Als ik één ding heb onthouden van mijn gesprekken met de mensen van Philadelphia, dan is dat geen algemeen principe van Goede Zorg, geen hoogdravend visioen over de toekomst van langdurige zorg, maar gewoon een praktisch advies.
Gebruik. Je. Gezond. Verstand.
Het klinkt niet heel spectaculair. Het klinkt zelfs een tikkeltje banaal. Maar met name voor de begeleiders van Philadelphia, de mensen van de werkvloer dus, die dagelijks zorg verlenen aan meer dan 7000 cliënten, is die gedachte bevrijdend. Want in de zorg is ‘je gezond verstand gebruiken’ lange tijd ontmoedigd (en niet alleen in de zorg trouwens, maar ook bijvoorbeeld in het onderwijs of bij de politie). Niet omdat er kwade wil in het spel was, maar door de onbedwingbare neiging van managers, leiders, bureaucraten en andere eindbazen om het denkwerk over te nemen, om voor te schrijven hoe en wanneer te handelen, om steeds verfijndere richtlijnen, regels en protocollen te ontwikkelen.
Het is echt niet alleen ‘de overheid’ die het werk tot in de gekste details wil voorschrijven. Vaak zijn het juist de uitvoerders zelf die telkens weer nieuwe regels en systemen bedenken voor hun eigen mensen. Van hoog tot laag vormt dat complex van systemen en systeempjes in feite één groot systeem, dat in de managementliteratuur ook wel de ‘systeemwereld’ wordt genoemd.
Maar ‘Het werkt!’ is niet bedoeld om theoretische spelletjes te spelen. Het wil een gids zijn die inspireert, en die tegelijkertijd heel concreet laat zien hoe Philadelphia ‘meer doet met minder regels’. Want het is nogal gratuit om te roepen dat de systeemwereld ons ketent, en dat ‘de cliënt centraal’ moet staan, als je er niet ook bij vermeldt hoe je dat dan precies doet, in de praktijk, met voorbeelden. Met echte mensen, die een verhaal hebben, die weten wat dat is, langdurige zorg, die weten wat het betekent om te werken met mensen met een verstandelijke beperking.
Eerlijk is eerlijk: toen ik zelf voor het eerst las over ‘systeemdruk’ en ‘regelarm werken’ was mijn eerste reactie: ja, hèhè, wie wil er nou méér systeem? Wie wil er nou méér regels? De algemene principes van Philadelphia spraken zo vanzelf dat ze betekenisloos leken.
Pas toen ik me verder verdiepte in de materie, en vooral toen ik medewerkers van Philadelphia ging spreken, ontdekte ik de wereld van de langdurige zorg, en de mensen die er deel van uitmaken. Die wereld was zo interessant en rijkgeschakeerd dat ik de werkelijkheid geweld aan zou doen als ik er op een of andere manier een vreselijk gewichtige ideologie van Goede Zorg (of iets dergelijks) uit zou halen, waar veel van mijn gesprekspartners zich waarschijnlijk niet eens in zouden herkennen. De verhalen die ik hoorde waren oneindig veel interessanter dan abstracte managementprincipes.
Dus als ik al iets algemeens zou moeten formuleren, zou ik zeggen dat verhalen de basis vormen van dit boek, omdat verhalen per definitie zijn geworteld in de realiteit, in ervaringen uit het verre en nabije verleden, die relevant zijn voor het dagelijks werk in de zorg. Door er goed naar te luisteren, kun je dat werk een beetje aangenamer maken, en waardevoller, zodat het een meerwaarde krijgt voor die ander, de cliënt, zodat die zich op zijn beurt een beetje gelukkiger voelt.
Meer dan dat is het niet.
Johan Faber (1970) is journalist en schrijver van veelgeprezen nonfictie-en fictieboeken. Hij is de auteur van Het Werkt!
Over Johan Faber
Johan Faber (1970) is journalist en schrijver van veelgeprezen nonfictie-en fictieboeken.