Intern adviseren is vooral een rol in de schaduw. Niet nóg iemand die met zijn veren pronkt. Maar het is daardoor ook zwaar onderschat. Er is zelfs nauwelijks over geschreven. Terwijl vele duizenden het doen. Elke dag.
Voor jullie is dit boek. Met visies en voorbeelden. Over de vitale functie en plek van intern advies. Over de zichtbare en onzichtbare kanten ervan. Verbonden met het geheel.
Een organisatie is een levend systeem, dat zelf weer onderdeel uitmaakt van een groter geheel. In een adviesrol kun je wijsheid, energie en levenskracht, dus vitaliteit, aan dat systeem geven. Met Adviseren vanuit het geheel willen we je helpen de vitale plek te vinden van waaruit je adviseert. De plek die waardevol is voor het grotere organisatorische geheel. En die je toegang geeft tot wijsheid en kracht in jezelf.
Deel 1 ‘Plek in het geheel geven: Dynamieken van organiseren en ondersteunen’
Begrijpen waarom het gaat zoals het gaat, geeft bedding. Het zorgt ervoor dat je je in je adviesrol deel weet van een veel groter verhaal. Dat geeft rust én ruimte. Je kunt bij jezelf gaan zien en voelen of jouw handelen ‘klopt’ in het grotere geheel. Deel 1 ‘Plek in het geheel geven’ belicht de waardevolle en tegelijk spanningsvolle bedding van je adviesrol.
Hoofdstuk 1 schetst de contouren van een vitale plek van waaruit je kunt adviseren. De start is een opvatting over adviesprofessionaliteit en professionele ontwikkeling, waarin onder meer het begrip ‘plek’ wordt uitgewerkt. De positie van waaruit je kijkt naar een plek bepaalt wat je wel en niet ziet. Dit hoofdstuk beziet de adviesplek daarom vanuit verschillende perspectieven, zoals die van managers, organisaties en adviseurs. Het hoofdstuk eindigt met een leeswijzer voor het boek.
Hoofdstuk 2 gaat over de ontwikkeling van organiseren en ondersteunen. Alles wat in het heden gebeurt, is een functie van het verleden. Dat verleden geeft extra betekenis aan het heden. En er ligt iets van het vervolg in besloten. Achterwaarts begrijpen geeft voorwaartse visie.
De ontwikkeling van organiseren en ondersteunen is ook belangrijk, omdat een plek wordt bepaald door het grotere geheel waar die plek zich in bevindt. Zo is adviseren ingebed in organiseren. Zonder de patronen of paradigma’s van organiseren te bezien, valt adviseren niet goed te begrijpen.
Hoofdstuk 3 beschrijft wat er gebeurt op de adviesplek zelf. Dat is nog interessanter en spannender als je niet alleen naar de verschijnselen kijkt, maar naar de relaties en dynamieken daartussen. Dat is belangrijk, want juist in de gespannen relaties en dynamieken in het organisatorische weefsel ligt jouw uitdaging besloten als je intern adviseert. De metaforische aanduiding van die spanningen als micro-ontstekingen in het organisatorisch weefsel helpt je bij het thema van deel 2 dat gaat over welke plek je inneemt in het geheel.
Zo geven de eerste drie hoofdstukken van dit boek een bedding aan je adviespositie. Het gaat maar ten dele over adviseren. Deel 1 beschrijft vooral de context ervan, om te begrijpen wat er op je adviesplek allemaal gebeurt.
Deel 2 ‘Plek in het geheel weten: Vitaal en verbindend adviseren’
Dit deel laat zien hoe de vitale plek van waaruit je adviseert eruit kan zien. In de vorige hoofdstukken lag het accent op hoe je wordt bepaald in je adviesrol door de systemische bedding waarin je verkeert. In dit deel helpt de systemische bril bij het blootleggen welke ruimte en mogelijkheden dit allemaal oplevert.
Hoofdstuk 4 beschrijft de diverse adviesplekken die je kunt innemen. De metafoor van ontstekingen in een levend systeem geeft aan hoe de vitale plek eruit kan zien. Op de vitale plek vervul je een immuunfunctie in het permanent ontstoken organisatorische weefsel.
