U gaat er in met gestrekt been: neem tijdens je carrière een verkeerde afslag, dan kan dat op termijn tot een vroege dood leiden.
Dat is natuurlijk een ‘worst case scenario’ van hoe de ‘levensvlamboog’ zich kan ontwikkelen. Ik draag juist alternatieven aan hoe je die situatie kunt voorkomen. In Het Anti-sleurboek schets ik een beeld van wat er mis is met het huidige werkklimaat. In feite is het een soort mini-encyclopedie van de geschiedenis van werk van het jagen/verzamelen tot aan het hedendaagse werkbederf. Op meerdere fronten is sprake van wat ik noem ‘collectieve normverlaging’. Je denkt ergens een contract voor veertig uur te hebben getekend, maar ontdekt na verloop van tijd dat je zestig uur werkt en dat dat ‘normaal’ is geworden. Maar dat is nog niet alles. Ik heb op basis van de cijfers van het CBS uitgerekend dat het conglomeraat van werkgevers in Nederland alle werknemers jaarlijks 6,6 miljard euro aan bruto overwerkvergoedingen onthoudt. Dat is 8000 euro per werknemer per jaar! Op dat punt ga ik er inderdaad met gestrekt been in: er is hier meer sprake van een vorm van werkslavernij dan van een normale gezagsverhouding.
U spreekt uit ervaring, las ik in de epiloog.
Ik ben inderdaad een ervaringsdeskundige: zo’n tien jaar geleden was ik zelf slachtoffer van de Grote Sleur van overbelasting. Maar ik betoog juist dat je zo’n ‘wake-up call’ helemaal niet nodig hebt. De lezer kan van mijn leed en dat van anderen leren en de symptomen van werkbederf leren onderkennen en aanpakken.
Het doel van uw boek is te leren de sleur te doorbreken. Hoe erg is het met die sleur gesteld?
De ervaring die ik als coach en veranderspecialist heb wordt ondersteund door de cijfers van het CBS: ongeveer één miljoen mensen in Nederland hebben last van een vorm van overbelasting. Slechts vijftien procent van de werknemers heeft géén last van stress. Dat zijn absurde cijfers en de huidige crisis maakt het er niet beter op. Het wordt tijd dat we beseffen dat het niet normaal is om altijd maar via de smartphone met werk bezig te zijn. Er zijn momenten dat de batterij juist moet worden opgeladen.
Laten we terug gaan naar de basis: waar komt sleur vandaan?
Sleur is mensen eigen. Maar het is een misvatting om te denken dat sleur alleen met een onderbelasting te maken heeft. Chronische overbelasting veroorzaakt óók sleur. Mensen zijn daarnaast gewoontedieren en in principe risicomijdend; dat is evolutionair bepaald. Onze zintuigen zijn daar ook op ingesteld. Een beetje sleur is ook niet slecht: je kunt niet de hele tijd pieken, soms moet je gewoon even gedachteloos de gewoonte volgen. Afwisseling is de kunst. Als je werk zo saai is dat er constant sprake is van een onderbelasting (de ‘bore-out’), dan hebben je zintuigen meer impulsen nodig. Andersom geldt hetzelfde: bij een constante overbelasting (de ‘burnout’) moet je die impulsen juist verminderen. Het is helemaal niet erg om een tijdje (te) druk te zijn, maar er is altijd een bepaald optimum. Die balans tussen te veel en te weinig werkdruk moet je zelf zoeken.
U brengt sleur nadrukkelijk in verband met stress. Kunt u dat uitleggen?
Er is een verband tussen drukte en stress respectievelijk sleur. Hoe drukker we het krijgen hoe meer stress, maar we krijgen ook stress als we veel te weinig druk ervaren. Hetzelfde geldt voor sleur. Zowel een chronische overbelasting als een chronische onderbelasting zorgen voor stress én sleur. Ik noem dat sleurstress. In het ‘drukteverband’ verklaar ik die relatie.
Behalve aan de bur-out besteedt u ook aandacht aan de bore-out. Wat is dat precies?
