In een interessant artikel in NRC Next wordt de discrepantie tussen de wetenschappelijke bevindingen en het advies – en vaak common sense dat het verstandig is om zo vroeg mogelijk met een tweede taal te beginnen – uiteengezet. Al meer dan dertig jaar zijn basisscholen volgens de Europese afspraken verplicht om minstens één uur in de week Engels te geven in de laatste twee groepen. Platform Onderwijs2032, een overheidscommissie die zich inzet voor een nieuw onderwijscurriculum, wil van Engels zelfs een kernvak maken op de basisschool, naast Nederlands, rekenvaardigheid, persoonlijkheidsvorming, burgerschapskunde en kennis van de wereld.
Hier tegenover staan de bevindingen uit een internationale wetenschappelijke literatuurstudie. ‘Uit alle studies blijkt dat jongere kinderen langzamer leren,’ citeert Next uit de studie. ‘Vroege starters krijgen meer input dan late starters, omdat ze eerder beginnen. Maar die extra input lijkt niet voldoende te zijn om de late starters voor te blijven. Als het aantal lesuren hetzelfde is, hebben oudere leerlingen een voordeel.’
Er zijn uitzonderingen op de regel ‘wat ouder geleerd is sneller gedaan’. Voor kinderen die dagelijks buiten school – thuis of op straat – een vreemde taal leren en kinderen die in écht tweetalig onderwijs worden ondergedompeld geldt wel: jong geleerd is oud gedaan.