Toetsingskader voor kwalitatieve risicobeoordeling 145
4.3.3 Structured What-If Technique (SWIFT) 147
4.3.4 Hazard and Operability study (HAZOP) 148
4.3.4.1 Definiëren van nodes en hun ontwerpintentie 149
4.3.4.2 Bepalen van te beoordelen soorten afwijkingen 150
4.3.4.3 Vaststellen van oorzaken 151
4.3.4.4 Vaststellen van gevolgen 152
4.3.4.5 Vaststellen van relevante bestaande of nog aan te brengen beveiligingen 152
4.3.5 Bow tie 153
4.4 Semi-kwantitatieve methodes: LOPA en risicograaf 156
Daan Stam
4.4.1 Layer of Protection Analysis (LOPA) 156
4.4.1.1 Uitgangspunten en beperkingen van de methode 156
4.4.1.2 Vaststellen van beginoorzaken - Initiating Events 158
4.4.1.3 Randvoorwaarden - Enabling Conditions 160
4.4.1.4 Vaststellen van beschermingslagen - Independent Protection Layers 161
4.4.1.5 Kansverlaging van een effect - Conditional Modifiers 163
4.4.1.6 Wel of niet meewegen van omstandigheden 164
4.4.1.7 Door wie en wanneer wordt een LOPA uitgevoerd? 165
4.4.2 SIL-classificatie 165
4.4.2.1 Werkwijze 166
4.4.2.2 Bepaling van het vereiste SIL-niveau: risicograaf versus LOPA 170
4.5 Kwantitatieve risicoanalyses 171
Carsten Assmann
4.5.1 Toepassing van kwantitatieve risicoanalyses 171
4.5.2 Overzicht van de stappen van een QRA 172
4.5.2.1 Onderverdeling van installaties in insluitsystemen 173
4.5.2.2 Inventarisatie van apparatuur 174
4.5.2.3 Bepaling van proces- en omgevingsomstandigheden 176
4.5.2.3.1 Procesomstandigheden 176
4.5.2.3.2 Omgevingsomstandigheden 179
4.5.2.4 Bepaling van representatieve kerngebeurtenissen (LOC-scenario’s) 179
4.5.2.5 Uitwerking van foutenbomen 181
4.5.2.6 Uitwerking van gebeurtenissenbomen 183
4.5.2.6.1 Uitstroom 185
4.5.2.6.2 Directe ontsteking 187
4.5.2.6.3 Verspreiding 189
4.5.2.6.4 Vertraagde ontsteking 192
4.5.2.6.5 Schadelijke blootstelling 193
4.5.2.7 Cumulatie van risico’s per schadetype 198
4.5.3 Nabeschouwing 200
4.6 Occupied Building Risk Assessment 201
Peter Walraven
4.6.1 Aanleiding 201
4.6.1.1 Historie van het ontwerp van gebouwen op industriële sites 202
4.6.1.2 Relatie met wetgeving en beleid 202
4.6.2 OBRA - werkproces 204
4.6.2.1 Vaststellen van de scope 204
4.6.2.1.1 Positie in de levenscyclus 205
4.6.2.1.2 Definitie van verblijfsgebouw 205
4.6.2.1.3 Interne versus externe activiteiten 206
4.6.2.1.4 Betrokken kennis en expertises 206
4.6.2.2 Risicogebaseerde versus effectgebaseerde benadering van de analyse 207
4.6.2.3 Bepaling van de gevaren 208
4.6.2.4 Selectie van criteria voor de beoordeling van de risico’s 209
4.6.2.4.1 Generieke criteria voor de beoordeling 210
4.6.2.4.2 Specifieke criteria voor de beoordeling 210
4.6.2.5 Beoordeling van het risico voor verblijfsgebouwen 2 1 1
4.6.2.6 Numerieke modellering 212
4.6.2.7 Maatregelen, verantwoording, acties en mitigatieplannen 214
4.6.3 Inbedding van de beoordeling van risico’s voor verblijfsgebouwen 216
4.7 Procesveiligheidsstudies tijdens de levenscyclus van een installatie 217
Nico Mulder
