Op werkdagen voor 23:00 besteld, morgen in huis Gratis verzending vanaf €20

Interview

De boekenkast van Arend Ardon, vertrouwensman en performer

Hij behoort tot de veertigers onder de veranderkundigen. Kent de praktijk als geen ander en maakt zich ook wetenschappelijk zeer verdienstelijk. Als je met hem praat, voel je je direct op je gemak. Hij schuwt geen onderwerp en vertelt net zo gemakkelijk over zijn vak als over zichzelf. Als vertrouwensman zit hij aan tafel bij bestuurders en managers. Hij schuwt de podia niet, is een rasperformer. Zijn specialiteit: gedragspatronen. Dit keer bij de boekenkast: Arend Ardon.

Joep Schrijvers | 18 januari 2012 | 8-11 minuten leestijd

We gaan in de keuken zitten. Niet in die van hem maar van mij. Het was voor Arend Ardon geen probleem naar mij toe te komen, nu een griep met mijn lichaam dolt. Maar hoe ziet zijn boekenkast er dan uit? ‘Die is door mijn vrouw gemaakt’, grijnst hij. ‘Zij heeft hem zelf ontworpen. Hij staat bij de schouw en dat geeft een echte bibliotheeksfeer. Hierin staan romans en kunstboeken. Ik heb nog veel boeken uit het ouderlijk huis; mijn vader was Neerlandicus. Ik woon op een oude boerderij en mijn werkruimte is in de voormalige varkensstal. Of zoals een vriend van me zei: "Je hebt je plek eindelijk gevonden." Daar staan de vakboeken.’ Ik schiet in de lach. Waar en hoe hij leest, wil ik weten. ‘Veel achter mijn bureau. Dat is ook vaak situatiegestuurd. Ik kan redelijk goed een boek doorkijken om te weten wat erin staat. Dan leg ik het weg en pak het er pas weer bij wanneer ik het nodig heb: voor een opdracht of een advies. Dan ga ik de relevante onderdelen nauwgezet lezen. Ik lees boeken zelden helemaal.’

 

Combinatie van inhoud en feest

Ardon behoort tot de jongste generatie smaakmakers in de veranderkunde. Ik heb hem eerder over zijn vak horen praten – deskundig en toegankelijk – maar wat doet hij als we hem niet zien? Hij schuift zijn stoel dichter bij de tafel. ‘Ik kom regelmatig bij directeuren en kijk vaak hoe ze interacteren en ruziemaken. Ik help ze weer in gesprek te komen. Voor hen ben ik een neutraal en veilig persoon. Maar ik doe niet alleen probleemsituaties; ik vind het een uitdaging om inspirerende veranderprocessen te helpen creëren. Ik organiseer ook grote sessies in bedrijven wanneer er bijvoorbeeld een nieuwe strategie moet worden ingevoerd. Dat is een combinatie van inhoud en feest. Ik ben dan opperspreekstalmeester.’ Hij kijkt er verlekkerd bij. Ik geloof zonder enige terughoudendheid dat hij dat goed kan. IJ‘Ik ga in de nabije toekomst ook masterclasses geven over hoe managers gedragspatronen in standhouden en hoe ze die het beste kunnen doorbreken: doorbreek de cirkel!’

 

Ardon vertelt hoe hij in het verandervak terecht is gekomen. Hij studeerde sociale psychologie in Utrecht en bedrijfskunde in Rotterdam. ‘Die eerste universiteit had toen nog een marxistische sfeer met slobbertruien en de ander was van de pakken en het bedrijfsleven. Eén keer was ik in Utrecht op een gastcollege van Maarten van Rossem. Ik droeg toen een pak, zegt hij: "Moet je naar een begrafenis?" Zo was daar de sfeer. Eén van mijn leermeesters is Ernst Drukker. Hij heeft me op het spoor van Argyris gezet met diens boek Overcoming Organizational Defenses. Dat boek trok me er direct in. Wat was dat interessant! Ik had het bij Scheltema in Amsterdam gekocht, was op de tram gestapt, ging erin lezen en reed prompt te ver door. Zo boeiend was het. Ik ben daarna bij Holland Consulting Group gaan werken en in 2004 met mijn proefschrift begonnen.’

