In dubio pro valetudine
Het voorzorgsbeginsel en de aansprakelijkheid voor de Q-koortsepidemie
Paperback Nederlands 2021 1e druk 9789088633034Samenvatting
Tussen 2007 en 2011 werd Nederland getroffen door de Q-koortsepidemie, met een groot aantal (dodelijke) slachtoffers tot gevolg. Gedurende deze epidemie heeft de overheid zich mede door het voorzorgsbeginsel laten leiden bij het nemen van maatregelen en bij de voorlichting van het algemene publiek.
Dit voorzorgsbeginsel wordt vaak gezien als ‘vaag’. In dit boek onderzoekt de auteur of het voorzorgsbeginsel in het aansprakelijkheidsrecht kan worden toegepast op de overheid, en of deze op grond daarvan aansprakelijk kan worden gesteld voor de als gevolg van de Q-koortsepidemie geleden schade. Want de menselijke gezondheid dient voorop te staan: in dubio pro valetudine.
Auteur Daphne Mols beschrijft de ontstaansgeschiedenis, de ontwikkeling en de kernelementen van het voorzorgsbeginsel en beoordeelt of dit in het Nederlandse recht, in het bijzonder de Q-koorts-zaak, juist wordt toegepast. Vervolgens concretiseert zij het aansprakelijkheidsrechtelijke voorzorgsbeginsel en weegt de voor- en tegenargumenten voor de toepassing, de gezichtspunten en criteria tegen elkaar af.
Daarna behandelt zij de toepassing van het aansprakelijkheidsrechtelijke voorzorgsbeginsel op de overheid, en gaat in op de beleids- en beoordelingsvrijheid en de band tussen voorzorg en wetenschap. De auteur concludeert dat de overheid gedurende de Q-koortsepidemie in strijd met het voorzorgsbeginsel heeft gehandeld. In die zin is dit boek ook relevant voor de juridische evaluatie van de coronapandemie.
Trefwoorden
Specificaties
Lezersrecensies
Inhoudsopgave
U kunt van deze inhoudsopgave een PDF downloaden
Inleiding 1
1 Doorwerking en definitie van het voorzorgsbeginsel 5
1.1 Introductie 5
1.2 Internationaal recht 6
1.2.1 Ontwikkeling in het internationale recht 6
1.2.2 Een beginsel van internationaal gewoonterecht 8
1.3 Unierecht en EVRM 12
1.3.1 Ontwikkeling in het Europese recht 12
1.3.2 Een algemeen beginsel van het Unierecht 14
1.3.3 De rol van het EVRM 16
1.4 Factoren van het voorzorgsbeginsel 17
1.4.1 Aanleiding voor toepassing 17
1.4.2 Drie kernelementen 18
1.5 Nationaal recht 21
1.5.1 Codificatie in Nederlandse wetgeving 21
1.5.2 Toepassing in de jurisprudentie 22
2 Aansprakelijkheidsrechtelijke voorzorg 27
2.1 Introductie 27
2.2 Concretisering 28
2.2.1 Aansprakelijkheidsrechtelijke definitie 28
2.2.2 Verschil voorzorg – preventie 29
2.2.3 Bezwaren tegen toepassing 30
2.2.4 Argumenten voor toepassing 32
2.2.5 Gebondenheid 35
2.3 Criteria voor het ontstaansmoment van een voorzorgverplichting 35
2.3.1 Kennis en inzichten over onzekere risico’s 35
2.3.2 Rechterlijke vaststelling van kennis en inzichten 36
2.3.3 Redelijk oordelende wetenschapper 38
2.3.4 Vereiste kennisniveau en informatiemanagement van de actor 40
2.4 De vaststelling van voorzorgsmaatregelen 42
2.4.1 Gezichtspunten 42
2.4.2 Bewijslast 44
2.4.3 Waarschuwingsplicht 46
3 Aansprakelijkheidsrechtelijke toepassing op de overheid 49
3.1 Introductie 49
3.2 Verhouding overheid, rechter en deskundigen 50
3.2.1 De Pfizer Animal Health-vereisten 50
3.2.2 Doorwerking in de verhouding overheid, rechter en deskundigen 54
3.2.3 Wetenschappelijk verband 56
3.3 De bijzondere overheidspositie en toepassing van het voorzorgsbeginsel 57
3.3.1 Beleids- en beoordelingsvrijheid 57
3.3.2 Toepassingsvereisten overheid 59
3.4 Voorzorgsmaatregelen 63
3.4.1 Juridische inkadering 63
3.4.2 De te nemen voorzorgsmaatregelen 64
3.5 Rechterlijk oordeel 65
3.5.1 Lezing van een onzeker risico 65
3.5.2 Overheidshandelen 66
4 Q-koortsepidemie: de feiten 71
4.1 Introductie 71
4.2 Begin van wetenschappelijke kennis en inzichten 71
4.2.1 Kennis en inzichten Q-koorts begin 2007 71
4.2.2 Gespecialiseerde kennisinstituten 75
4.3 Vermoeden onzeker risico Q-koortsuitbraak 76
4.4 Maatregelen en informatie 80
4.4.1 De genomen voorzorgsmaatregelen 80
4.4.2 Informatievoorziening 82
5 Q-koortsepidemie: toepassing voorzorgsbeginsel 85
5.1 Introductie 85
5.2 O ntstaansmoment toepassing voorzorgsbeginsel 85
5.3 Risicobeoordeling 86
5.3.1 Bepalen van het beschermingsniveau 86
5.3.2 Wetenschappelijke beoordeling 88
5.4 Omgang met het onzekere risico van een Q-koortsuitbraak 90
5.4.1 Overschrijding maatschappelijk aanvaardbaar geachte risiconiveau 90
5.4.2 Herevaluatie en democratische besluitvorming voorzorgsmaatregelen 92
5.4.3 Gezondheidsrisico’s intensieve veehouderij 95
5.5 Wegnemen of reduceren risico Q-koortsuitbraak 97
5.5.1 Voorzorgsmaatregelen 97
5.5.2 Waarschuwingsplicht 104
5.6 Overwegingen rechtbank Den Haag 105
5.6.1 Toepassing voorzorgsbeginsel en voorzorgsmaatregelen 105
5.6.2 Beleidsvrijheid en waarschuwingen 109
5.7 Aansprakelijkheid Q-koortsepidemie 114
5.7.1 Onvoldoende toepassing van het voorzorgsbeginsel 114
5.7.2 Onvoldoende en te trage voorzorgsmaatregelen 119
5.7.3 Onvoldoende geïnformeerd en gewaarschuwd 120
Slotbeschouwing en conclusie 121
Geraadpleegde literatuur 129
Geraadpleegde jurisprudentie 147
Bijlage 1 155
Bijlage 2 159
Anderen die dit boek kochten, kochten ook
Rubrieken
- advisering
- algemeen management
- coaching en trainen
- communicatie en media
- economie
- financieel management
- inkoop en logistiek
- internet en social media
- it-management / ict
- juridisch
- leiderschap
- marketing
- mens en maatschappij
- non-profit
- ondernemen
- organisatiekunde
- personal finance
- personeelsmanagement
- persoonlijke effectiviteit
- projectmanagement
- psychologie
- reclame en verkoop
- strategisch management
- verandermanagement
- werk en loopbaan