4.7.1 Doelstellingen 217
4.7.2 Six-stage hazard study-methodiek 219
4.7.3 Post-projectfase 224
4.7.4 Operationele fase 224
5. ONTWERP INTEGRITEIT - HARDWARE 227
5.1 Introductie ontwerpintegriteit 228
Nico Mulder en Remko van der Meijden
5.2 Inherent veiliger ontwerpen 231
Gert Sloof en Nico Mulder
5.2.1 Procesveiligheid als bronaanpak 232
5.2.2 Inherent veiliger ontwerp 233
5.2.3 Ontwerpstrategie 235
5.2.4 Nabeschouwing 236
5.3 Materiaalselectie 238
Leo Koersvelt
5.3.1 Parameters in materiaalselectie 239
5.3.1.1 Kosten 239
5.3.1.2 Fysische eigenschappen 239
5.3.1.3 Mechanische eigenschappen 240
5.3.1.4 Corrosie-eigenschappen 241
5.3.1.5 Verwerkbaarheid 241
5.3.1.6 Verkrijgbaarheid 242
5.3.2 Materiaalsoorten, hun eigenschappen en toepassingen in de procesindustrie 242
5.3.2.1 Metalen 243
5.3.2.2 Kunststoffen 244
5.3.2.3 Overige materialen 245
5.3.3 Het proces van de materiaalselectie 246
5.3.3.1 Lagetemperatuurbestendigheid 247
5.3.3.2 Hogetemperatuurdegradatie 247
5.3.3.3 Bepalen corrosie-loops 247
5.3.3.4 Corrosiesnelheid 247
5.3.3.5 Storingssituaties 248
5.3.3.6 Review 248
5.3.4 Nabeschouwing 249
5.4 Metaalsoorten en hun toepassing in de procesindustrie 250
Leo Koersvelt
5.4.1 Aluminium 250
5.4.2 IJzer en staal 250
5.4.3 Roestvast staal 253
5.4.4 Legeringen op nikkelbasis 255
5.4.5 Legeringen op koperbasis 255
5.4.6 Exotische metaalsoorten 255
5.4.7 Nabeschouwing 256
5.5 Procesbesturing 257
Gert Sloof
5.5.1 Functionaliteit 257
5.5.1.1 Purdue referentiemodel - onderverdeling in functionele niveaus 257
5.5.1.2 Soorten regelsystemen 259
5.5.1.3 Primaire functie van een regelsysteem 260
5.5.1.4 PID-regelaars 261
5.5.2 Onderdelen en uitvoeringsvormen van een procesbesturingscomputer 264
5.5.3 Vastlegging van de uitgangspunten van procesbesturing 266
5.5.4 Graad van automatisering, software en mens-machine-interface 266
5.6 Alarmering 268
Gert Sloof
5.6.1 Alarmering van operators: waarom en hoe? 268
5.6.1.1 Soorten operator notificaties 268
5.6.1.2 Te onderscheiden grenswaarden 269
5.6.1.3 Documenteren van grenswaarden 271
5.6.2 Alarmmanagement 273
5.6.2.1 Uitgangspunten 273
5.6.2.2 Operator interventies en alarmuitbraken 274
5.6.2.3 Opvolging van notificaties en alarmen 276
5.6.3 Nabeschouwing 277
5.7 Safety Instrumented Systems en Emergency ShutDown 278
Gert Sloof
5.7.1 Begrippenkader 278
5.7.2 Ontwerp en bijbehorende documentatie 279
5.7.3 Testen bij ingebruikname 280
5.7.4 Betrouwbaarheid 281
5.7.5 Responssnelheid 282
5.7.6 Opbouw van een SIS 284
5.7.7 Interlocks 285
5.7.8 Batchprocessen 286
5.8 Overdrukbeveiliging 287
Leo Koersvelt
5.8.1 Doelstelling 287
5.8.2 Uitvoeringsvormen 288
5.8.3 Selectiecriteria 290
5.8.4 Dimensionering 291
5.8.5 Onderhoud en keuring 291
5.9 Explosieveiligheid 292
Gerard van Laar
5.9.1 Soorten explosies op basis van energiebron 292
5.9.2 Voorwaarden voor een explosie 294
5.9.3 Verloop van een explosie 295
5.9.4 Gevolgen van een explosie 298
