Dit is vanaf de Tweede Wereldoorlog een tamelijk stabiel beeld. De laatste jaren beginnen er nieuwe bedrijfsmodellen bij te komen. De inbreng van jonge initiatieven begint ook wat schaal betreft flink toe te nemen. Aanjagers zijn multimiljardairs zoals Bill Gates, Michael Bloomberg en Warren Buffett die aangegeven hebben hun totale vermogen beschikbaar te stellen voor goede doelen. Ze doen dat echter anders dan de klassiek organisaties. Raj Kumar beschrijft deze intrigerende innovatieve wereld in The Business of Changing the World (‘How billionaires, tech disruptors and social entrepreneurs are transforming the global aid industry’)
Deze nieuwe groep van sociale ondernemers en tech-biljardairs komen met radicaal andere initiatieven dan de door regeringen gestuurde organisaties. Ambities zijn direct mondiaal. Of het nu gaat om het uitbannen van bepaalde ziekten, armoede, bereikbaarheid, een veiliger leefgebied enzovoort, het wordt groot aangepakt. En deze mensen willen een impact maken. Deze industrie wordt gedreven door drie trends: er is een internationale open competitie, er worden modellen uit de retail ingezet, en er wordt creatief en integraal gedacht. De resultaten worden niet bekeken naar het gespendeerde geld maar naar de resultaten. Waar de klassieke goeden doelen fondsen nog in grote mate door overheden (lees: belastingbetalers) werden gevuld, en dus voor politieke doeleinden gebruikt kunnen worden, is die van de nieuwe industrie veel zakelijker. Hierdoor kunnen de beschikbare middelen effectiever naar de armsten worden doorgezet.
Een mooi voorbeeld is het low-profile fonds GoodVentures, van de nu 35-jarige Dustin Moskovitz en zijn vrouw Cari Tuna. Moskovitz heeft een persoonlijke waarde van $12 miljard dollar dankzij zijn aandeel in Facebook waar hij een van de oprichters van is. Dit geld zit nu grotendeels in GoodVentures. Veel energie gaat naar ambitieuze grote doelstellingen waar het bereiken van een nulpunt de ambitie is. De zero-goals. Geen polio meer is een doel dat bijna bereikt is (Gates). Alle kinderen in Amerika een gezond middagmaal (Bloomberg).
Om deze ambities te bereiken maken de organisaties die opgezet zijn gebruik van een diversiteit aan moderne business modellen. Het zijn mondiaal opererende bedrijven waar leren en ervaringen delen in het DNA zitten. Ze worden opgezet en gerund als 100 procent sociale bedrijven waar transparantie en impact zeer belangrijk zijn. Er wordt gebruik gemaakt van retail modellen, crowdfunding platformen die geld 1-op-1 naar een persoon of een doel door kunnen sluizen zonder overhead kosten. In deze modellen zijn armen klanten, en armoede wordt gezien als een bedrijfsissue dat verholpen moet worden.
Verder brengen de oprichters en strategische denkers veel kennis van systeemdenken in. Ervaren als ze zijn in het aanpakken van complexe bedrijfsproblemen, ingewikkelde mondiale logistieke vraagstukken en financiële uitdagingen. Deze kennis en ervaring wordt nu aangewend om gezondheidsuitdagingen te tackelen. Ook bedenkers van oplossingen kunnen nu aan de gang met oplossingen in de wetenschap dat er ook grote fondsen beschikbaar zijn, mits hun oplossing echt bijdraagt. Zo kunnen zelfs bedrijven als Philips geld bijeenbrengen om in Afrika grote oplossingen te implementeren zonder over de commerciële risico’s na te denken.
De ultieme pledge is het beëindigen van de wereldwijde extreme armoede in 2030. Het absolute Nul. Of dit gaat lukken weet niemand, maar er zitten nu andere ideeën en veel slim geld achter.
The Business of Changing the world van Raj Kumar was het juni-boek van de World Economic Forum leesclub.
Over Bertrand Weegenaar
Bertrand Weegenaar is als hogeschooldocent HBO-ICT werkzaam op Windesheim. Zijn voorliefde ligt bij de onderwerpen strategie, marketing, geschiedenis; biografieën en internet; e-business.