Op werkdagen voor 23:00 besteld, morgen in huis Gratis verzending vanaf €20

Achtergrond

De komende klimaatoorlogen

Volgens een zojuist verschenen rapport van het Global Humanitarian Forum, de Geneefse denktank die wordt geleid door ex-VN-baas Kofi Annan, eist de klimaatverandering nu al ruim 300 duizend doden per jaar. Dit getal zal in de komende twintig jaar oplopen tot een half miljoen per jaar, vooral door de effecten van ondervoeding en ziekte. 98 procent van de mensen die door de klimaatveranderingen worden getroffen wonen in ontwikkelingslanden, die samen minder dan 1 procent van de broeikasgassen produceren. Twintig Afrikaanse en Aziatische landen zijn hierbij het meest kwetsbaar. Deze gegevens zijn afkomstig van de World Health Organization en van Munich Re, ’s werelds grootste herverzekeraar, die gedetailleerde gegevens bijhoudt over natuurrampen.

Dick Pels | 3 juni 2009 | 5-6 minuten leestijd

Als we zo doorgaan dreigt een wereldwijde catastrofe die ook de welvaartseilanden Noord-Amerika en West-Europa direct zal treffen. En dat niet zozeer vanwege het opraken van fossiele brandstoffen of de verhoging van de zeespiegel, maar door nieuwe vormen van oorlog en geweld. Dat is het scenario dat de Duitse sociaal-psycholoog Harald Welzer schetst in zijn inktzwarte boek ‘De klimaatoorlogen. Waarom in de 21e eeuw gevochten wordt’. Doorgaans is het verband onzichtbaar en indirect, omdat de klimaatverandering slechts één van de oorzaken is van burgeroorlog, terreur, illegale migratie, grensconflicten, onrust en opstanden. Maar soms wordt het verband direct zichtbaar, zoals in Soedan, dat ons een schrikwekkende blik in de toekomst gunt.

Iedereen kent de beelden van vluchtelingen die 1200 km over zee in wrakkige bootjes de Canarische eilanden proberen te bereiken, van de lijken van omgekomen Noord-Afrikanen op Italiaanse stranden, van wanhopige mensen die de hekken in de Spaanse enclave Mellila bestormden, en van de kille glans van de hightech-afrastering langs de grens tussen de VS en Mexico. Europa en Amerika worden belegerde vestingen, die zich moeten opmaken voor een steeds grotere toeloop van vluchtelingen die vanwege honger, waterschaarste, woestijnvorming, oorlogen en verwoestingen niet langer kunnen overleven in hun landen van herkomst. Het Westen probeert dit geweld te delegeren, bijvoorbeeld naar particuliere bewakings- en geweldsondernemingen, en op een zo groot mogelijke afstand te plaatsen, door de eigen grenzen naar buiten toe te verleggen. Maar de dreiging wordt acuter en komt steeds dichterbij.

Zoals in New Orleans, waar na de verwoestingen van de orkaan Katrina de plunderaars nauwelijks in de hand konden worden gehouden en 250.000 mensen niet terugkeerden naar de stad. Volgens Welzer moet deze ramp minder als een natuurramp dan als een sociale ramp worden gezien, die het ‘achtertoneel’ van de samenleving blootlegt: het systematisch negeren van het overstromingsgevaar door de overheid, de ontoereikende rampenbestrijding, de plotseling zichtbare etnisch-sociale ongelijkheid, en het ontstaan van een nieuwe categorie vluchtelingen (het begrip ‘klimaatvluchteling’ ontstond naar aanleiding van deze ramp).

De burgeroorlog in Soedan is voorlopig het duidelijkste voorbeeld van klimaatgerelateerd chronisch geweld. Als gevolg van een serie rampzalige droogtes in de afgelopen decennia werden grote delen van het land geconfronteerd met een pijlsnelle ontbossing en woestijnvorming, waardoor weidegrond en vruchtbaar bouwland verdwenen en grote vluchtelingenstromen ontstonden. Naarmate de woestijn zich uitbreidde, begonnen ‘Arabische’ nomadische veehouders het land te claimen van ‘Afrikaanse’ kleine boeren. De ‘Afrikanen’ versperden de ‘Arabieren’, wier weideplaatsen door de droogte waren verdwenen, de toegang tot hun akkers. Omdat de laatsten hun traditionele paden en voederplaatsen niet meer konden gebruiken, begonnen ze ervoor te vechten. Een ecologisch bepaald conflict tussen nomaden en gevestigden vertaalde zich op die manier in etnische termen en werd langs etnische lijnen uitgevochten.