5.9.5 Stofeigenschappen ter beoordeling van explosierisico’s 298
5.9.6 Explosiepreventie 301
5.9.7 Explosie-effectbeperkende maatregelen 303
5.10 Constructiefase en oplevering 306
Jeroen Bergers
5.10.1 Contractormanagement 306
5.10.1.1 Contractvorm 306
5.10.1.2 Contractorselectie 307
5.10.1.3 Risico-inventarisatie en -evaluatie van de werkzaamheden 308
5.10.1.4 Contractortraining 309
5.10.1.5 Opvolging van de werkzaamheden 310
5.10.1.6 Evaluatie van de werkzaamheden 310
5.10.2 Constructiemanagement 3 1 1
5.10.2.1 Constructieplanning 3 1 1
5.10.2.2 Werkvergunningsysteem 312
5.10.3 Oplevering en overdracht 314
5.10.3.1 Pre-commissioning 314
5.10.3.2 Commissioning 315
5.10.3.3 Pre Startup Safety Review 316
6 TECHNISCHE INTEGRITEIT - HARDWARE 317
6.1 Introductie technische integriteit 318
Nico Mulder
6.2 Mechanische integriteit 322
Remko van der Meijden
6.2.1 Reikwijdte van het mechanische integriteitsprogramma 322
6.2.2 Degradatiemechanismen en beheersmaatregelen 322
6.2.3 Interne aantasting 323
6.2.3.1 Mechanismen 323
6.2.3.2 Integrity Operating Window 324
6.2.3.3 Bewaking van het Integrity Operating Window 325
6.2.4 Externe aantasting 326
6.2.5 Speciale aandachtsgebieden 327
6.2.6 Nabeschouwing 328
6.3 Corrosiebeheersing 329
Leo Koersvelt
6.3.1 Soorten corrosie 329
6.3.2 Corrosiebeheersing 332
6.3.3 Nabeschouwing 333
6.4 Risk Based Inspection 334
Leo Koersvelt
6.4.1 Wettelijk kader 334
6.4.2 Wat betekent dit in de praktijk? 334
6.4.3 Risicogebaseerde aanpak 335
6.4.3.1 Risicoanalyse 338
6.4.3.2 Beschrijving van degradatie- en faalmechanismen 339
6.4.3.3 Opstellen inspectieplan 340
6.4.3.4 Checken van apparatuur en/of procesparameters 340
6.4.4 Meerwaarde van de Risk Based Inspection-aanpak 340
6.4.5 Randvoorwaarden voor succes 341
6.5 Identificatie en beheer van Safety Critical Elements 343
Remko van der Meijden
6.5.1 Scenario’s, barrières en gebeurtenissen 343
6.5.2 Kenmerken van Safety Critical Elements 344
6.5.3 Integriteitsborging 347
6.5.4 Dynamisch barrièremanagement 348
6.6 Functionele integriteit van beveiligingssystemen 350
Gert Sloof
6.6.1 Betrouwbaarheid en faalkansen van een systeem 350
6.6.2 Betrouwbaarheid en faalkansen van een beveiligingssysteem 351
6.6.3 Vergroting systeembetrouwbaarheid door meervoudige uitvoering 353
6.6.4 Afhankelijk falen 355
6.6.4.1 Beperken van de invloed van afhankelijke fouten 356
6.6.4.2 Schatting van de bijdrage van afhankelijke fouten aan faalkansen 357
6.6.5 Behoud van technische integriteit 359
6.6.6 Faalcijfers 360
6.6.6.1 Openbare bronnen van faalcijfers 360
6.6.6.2 Bedrijfsspecifieke faalcijfers 361
6.6.6.3 Combineren van openbare en bedrijfsspecifieke faalcijfers 362
6.7 ATEX in de praktijk 364
Rolf van Dijk
6.7.1 Europese normen op het gebied van ATEX 364
6.7.2 Nederlandse Praktijkrichtlijnen voor ATEX-gevarenzoneclassificatie 366
6.7.3 Gevarenzones 367
6.7.3.1 Klasse van de zones 367
6.7.3.2 Omvang van de zones (gas/damp) 369
6.7.3.3 Omvang van de zones (stof) 371