 

Ardon ging taaie verandersituaties onderzoeken. ‘Die ontstaan wanneer managers en medewerkers elkaar gedragsmatig in de houdgreep hebben. Ik geef een voorbeeld. Je hebt medewerkers die afwachtend zijn. Jij voelt je er verantwoordelijk voor en gaat ze oppeppen. Het resultaat is dat zij zien dat jij in actie komt en gaan wachten tot je dat gedrag weer vertoont. Vervolgens storm jij er opnieuw op af met nog meer energie. Zij worden nog reactiever en jij nog actiever. Zo houden jullie elkaars gedrag in stand. Dat zijn taaie situaties, cirkels waar je in terecht komt. Die zijn lastig te veranderen. Het helpt niet om als manager eenzijdig je gedrag te veranderen. Want wat blijkt: medewerkers snappen niet waarom je dat doet. Ze veranderen echt niet mee. Het enige wat je kunt doen, is openlijk bespreken wat er aan de hand is. Herken je dit? Hoe zit het in elkaar? Daarover in gesprek gaan. Je zult bovenal je eigen aandeel erin moeten herkennen en erkennen.’

 

Grote droomfiguur

Uit wat voor nest kom je als veranderaar? ‘Mijn vader was hoofd van een school en mijn moeder onderwijzeres. Mijn vader was een rustige en vertrouwenwekkende man. Hij was nooit boos behalve als rechtvaardigheid in het geding was. Dan werd hij strijdbaar. Hij is ook later vakbondswerk gaan doen. Mijn moeder, onderwijzeres, was vooral bezorgd of ik niet te druk met mijn werk was. Een typische vraag van haar was: "Hoor je de merels nog wel zingen?" Ze had ook een heel goed gevoel voor het kwetsbare. Als een kind werd gepest, kon ze de lessen stil leggen tot alles was verzoend en het weer goed ging. Ik kom uit een religieus nest met bidden voor en na het eten en de Bijbel lezen. Maar het was geen koud, calvinistisch gezin. Ik heb een warme jeugd gehad. Het was ook liberaal; mijn vader kwam ooit op voor een transseksuele dominee, waar toen veel ophef was ontstaan. Waarom niet, vond hij. Maar mijn grote droomfiguur was mijn opa aan moederskant. Ze zeiden dat ik op hem leek maar ik heb hem nooit gekend. Hij was marconist op de grote vaart en heeft in het verzet gezeten. Hij heeft daar het Kruis van Verdienste voor gekregen. Er is een foto van hem met Prins Bernhard, die heb ik uit de nalatenschap gekregen. Die man staat voor avontuur en vrijheid. Ik heb dat van hem. Ik heb mijn vrijheid nodig, lucht en ruimte. Ik moet ver weg kunnen kijken. Als je me in een project onder druk zet, werkt dat heel slecht. Ook als ik piano speel, wil ik vrij zijn en me niet aan de noten hoeven houden. Dat gevoel voor vrijheid had mijn opa ook.’

Maar is die vrijheidslievende jongen niet gewoon bang voor verantwoordelijkheid en wil hij zich nergens aan binden, zeurt een korzelig stemmetje in mijn hoofd. ‘Ik zoek graag spannende dingen op’, vervolgt Ardon. ‘Ik sta graag naast de manager om een crisis te sturen. Maar het is wel waar: ik ben niet de eindverantwoordelijke. Ik kan altijd weglopen. Dat is de ruimte die ik nodig heb. Drie projecten tegelijk doen. Dat zorgt ervoor dat ik er luchtig insta. Lucht hebben en houden. Dat is wat mijn opdrachtgevers kopen: lucht. Ik bedoel dat niet in de oppervlakkige zin. Als je lucht hebt, kun je afstand nemen en nieuwe mogelijkheden zien.’

