Pakket: Gala-Berline van het Groninger Studenten Corps 'Vindicat atque Polit' + Kroniek van een studentenleven

Gala-Berline van het Groninger Studenten Corps 'Vindicat atque Polit'

De schoonheid van de gala-berline, de koets van de welgestelden in tijden van weleer, wordt in het boek van oud-rechter en raadsheer Gerrit de Boer bezongen. Er zijn er nog maar enkele van in Nederland. Het Groninger Studenten Corps 'Vindicat atque Polit' mag zich verheugen in het bezit van een van deze tot de verbeelding sprekende rijtuigen dat is gebouwd in 1880.

Gerrit de Boer raakte in de ban van de schoonheid ervan. Als rector van het Groninger Studentencorps 'Vindicat atque Polit' (1965/1966) was hij een berijder ervan. Als hij in het boek verslag doet van de Vindicat gala-berline spreekt hij uit eigen ervaring.

Slechts leden van de senaat mogen ervan gebruik maken. Het voertuig is ouder dan de Gouden koets en steekt het naar de vorstelijke kroon. Waar deze decennia lang gestalte gaf aan het sprookje van de monarchie, voelen de gebruikers van de Vindicat berline zich niet minder de Koning te rijk.

Het voorliggende boek is rijkelijk geïllustreerd en opgeluisterd met verhalen over de koets in het algemeen en zijn geschiedenis. Terloops passeren ook andere vergelijkbare rijtuigen de revue. Aldus wordt een ode gebracht aan het hippomobiel erfgoed.

Dit is het eerste deel van een tweedelige serie. Het tweede deel is 'Kroniek van een studentenleven' (verschijnt 1 oktober 2024).

-------------------------------------------------------------------------------------------------------
Kroniek van een studentenleven

Van oud-rechter Gerrit de Boer zijn reeds tal van publicaties verschenen. Deze keer neemt hij de lezer mee op een ‘tour d’horizon’ langs het studentenleven in Groningen in de vorige eeuw, waarin hij rector was van het oudste studentencorps van Nederland in Groningen ‘Vindicat atque Polit’.

Met het boek wordt onder meer beoogd de herinnering aan een niet meer bestaand Vindicat levend te houden en een brug te slaan tussen opeenvolgende generaties studenten.

In kleurrijke bewoordingen gelardeerd met overvloedig beeldmateriaal wordt een beeld geschetst van een tijd waarin Universiteit en Vindicat onlosmakelijk met elkaar verbonden waren en het corps als de vertegenwoordiger van de algemene studentenbelangen binnen de Groningse academische gemeenschap een dominante positie innam.

Het is het zevende werk van de schrijver en daarmee tevens zijn zwanenzang.