Op werkdagen voor 23:00 besteld, morgen in huis Gratis verzending vanaf €20

Recensie

Het agoramodel - prikt het complexiteitsdenken door

Op 13 maart 2015 overleed de toenmalige denker des Vaderlands, René Gude aan een langdurige ziekte. In de maanden daarvoor hebben een aantal vrienden en vakgenoten hem bevraagd naar zijn wereldbeschouwing, dat hij de naam van agoramodel meegaf.

Paul Misdorp | 7 oktober 2016 | 4-5 minuten leestijd

De interviews zijn gebundeld tot een boek dat gaat over de vraag hoe wij, mensen, ons leven organiseren, leren en zingeven. Het is een zeer origineel boek geworden, klein van omvang, maar groot qua reikwijdte en daarom voor iedereen die met het organiseren van zijn leven en werk bezig is, de moeite waard te lezen. De auteur – en daar was hij filosoof voor – prikt feilloos het complexiteitsdenken door. Een a priori waar bijvoorbeeld de organisatiewetenschappers zo graag van uit gaan.

Kern van de boodschap die Gude ons meegeeft is dat de vigerende trend van individualisering als de opvatting dat je de goede samenleving alleen kunt opbouwen door individuen te versterken (zelfontplooiing) een – wat hij noemt – minimale maatschappijvormingsstrategie is. We hebben zingeving te veel in de privésfeer geduwd en dat geeft steeds meer ongemak, omdat we te weinig doen met onze vermogens, het cultiveren ervan en het associëren van ons aan anderen. Met andere woorden: we moeten weer meer energie steken in collectiefvorming, omdat we daardoor in staat zijn onze kwaliteiten aan te scherpen; kwaliteiten waar we als samenleving juist zo veel behoefte aan hebben.

Terug naar de titel, de agora was in alle stadsstaten in de oudheid de centrale publieke ruimte, waarin waar handel en gedreven en politiek bedreven werd, waar burgers conflicten beslechtten, nieuws deelden en burgerdeugden beoefenden. Kortom: de agora huisvestte vier levenssferen: het privé (het thuis zijn en de intimiteit), het private (werk, zaken doen, winkelen, produceren), het publieke (maatschappelijke activiteiten, gemeenschappelijk belang) en het politieke (bestuur, wetten, bureaucratie, algemeen belang). De bedoeling van de auteur is niet om terug te keren naar de klassieken, maar juist om de toekomst beter te kunnen omarmen. Dat kan allereerst door deze vier sferen helder van elkaar te onderscheiden, niet in elkaar over te laten gaan of dominant te laten zijn ten opzichte van elkaar (bv. voortdurend bellen van echtgenoot op het werk, marktwerking in de zorg, multinationals groter dan de staat, etc.). Maar ook door deze te koppelen aan vier trainingsprogramma’s of beschavingspraktijken (religie, sport, kunst, filosofie/wetenschap), waardoor we de kwaliteit van ons leven kunnen verhogen. Het leren ritualiseren van dingen, doelgericht samenwerken, het trainen van vermogens om in vrijheid andere voorstellingen te maken en deugdelijk te redeneren zijn - heel in het kort - manieren om ons in elk van de sferen te bekwamen. Zo zijn we beter in staat om in de veranderlijke wereld goed en in rust te handelen. Bildung is een voorwaarde voor geluk.

Wat René Gude ons op heldere wijze laat zien, en dat is meteen ook de waarde van het boek, is dat we gevormd zijn door collectieven en dat het pas goed is je bestemming te kiezen door er eerst mee in te stemmen. Door te beseffen dat gemeenschappen door onszelf zijn gemaakt, zijn we ook in staat deze te veranderen. Een tweede besef dat hij ons meegeeft is dat veel problemen bovenindividueel zijn, maar niet bovenmenselijk. Als we beseffen dat er maar vier levenssferen zijn, dan moet het mogelijk zijn om in elk van die collectieven bij te dragen aan de kwaliteit – Gude spreekt van stemming – om zo ook onszelf te managen. Dit verrassend eenvoudige inzicht brengt ons ook bij de vraag wie belang heeft bij het lezen van dit boek?

Ik denk dat iedereen en alle organisaties die op zoek zijn naar zin- en betekenisgeving baat hebben bij het lezen en becommentariëren van dit compacte boek. Het zet de luiken open en draagt nieuwe perspectieven op de toekomst aan. Beroepsmatige belangstelling zie ik bij organisatieadviseurs, die bezig zijn met veranderen, niet om maar te veranderen, maar om vanuit hogere gelegen doelen te veranderen. Filosofie maakt het mogelijk om voortdurend in en uit te zoomen waardoor lastige vraagstukken toch behapbaar blijken. In dat verband is het mooi te zien dat Gude’s denken navolging krijgt. Zo wordt Het agoramodel al op verschillende plekken in de onderwijswereld toepasbaar gemaakt. Niet vreemd natuurlijk dat de Bildungsboodschap juist in het onderwijs blijkt aan te slaan, ook al zouden ook andere werkvelden geïnteresseerd in het gedachtegoed moeten kunnen worden. Het mooie van het boekje is dat het beeld van filosofie als zijnde abstract en metafysisch als sneeuw voor de zon verdwijnt. Sterker nog: dit boekje kan ‘organisatie adviseurs in complexiteit’ de spiegel voorhouden: ‘maak het niet moeilijker dan het is, maar vereenvoudig ook niet alle complexiteit tot nietszeggende details’.

Over Paul Misdorp

Paul Misdorp is Directeur van VinNDT (Veranderen in Nieuw Denken Toepassen) en kennispartner van Zeelenberg, adviseurs voor Mens en Organisatie en van House of Coherence.

Deel dit artikel

Wat vond u van dit artikel?

0
0

Boek bij dit artikel

René Gude, Florian Jacobs, Babs van Den Bergh
Het agoramodel

Populaire producten

    Personen

      Trefwoorden