 

Ruimte en lucht

Ardon schrijft meestal in zijn ‘varkensstal’. ‘Dan kan ik me losweken van het gezinsleven. Ik heb twee kinderen. Bram is tien en Ruth zeven. Maar ik schrijf ook af en toe op een andere plek, vooral als ik vastzit. Dat kan een versnelling geven. Mijn recente boek Doorbreek de cirkel! was een worsteling. Het is gebaseerd op mijn proefschrift. Maar het wilde niet. Toen gingen we naar Sicilië, naar de mooiste plek die ik ken. In twee middagen terwijl het gezin bij zwembad lag, schreef ik het boekje. Het vloog uit mijn vingers; toen zag ik hoe het moest. Daarna kon ik gaan fijnslijpen en dat duurde nog twee weken. Op Sicilië kreeg ik weer ruimte en lucht. Ik heb trouwens nog een goede truc geleerd van Jan Siebelink. Ik ging eens naar een bijeenkomst waarin hij optrad. Zijn boek Knielen op een bed violen was net verschenen. Hij vertelde toen dat je als je een dag aan het schrijven bent, je vooral moet stoppen als het lekker gaat. Want dan start je de volgende dag weer goed op. Je verheugt je op al het lekkers dat komen gaat. Die truc pas ik vaak toe.’

De titel van zijn laatste boek was lastig voor Ardon. ‘Ik heb een brainstorm via e-mail gedaan. Een webstorm, zo noem ik dat. Toen heb ik mensen om ideeën gevraagd. Daar kwam een hele lijst met suggesties uit. En in samenspraak met de uitgever besloot ik tot Doorbreek de cirkel! Een hoofdtitel moet hoop geven, aansluiten met wat mensen bezighoudt en niet al te ingewikkeld zijn. Maar hij mag voor mij ook niet te populair zijn. Want ik wil een serieuze vertrouwensfiguur blijven voor bestuurders. Als ik te grappig ben, gaat dat mijn profiel weer schaden.

 

Patronen

Ardon komt op me over als een man, die zowel mee wil doen als erbuiten wil staan. Hij is aan de ene kant wetenschapper, aan de andere kant man van de praktijk. Hij haalt bestuurders uit het moeras en wil dan weer zijns weegs gaan. Wat is de essentie van deze man? Al een tijdje cirkelt die vraag in mijn hoofd. Opeens valt me iets in. ‘Kijk je graag?’, vraag ik. Hij legt gedecideerd zijn hand op tafel en knikt ferm. ‘Zeker, dat doe ik. Ik ben een kijker. Dat doe ik graag zowel in mijn werk als daarbuiten. Ik zie patronen, vind die leuk en spannend. Ik hou ervan een team te zien vergaderen over spannende dingen, om te puzzelen en je bevindingen bespreekbaar te maken. Ik kijk ook graag in cafés of wegrestaurants. Dan zie ik hele verhalen tot ontwikkeling komen. Een tijdje terug zat ik in een wegrestaurant. Mijn afspraak was vertraagd. Ik kon toen twee uur kijken: twee uur! Al die besprekingen observeren. Er zat een groepje van drie mannen. Eén had het hoogste woord, een ander knikte de hele tijd en deed geïnteresseerd en de derde man zat voortdurend om zich heen te kijken. Bij het weggaan zei de eerste persoon: "Dat was een leuk gesprek". De tweede knikte en de derde keek om zich heen. Ik vond dat patroon fascinerend: hoe bestaat het! Dat is wat ik in teams doe: kijken wat er gebeurt.’

‘Ik leef in spannende tijden.’ Arend Ardon lacht me toe. Hij heeft voorpret om wat er komen gaat. ‘De vraag waar ik voor sta is…’ De performer wacht. Hij kent het wapen van de stilte. ‘…Wil ik twitteren of niet? Aan de ene kant wil ik reuring veroorzaken, aan de andere kant de onzichtbare adviseur van bestuurders blijven. Mijn vraag is: hoe moet ik me profileren? Ik wil allebei: én een publiek figuur zijn én een anonieme vertrouwensman. Ik ben er ijdel genoeg voor. Toch ben ik voorzichtig met mijn reputatie als vertrouwensfiguur. Want dat is mijn basis. De spannende vraag is: hoever durf ik te gaan? Want stoffig en saai wil ik ook niet zijn.’

Over Joep Schrijvers

Joep Schrijvers doet onderzoek naar westerse advies- en lesboeken voor vorsten, bestuurders en managers van Homerus tot Covey. Hij is schrijver van succesvolle, kritische boeken en artikelen over management, mens en maatschappij.

Populaire producten

    Personen

      Trefwoorden