6.7.3.4 Stofeigenschappen - ontsteekbaarheid 371
6.7.4 Toegelaten apparatuur binnen gevarenzones 371
6.7.4.1 Materieelgroepen 372
6.7.4.2 Temperatuurklassen 372
6.7.4.3 Betrouwbaarheidscategorieën 373
6.7.4.4 Codering van ATEX-apparatuur 375
6.7.4.5 Keuring en inspectie van elektrisch en niet-elektrisch materieel 376
6.7.4.6 Ontstekingsbronanalyse en statische elektriciteit 376
6.7.5 De relatie van ATEX met procesveiligheid 378
6.7.5.1 Zoneclassificatie binnen installaties - domein procesveiligheid 380
6.7.5.2 Zoneclassificatie rondom installaties - domein ATEX-regelgeving 382
6.7.6 Verkleinen kans op explosieve atmosfeer 383
6.8 Branddetectie en brandbestrijding 386
Ron de Bruijn
6.8.1 Mogelijkheden voor branddetectie 386
6.8.2 Brandontwikkeling 388
6.8.3 Brandprofielen 388
6.8.3.1 Rookprofielen 388
6.8.3.2 Energie-emitterende profielen 389
6.8.3.3 Gas-emitterende profielen 389
6.8.4 Invloed van gebouwhoogte en ventilatie op de effectiviteit van branddetectie 390
6.8.5 Brandbestrijding 390
6.8.5.1 Waterblussystemen 390
6.8.5.2 Gasblussystemen 393
6.8.5.3 Schuimblussystemen 393
6.8.5.4 Hydranten 394
6.8.5.5 Blusmiddelen 394
6.9 Buitenbedrijfstelling en sloop 397
Leo Koersvelt
6.9.1 Tijdelijk buiten bedrijf stellen van een fabriek 397
6.9.2 Slopen van een fabriek 399
6.9.2.1 Voorbereiding 399
6.9.2.2 Uitvoering 401
6.9.2.3 Lessons learned 402
7 OPERATIONELE INTEGRITEIT - SOFTWARE 403
7.1 Introductie operationele integriteit 404
Remko van der Meijden en Nico Mulder
7.2 Procesveiligheidsinformatie 406
Johan Rood
7.3 Beheer van wijzigingen 4 1 1
Johan Rood
7.3.1 Wat is een wijziging? 412
7.3.2 Wijzigingsbeheerprocedure 413
7.3.3 Tijdelijke wijzigingen 415
7.3.4 Overbruggingen van beveiligingssystemen 415
7.3.6 Organisatorische wijzigingen 416
7.3.6 Uitzonderingssituaties 416
7.4 Pre Start-up Safety Review 417
Johan Rood
7.4.1 Basisbegrip 417
7.4.2 Opzet 418
7.4.3 Uitvoering 419
7.5 Operationele procedures 421
Remko van der Meijden
7.5.1 Kader 421
7.5.2 Definitie 423
7.5.3 Ontwikkelen van procedures 423
7.5.4 Beheer van het operationele handboek 426
7.5.5 Periodieke evaluatie 427
7.5.6 Trainen en hertrainen 428
7.6 Werkvergunningen 429
Johan Rood
7.6.1 Doel 429
7.6.2 Toepassingsgebied 431
7.6.3 Kenmerken van goede werkvergunningen 431
7.6.3.1 Werkzaamheden en risico’s 431
7.6.3.2 Beheersmaatregelen 432
7.6.3.3 Geldigheid 432
7.6.4 Stappenplan 433
7.6.5 Speciale werkvergunningen 435
7.6.6 Bijzondere situaties 436
7.6.7 Archivering en auditing 437
7.7 LOTOTO - Lock Out, Tag Out, Try Out 440
Johan Rood
7.7.1 Aanleiding 440
7.7.2 Doel van LOTOTO 441
7.7.3 Moderne uitvoeringsvorm in de chemische industrie 441
7.7.3.1 Rollen en verantwoordelijkheden 443
7.7.3.2 Het LOTOTO-proces 443
7.7.4 Randvoorwaarden 448
7.7.5 Nabeschouwing 450
7.8 Incidentenanalyse 451
Wim van Alphen
7.8.1 Wat is een ongeval? 451
7.8.1.1 Arbeidsongevallen 451
7.8.1.2 Zware industriële ongevallen 451
7.8.2 Analyse van ongevallen 452
