Ze waren verantwoordelijk, zeker na de onmenselijke verschrikkingen van de Tweede Wereldoorlog, voor het stellen en beantwoorden van diepe Zijns-vragen. Taalfilosofen ook, literatoren, docenten en onderzoekers. Hun wortels lagen in het Interbellum, de cultureel zeer vruchtbare periode tussen 1918 en 1929 toen de Grote Crisis en daarna de opkomst van het Nationaal Socialisme in Europa hun onafhankelijke denken (en publiceren) onmogelijk maakte. Of letterlijk partijkiezen of vluchten. (Een mooi overzicht van al die ontwikkelingen in die periode is te vinden in Alleen de wolken.)
Wolfram Eilenberger heeft in Het tijdperk van de tovenaars deze vier levens en hun veelal onafhankelijke ontwikkelingen te boek gesteld. Een fascinerende strijd om bestaan en erkennen werd dat. Heidegger en Cassirer waren vanaf 1923 in Duitsland verwikkeld in een strijd om de ‘filosofentroon’. Wie werd de professor van de meest prestigieuze Duitse filosofenschool? Heidegger was de uitdager. Deze Zuid-Duitse jongen kwam zo uit de Eerste Wereldoorlog, afgestudeerd en vol ideeën en idealen. Zijn theorieën en werken over Het Zijn zouden weerklank vinden bij de nazi’s, maar ook bij de jongeren in de jaren zestig. Hij schoot in één keer naar de top van Duitse filosofentroon met het werk Zijn en Tijd (1927). Een belangrijk werk dat een enorm stempel op denkrichtingen als de metafysica en fenomenologie heeft gezet.
Zijn filosofische impact is veel groter dan de man die hem beconcurreerde: Cassirer. Een wat saaie degelijke denker die van 1929 tot 1933 hoogleraar was. Maar ook Joods wat betekende dat hij in 1933 Duitsland verliet en zijn tweede deel van zijn leven in Amerika doorbracht. Beiden bouwden voort op de klassieke Duitse scholen van Hegel en Kant.
Zoveel anders was het leven van Walter Benjamin. Voor hem was het streven naar zo’n positie ook groot, maar Benjamin koos meer voor de zelfkant van de maatschappij. Dan weer aan de grond in Frankfurt, scharrelend van vertalerswerk naar een grote communistische liefde in Moskou: Asja Lacis. Hij overleefde de economische crisis van 1923 maar nauwelijks. Hij woonde in 1929 in Parijs en raakte door de crash zijn complete erfenis kwijt. Hij schreef en vertaalde (met name Franse moderne auteurs als Rimbaud en Proust) maar wist nauwelijks iets gepubliceerd te krijgen. Zijn taal filosofische werk zou pas laat in zijn leven in Frankrijk verschijnen.
Ook Benjamin was Joods en vluchtte in september 1940 voor de Duitse troepen uit naar Spanje. Hij pleegde zelfmoord in een Pyrenees bergdorp. Zijn belangrijkste filosofische manuscript, Over het begrip van de geschiedenis, had hij bij zich. Zijn complete Passage-werken zouden pas na 1945 gepubliceerd worden.
Het levensverhaal van Ludwig Wittgenstein is al herhaaldelijk beschreven (zie bijvoorbeeld Ludwig Wittgenstein Het heilige moeten door Ray Monk. Inclusief dat van zijn bijzondere Oostenrijkse miljardairsfamilie in De Wittgensteins! Wittgenstein kwam uit een heftige periode als soldaat in de Eerste Wereldoorlog. Zonder verdere studie schreef hij zijn hoofdwerk, het fameuze en ondoorgrondelijke Tractatus Logico Philosophicus dat in 1922 verscheen. Zijn taalwetmatige denksysteem lanceerde hem direct als hoofddenker van de denktanks in Cambridge en Oxford. Wittgenstein koos voor een baan als wiskundeleraar in kleine dorpen in Duitsland. Er was een natuurtalent opgestaan waar niemand grip op leek te krijgen. Pas in 1929 kwam Wittgenstein naar Cambridge en op voorspraak van vooraanstaand wiskundige en filosoof Bertrand Russell niet als student maar als hoogleraar. In de tussenliggende jaren zou Wittgenstein in Wenen, waar hij na wat teleurstellende lerarenjaren zou wonen, de Wiener Kreis opzetten. Wittgenstein had de gave om met iedereen ruzie te maken. Zijn financiële situatie maakte dit ook mogelijk. Zijn grote filosofische belang werd pas na zijn dood in 1951 breed erkend.
De auteur Wolfram Eilenberger heeft een onderhoudend werk geschreven. Af en toe wel doorbijten op de filosofische uitleg. Maar afgewisseld met details uit de sappige levensverhalen van met name Heidegger en Benjamin. Deze mannen hebben voor twee geleefd. Helaas moesten al deze mensen, en met hun miljoenen anderen harde keuzes maken vanaf 1929. De grens tussen goed en fout was klein. De impact van hun werk, tot op de dag van vandaag, enorm.
Over Bertrand Weegenaar
Bertrand Weegenaar is als hogeschooldocent HBO-ICT werkzaam op Windesheim. Zijn voorliefde ligt bij de onderwerpen strategie, marketing, geschiedenis; biografieën en internet; e-business.