De bore-out is ‘de nieuwe kantoorziekte’: het chronisch onderbelast zijn, het voortdurend onder je niveau werken. Dat wordt versterkt door groepsdruk: het is taboe om niet de hele tijd druk-druk-druk te zijn. Je krijgt stress omdat je niets te doen hebt en je vervolgens moet zien te verhullen dat je iedere dag vanaf 15:00 uur gewoon een spelletje ‘Wordfeud’ zit te spelen achter je bureau. Zowel bij een burnout als bij een bore-out zul je zelf iets moeten ondernemen. Je moet de symptomen leren onderkennen, er met je partner en je baas over praten. Uiteindelijk gaat het er om dat je als werknemer leert je eigen grenzen aan te geven, zowel naar onderen als naar boven.
U haalt bekend onderzoek aan waaruit blijkt dat mensen na verloop van tijd weer terugvallen op een gemiddeld geluksniveau, of ze nou een dwarslaesie hebben opgelopen of de loterij hebben gewonnen. Hoe is dat te rijmen met de gevolgen van burnout en bore-out?
De evolutie heeft er voor gezorgd dat we baat hebben bij een bestaan onder gemiddelde druk. Je kunt niet de hele tijd euforisch zijn als je tien miljoen hebt gewonnen of voortdurend in de put blijven zitten als je door een ongeluk bent verlamd. Maar daar schuilt tegelijkertijd een gevaar in: het gemiddelde kan ook afstompen en verveling in de hand werken. Daarom adviseer ik mensen om actief de afwisseling op te zoeken. Dat is geen ‘rocket science’, het gaat om heel eenvoudige dingen: neem eens een andere route naar huis, ga eens vijf minuten op een bankje zitten om van het uitzicht te genieten of praat eens met een vreemde. Dat soort kleine dingen kunnen psychisch heel bevrijdend zijn en je helpen om je sleurstress actief te bestrijden.
Zowel werkgever als werknemer hebben een rol in het bestrijden van de sleur van een overbelasting. Kunt u kort vertellen welke rollen dat zijn?
Werkgever en werknemer hebben een gezamenlijke verantwoordelijkheid. Maar ik leg toch iets meer verantwoordelijkheid bij de werknemer. Die zegt tenslotte iedere keer ‘ja’ tegen zijn baas. Dat zal als eerste moeten veranderen. Eén op de acht werknemers in Nederland is op weg naar een burnout als gevolg van chronische stress en dat kost de samenleving handen vol geld. Burnout-preventie is het doel. Een grote rol is weggelegd voor de afdelingschefs en personeelsmanagers. Zij hebben naast hun resultaatverplichting ook een zorgplicht: het evenredig verdelen van het werk. Wat mij betreft mag de naam ‘human resources management’ ook subiet verdwijnen. Het klinkt alsof je te maken hebt met spreadsheet-variabelen in plaats van met mensen. Ik spoor de medewerkers dus niet alleen aan ‘in opstand te komen’; ik vertel ze ook hoe ze dat het best kunnen aanpakken zodat beide partijen er beter van worden. Dat noem ik professionele assertiviteit.
Conclusie: wat moeten we doen om sleur te voorkomen? En wat levert het op?
Met anti-sleur stimuleer ik de hardwerkende Nederlander om opnieuw de balans tussen werk en privé te zoeken en te stoppen met baanbalen, jobtobben en ellendewentelen. Of je nou werknemer of zelfstandig ondernemer bent: je moet opnieuw leren je grenzen aan te geven. Wanneer je dat doet, krijg je meer tijd voor partner, kinderen, familie, vrienden en hobby’s. Je leert weer te genieten van het leven zoals het oorspronkelijk bedoeld is. Ga eens naar buiten en snuif de lente naar binnen! Neem je rust; je mag gerust eens een keer niets doen. Ik noem dat het uitbuikprincipe. Als een leeuw een zebra heeft gevangen voor het hele gezin gaat-ie daarna niet nog eens voor de lol met zijn volle pens over de savanne rennen. Nee, de buit is binnen en de komende dagen ligt iedereen in het zonnetje te genieten. Genoeg is genoeg. De werkende mens kan daar veel van leren.
Over Hans van der Klis
Hans van der Klis is freelance journalist. Hij schrijft regelmatig artikelen voor Managementboek.