Soedan gunt ons een blik in een duistere toekomst, omdat de door klimaatveranderingen veroorzaakte massamigratie en de groei van vluchtelingenstromen scherpe etnische wij-tegen-zij tegenstellingen veroorzaken. Het gaat immers om een gevecht om directe leefruimte en acute overlevingskansen. Gevoelens van bedreiging en angst vertalen zich in gespiegelde vijandbeelden, waarbij de totale vernietiging van de vijandige groep een legitiem doel wordt. In deze sociale chaos fungeert het geweld als een ordescheppend beginsel: het trekt duidelijke grenzen tussen wij en zij. Gebruik van geweld is volgens Welzer dan ook geen ‘bedrijfsongelukje’ of ‘beschavingsbreuk’: het is altijd al een optie geweest in het menselijk handelen. Daarom is het onvermijdelijk dat mensen ook gewelddadige oplossingen zoeken voor problemen die het gevolg zijn van veranderende milieuomstandigheden.

Het klimaat is langzaam: ook als we nu het maximale doen om de uitstoot van broeikasgassen te stoppen, zal het effect hiervan pas over een halve eeuw merkbaar zijn. Daarom is ‘gewoon doorgaan’ het waarschijnlijkste scenario: dat levert ook de minste morele problemen op. De individualisering van het klimaatprobleem en de oplossing ervan (‘iedereen kan iets doen’) is weliswaar kalmerend, maar niet meer dan een druppel op de gloeiende plaat. Nationale overheden kunnen CO2-emissies helpen verminderen en de warmte-isolatie van huizen bevorderen, maar ook de effecten hiervan zijn beperkt. Op internationaal niveau ontbreekt vooralsnog een dwingende instantie die de uitstoot kan stoppen en de ontbossing en de vervuiling van rivieren kan tegengaan.

Daarom is het klimaatprobleem volgens Welzer op dit moment onoplosbaar. Als we zo doorgaan, zal de opwarming van de aarde stijgen boven de marge die nu nog voor beheersbaar geldt: twee graden Celsius boven het huidige niveau. In dat geval zullen zowel op geofysisch als op sociaal niveau onvoorspelbare, niet-lineaire processen optreden, die een radicale verscherping van het klimaatprobleem inluiden. Allerlei domino-effecten treden op, ook op sociaal gebied, zoals grondstofoorlogen die massale vluchtelingenbewegingen veroorzaken, die weer resulteren in grensconflicten. Omdat de ergste klimaatgevolgen die samenlevingen treffen die de minste oplossingmogelijkheden hebben, zal de wereldwijde migratie drastisch toenemen, ook naar Europa en Amerika, en liggen gewelddadige oplossingen voor die bedreiging in het verschiet.

‘Er zijn boeken die worden geschreven in de hoop dat de auteur ongelijk heeft’, geeft Welzer toe. Maar zijn laatste hoofdstuk draagt een somber motto van Heiner Müller: ‘Optimisme is slechts een gebrek aan informatie’. Sommige optimisten zien inderdaad kansen om de financiële crisis te gebruiken voor het realiseren van een New Green Deal. Het hervonden primaat van de politiek zou kunnen worden aangegrepen om lange-termijnklimaatdoelstellingen in te bouwen in een nieuwe duurzame economie. Maar de kredietcrisis laat juist zien dat mensen direct moeten worden getroffen in hun portemonnee, en in hun overlevingskansen, voordat ze de urgentie van bepaalde problemen beseffen. Moet ‘Soedan’ eerst een stuk dichterbij komen voordat we inzien dat het klimaatprobleem geen luxeprobleem is maar een acute bedreiging voor onze levensvorm? Is het klimaatverdrag dat in december in Kopenhagen moet worden gesloten inderdaad onze laatste kans? Welzers waarschuwing voor de komende klimaatoorlogen is in elk geval een effectievere ‘wake-up call’ dan de oproep van onze brave minister van Milieu om al onze gloeilampen te vervangen door spaarlampen.

Over Dick Pels

Socioloog en filosoof Dick Pels is essayist voor onder andere NRC Handelsblad, de Volkskrant, De Groene Amsterdammer en Hollands Diep. Hij is (hoofd)docent maatschappijtheorie en sociale filosofie aan de universiteiten van Amsterdam en Groningen. Daarnaast is hij een van de oprichters van de progressieve denktank Waterland.

Deel dit artikel

Wat vond u van dit artikel?

0
0

Populaire producten

    Personen

      Trefwoorden