In hoofdstuk 5 gaan Anton de Kroon en Siebke Kaat verder op de metafoor van de organisatie als levend systeem. Daarbij laten ze zien hoe je in de praktijk een vitale plek van een onduidelijke of ontbrekende plek kunt onderscheiden en wat je dan te doen staat.
Hoofdstuk 6 gaat niet van de theorie naar de praktijk, maar omgekeerd. Uit gesprekken met tientallen mensen die zichzelf waardevol maken in een interne adviesrol, ontvouwt zich een beeld hoe ze dat doen. De vele praktijkvoorbeelden vertellen hoe ze het organisatorische weefsel vitaal maken, vanuit een vitale plek voor zichzelf.
Een samenvatting van wat we te weten zijn gekomen over de vitale plek sluit zowel dit hoofdstuk 6 als deel 2 over ‘plek in het geheel weten’ af.
Deel 3 ‘Plek in het geheel vinden: Op weg naar de vitale plek’
Wie intern adviseert, ervaart soms een onzichtbare grens die je tegenhoudt. In het bereiken van anderen met je adviezen, maar ook in je ontwikkeling. Het lijkt een soort glazen tochtsluis: je kunt zien hoe je het zou willen, maar op een of andere manier kom je niet meer verder vooruit. Iets sterkers dan jezelf maakt het moeilijk praktische adviezen en handreikingen toe te passen. Misschien twijfel je daardoor wel eens. Ben ik hier wel geschikt voor? Zou er niet een organisatie bestaan waar het er wat ‘normaler’ aan toe gaat? Dit deel beschrijft de tocht die teams en individuele professionals maken om hun vitale plek te vinden. Hoe het ze met vallen en opstaan lukt die tochtdeur open te krijgen.
Hoofdstuk 7 legt de expeditie naar waarde uit, gebaseerd op mijn proefschrift over het vernieuwen met professionals. Er zit dan ook een pittig stukje theorie in dit hoofdstuk. De voorbeelden spelen zich af op het strategische niveau van een organisatie.
Het zoeken naar en vinden van een vitale adviesplek speelt zich echter ook af op talrijke andere plekken in en tussen organisaties. Daarover gaan de twee volgende hoofdstukken.
Hoofdstuk 8 geeft een praktijkvoorbeeld van een glibberige, maar waardevolle tocht van een ICT-team in een overheidscontext. Het is een openhartig verslag van een voormalige stafdienst die onderdeel wordt van een Shared Service Centrum. Het laat zien dat zo’n tocht bestaat uit pieken en dalen. De kunst blijkt niet de dalen te ontlopen. Juist hier doen zich betekenisvolle patronen voor, doorgaans ontstaan in het verleden. Het onderkennen en erkennen daarvan blijkt de echte springplank tot ontwikkeling.
Hoofdstuk 9 is het avontuurlijke, persoonlijke en kwetsbare verhaal van Natasha Groot-Braaksma. Zij is een beleidsprofessional die het grote provinciale co-creatieproject waar zij aan deelneemt naar een persoonlijke voorbeeldrol weet te vertalen. Ook hier staat het vallen, weer opstaan én hiervan leren centraal als de manier waarop ontwikkelen en plek vinden kennelijk plaatsvindt.
Hoofdstuk 10, het laatste hoofdstuk, gaat over jou zelf. De kernvraag bij co-creëren en verbinden is: hoe kom ik op een ‘plek van ontmoeting’ met anderen en met het grotere geheel? Daartoe moet ik loskomen van mijn eigen kleine waarheden waaraan ik mijn zekerheid ontleen. Anders krijg ik geen toegang tot de ander en het geheel. Daarbij neem ik mezelf mee en kom ik mezelf tegen. Hoe maak ik van mijn ‘plek der moeite’ niet langer het slot, maar juist de sleutel tot ontmoeting? Tijn Ponjee reikt hiertoe gereedschap aan.
Paul Kloosterboer is werkzaam als zelfstandig adviseur. Hij is auteur van verschillende boeken, waarvan Van Waarnemen naar Waarmaken werd bekroond als Ooa Boek van het Jaar. Adviseren vanuit het geheel is zijn nieuwste boek.