7.8.2.1 Five times why-analyse 452
7.8.2.2 Modellering van het verloop van een ongeval 453
7.8.2.3 Belang van diepgaand onderzoek 454
7.8.2.4 Keuze van een ongevalsanalysemethode 454
7.8.3 Basisrisicofactoren 455
7.8.3.1 Vaak gehanteerde grondoorzaken 455
7.8.3.2 Trendanalyse van grondoorzaken 456
7.8.4 Leren van de bevindingen van ongevallen 457
8 OPERATIONELE INTEGRITEIT - MINDWARE 461
8.1 De menselijke inbreng bij procesveiligheid 462
Jaap de Bruin en Nico Mulder
8.1.1 Interacties 462
8.1.2 Thema’s 464
8.2 Cultuur en gedrag 466
Jaap de Bruin
8.2.1 Wat verstaan we onder veiligheidscultuur? 467
8.2.2 Psychologische aspecten 467
8.2.2.1 Veiligheidscultuurladders 467
8.2.2.2 Leiderschap 469
8.2.3 Gedragsaspecten 469
8.2.3.1 Wat is gedrag? 469
8.2.3.2 Welke factoren hebben invloed op gedrag? 470
8.2.3.3 Fout of overtreding 470
8.2.4 Nabeschouwing 473
8.3 Competenties en hun inbedding in de organisatie 474
Piet Knijff
8.3.1 Wat is competentie? 475
8.3.2 Competentiemanagement 477
8.3.3 Stappenplan 479
8.3.3.1 Identificeer competentiegebieden en sleutelrollen 479
8.3.3.2 Definieer competentie-eisen per sleutelrol 480
8.3.3.3 Wijs de rollen toe aan personen of functies 481
8.3.3.4 Train, kwalificeer en ontwikkel 482
8.3.3.5 Monitor, evalueer en verbeter 483
8.3.4 Nabeschouwing 483
8.4 Doelmatig menselijk ingrijpen 484
Gert Sloof
8.4.1 Generaties van modellen voor menselijk falen 485
8.4.2 Human Factor-analyse 487
8.4.2.1 Stappenplan 487
8.4.2.2 Prestatiebepalende factoren 488
8.4.2.3 Human Reliability Assessment 489
8.5 Basisprincipes voor procesveiligheid - Process Safety Fundamentals 491
Johan Rood
8.5.1 Doel 492
8.5.2 Opzet 493
8.5.3 Toepassing 495
8.5.4 Documentatiemateriaal en implementatie 496
8.5.5 Inbedding in trajecten voor veiligheidscultuurverbetering 498
9 RISICOMANAGEMENT 499
9.1 Introductie risicomanagement 500
Piet Knijff
9.2 Managementsystemen voor procesveiligheid 505
Coen van Driel
9.2.1 Belang van managementsystemen en standaarden 505
9.2.2 Managen van procesveiligheid 506
9.2.2.1 Procesveiligheidmanagementsystemen - internationale modellen 506
9.2.2.2 Risicodenken als grondslag 509
9.2.3 Beschrijving van een procesveiligheidmanagementsysteem 510
9.2.3.1 Essentiële elementen 511
9.2.3.2 Performancemanagement 513
9.2.3.3 Maturiteit 514
9.2.4 Risico en voordelen van focus op managementsystemen 515
9.3 Procesveiligheidsaudits 517
Dirk Doornbos
9.3.1 Omvang en planning 517
9.3.1.1 Scope 517
9.3.1.2 Auditplanning - lange termijn 518
9.3.1.3 Auditplanning - korte termijn 518
9.3.2 Middelen 519
9.3.2.1 Voorbereiding 519
9.2.2.2 Communicatie 519
9.2.3 Uitvoering 519
9.2.3.1 Opening 519
9.2.3.2 Rondleiding 520
9.2.3.3 Interviews 520
9.2.3.4 Tussentijdse briefing 520
9.3.3.5 Inspecties van technische installaties 521
9.3.3.6 Close-out meeting 521
9.3.4 Omgaan met bevindingen 522
9.3.5 Rapportage 523
9.3.6 Opvolging: uitvoeren van correctieve acties 524
