Iedereen heeft weleens een idee. De meesten van ons zullen ideeën snel vergeten of als onhaalbaar bestempelen en verwerpen. Van je vrienden en kennissen krijg je meestal enthousiaste en positieve reacties. Dat komt omdat ze je aardig vinden en je niet willen teleurstellen. Er worden naar schatting in Nederland jaarlijks honderdduizenden ideeën bedacht. Denk hierbij niet alleen aan spontane concepten, ontwerpen en uitvindingen, maar ook aan de resultaten van prijsvragen, ontwerpwedstrijden, et cetera. Helaas worden maar erg weinig van deze ideeën uitgewerkt, laat staan dat ze op de markt komen, in welke vorm dan ook.
Innovatoren kunnen met hun ideeen twee kanten op: het idee verkopen, bijvoorbeeld in de vorm van een licentie, of het idee zelf op de markt te brengen.
Laten we eerste eens kijken naar de mogelijkheden om een idee te verkopen.
Veel innovatoren klagen over de manier waarop organisaties omgaan met (de presentatie van) hun ideeën. Er zijn ook veel negatieve verhalen in omloop over het stelen van ideeën na de presentatie ervan. Zowel klagen als stelen komt voor maar berust op onwetendheid bij de innovator over het functioneren van organisaties. Op zich is het niet zo vreemd dat organisaties ideeën van buitenaf gereserveerd tegemoet treden.
Er zijn drie belangrijkste redenen waarom het voor innovatoren altijd moeilijk zal blijven om hun idee binnen een organisatie gepresenteerd te krijgen: het ‘not-invented-here’ syndroom, het verschil in kennisniveau en de wet van 1% inspiratie en 99% transpiratie.
Het is dus moeilijk om een idee aan een bedrijf te verkopen. Blijft over om dit idee zelf naar de markt te brengen. Dit kan door zelf een bedrijf te beginnen. Bij de ontwikkeling van een idee tot een marktrijp product binnen een eigen bedrijf loopt de bedenker echter tegen veel problemen en uitdagingen aan: hoe bescherm ik mijn idee, hoe financier ik een prototype, hoe vind ik een bedrijf die het product op de markt wil brengen?
Het opzetten van een bedrijf rondom een product kan zonder meer als een van de moeilijkste en kostbaarste oefeningen van het ondernemerschap worden bestempeld. Ga maar na: eerst het ontwikkelproces van een idee op papier tot een werkend prototype; vervolgens het opstellen van octrooien of modelbescherming om het intellectuele eigendom veilig te stellen. Daarna de beslissing om het product zelf te produceren of de productie uit te besteden bij betrouwbare toeleveranciers. Het opzetten van een verkooporganisatie en het verzorgen van de benodigde marketingactiviteiten. Tenslotte: hoe dit alles te financieren? Al deze activiteiten kosten geld dat waarschijnlijk voor een groot gedeelte moet worden geleend, terwijl er nog geen enkele verkoopprognose te maken valt. Het lenen van geld is dan ook nauwelijks mogelijk tenzij een zware hypotheek op het eigen huis wordt genomen.
In dit boek behandel ik alle aspecten die komen kijken als jij besluit om een eigen bedrijf vanuit je eigen idee te beginnen. Of om je idee te licenseren aan een bedrijf.
Uit mijn eigen ervaring gedurende bijna 40 jaar begeleiden van innovatoren zijn veel handige tips opgenomen. Ook laat ik met een aantal door mij zelf begeleidde productintroducties zien hoe gevarieerd de weg “Van Inventie naar Innovatie” is!
Dit handboek bestaat uit drie delen.
In het eerste deel geef ik een overzicht van de bronnen waaruit ideeen ontstaan. Op basis van een aantal onderzoeken (Panteia, Jeroen de Jong) blijkt dat er ongeveer 250.000 personen regelmatig op een (semi) professionele manier bezig iets te bedenken. Wie zijn dat een waar kan je ze vinden?
In het tweede deel geef ik een overzicht van alle expertises die nodig zijn bij het realiseren van een idee tot een marktrijp product. En de organisaties en experts die jou kunnen helpen om het proces ‘Van Inventie naar Innovatie’ sneller en succesvoller te laten verlopen.
In deel drie bespreek ik de aanpak die ik zelf gebruik bij het helpen van innovatoren om zo effectief mogelijk hun idee te realiseren.
