
Lees verder
In Holland staat een huis. Het huis lijkt solider dan het feitelijk is. De funderingen zijn rot. In het huis wonen 223 verschillende groepen. Men leeft volkomen langs elkaar heen. Er is veel onbehagen, vooral bij parterrebewoners. Zij krijgen vele nieuwe bewoners uit vreemde oorden te verduren en ze moeten op een houtje bijten. Op de tweede etage is de elite dik tevreden, ze hebben een tweede huis gekocht. In het torentje van het huis zetelt de huisbaas, een verstokte vrijgezel. Bewoners roepen hem toe: doe iets aan onze ellende! Hij lacht dan charmant en zegt: “als je visie wilt, ga dan naar de oogarts”. Hij laat de voordeur en garagedeur openstaan en zegt dan sorry. En om het huis waait een gure wind die aanwakkert tot een helse storm. Als dit maar goed gaat... Van je singela singela hopsasa!
Dit boek neemt de elite op de korrel. Hoe denkt het establishment? Is er een gevoel van onbehagen? En zo ja, hoe uit zich dit?
Frits Bosch bezoekt het Hollandse huis en discussieert daar met de bewoners over een veelheid van maatschappelijke onderwerpen. Bosch verklaart de uitholling van de sociale cohesie en het onbehagen daarover via zijn theorie van Solidariteitsringen en het gedrag van de voorvader van de mens, de aap.
samenleving elite politiek maatschappijkritiek sociale cohesie polarisatie populisme maatschappelijk onbehagen immigratie solidariteit ongelijkheid diversiteit sociale identiteit sociale psychologie sleutelroman establishment homo socialicus sociale verandering nationaal bewustzijn homo economicus gemeenschapsgevoel politieke kritiek vertrouwen sociale antropologie empathie sociale klassen multiculturalisme sociale dynamiek globalisering