9.3.7 Positieve effecten van procesveiligheidsaudits 524
9.4 Prestatiemonitoring 525
Remko van der Meijden
9.4.1 Belanghebbenden 525
9.4.2 Soorten indicatoren 526
9.4.2.1 Onderscheid tussen terugkijkende en voorspellende indicatoren 526
9.4.2.2 Hiërarchie van indicatoren 527
9.4.3 Werkproces voor prestatiemonitoring 528
9.4.3.1 Selectie van prestatie-indicatoren 528
9.4.3.1.1 Tier 3-indicatoren 529
9.4.3.1.2 Tier 4-indicatoren 530
9.4.3.2 Inrichten van prestatie-indicatoren 532
9.4.3.3 Prestatiebeoordeling en bijsturen op basis van indicatoren 534
9.4.3.4 Regelmatige herziening van toegepaste indicatoren 535
9.4.4 Aandachtspunten en valkuilen 535
9.5 Plant ageing 537
Remko van der Meijden
9.5.1 Het begrip ageing 537
9.5.2 Technische oorzaken van ageing 539
9.5.3 Niet-technische oorzaken van ageing 540
9.5.3.1 Organisatorische veroudering 540
9.5.3.2 Voortschrijdend inzicht 541
9.5.3.3 Bedrijfseconomie 541
9.5.3.4 Afhankelijkheid van derden 543
9.5.4 Nabeschouwing 544
9.6 Brandveiligheidsplan 545
Ron de Bruijn
9.6.1 Belang en opzet van een brandveiligheidsplan 545
9.6.2 Brandveiligheidsdoelen 545
9.6.2.1 Algemene doelen 545
9.6.2.2 Specifieke doelen en afwegingen 546
9.6.3 De waarde van branddetectiesystemen voor risicobeheersing 547
9.7 Explosieveiligheidsdocument 548
Rolf van Dijk
9.7.1 Eisen aan het explosieveiligheidsdocument 549
9.7.2 Stappenplan om te voldoen aan ATEX 153 550
9.7.3 Opbouw van een explosieveiligheidsdocument 552
9.7.4 Persoonskwalificaties 556
9.7.5 Samenhang van maatregelen 557
9.8 Emergency response-organisatie 559
Ed Oomes en Arie Duineveld
9.8.1 Het belang van een emergency response-organisatie 559
9.8.1.1 Analyse 559
9.8.1.2 Veiligheidsketen 560
9.8.2 Seveso-wetgeving 561
9.8.2.1 Veiligheidsrapportages 562
9.8.3 De organisatie van de hulpverlening 563
9.8.3.1 Bedrijfshulpverlening 564
9.8.3.2 Bedrijfsbrandweer 565
9.8.3.3 Zorgsysteem 566
9.8.3.4 Crisisteam 566
9.8.4 Nabeschouwing 567
9.9 De rol van de verzekeraars 568
Ron de Bruijn
9.9.1 Wat doen verzekeraars? 568
9.9.2 Werkwijze van verzekeraars 568
9.9.3 Regulering van verzekeraars 570
9.9.4 De Nederlandse verzekeringsmarkt 571
9.9.5 Totstandkoming van een premie 572
9.9.6 Verzekeraars in de technische praktijk 573
9.9.7 Risico-analyse en aanbevelingen vanuit verzekeraars 576
9.9.8 Nabeschouwing 577
APPENDIX 579
Gebruikte afkortingen 580
Geraadpleegde literatuur 589
Relevante normen 599
Relevante praktijkrichtlijnen 601
Over de auteurs 603
Over PHOV 608
Rubrieken
- advisering
- algemeen management
- coaching en trainen
- communicatie en media
- economie
- financieel management
- inkoop en logistiek
- internet en social media
- it-management / ict
- juridisch
- leiderschap
- marketing
- mens en maatschappij
- non-profit
- ondernemen
- organisatiekunde
- personal finance
- personeelsmanagement
- persoonlijke effectiviteit
- projectmanagement
- psychologie
- reclame en verkoop
- strategisch management
- verandermanagement
- werk en loopbaan