Op werkdagen voor 23:00 besteld, morgen in huis Gratis verzending vanaf €20

Interview

Tien jaar Managementboekengala

Teleurstelling en blijdschap over het al dan niet halen van de longlist en shortlist. Een boekenbal dat geen bal mag heten. De jaarlijkse discussie over de winnaar. Jury’s die ter discussie staan. Een prijs waar ‘als ware het Gouden Kalveren’ in de zaal mee wordt gedold: ‘Wil dan niemand dit beeldje?’. Als er zoveel reuring is rond een prijs, dan moet die wel serieus genomen worden. En dat wordt hij dan ook! ‘De impact is groot.’

Ronald Buitenhuis | 27 maart 2013 | 12-16 minuten leestijd

Hoe word ik een rat? van Joep Schrijvers mocht zich in 2003 als eerste tooien met de titel Managementboek van het Jaar. In dat jaar werd die titel nog niet toegekend door een jury, maar bereikt door een stemming via internet. Schrijvers ontkent conform de titel van zijn boek ‘rattig’ aan de prijs te zijn gekomen. Dus geen internet hack of een wat meer indirecte beïnvloeding van de initiators van de prijs . ‘In mijn boek schrijf ik: zwijg over rattigheid! Ha ha.’ Of het eerlijk is gegaan, zullen we dus nooit weten. Maar los daarvan en los van het feit dat hij nog altijd met plezier naar het beeldje dat bij de prijs hoort kijkt, graag op het gala komt (‘spreek ik als intellectuele monnik ook nog eens iemand’), heeft de prijs Schrijvers wel wat gebracht. ‘Voordat Hoe word ik een rat? verscheen, was ik al bekend, dus ik weet niet of de prijs me heel veel extra werk heeft opgeleverd. Wat wel geldt, is dat je naamsbekendheid opbouwt door een bijzonder hoogleraarschap te krijgen, je tot goeroe te ontwikkelen, of door een populair managementboek te schrijven. Dat laatste is dus wel gelukt en de prijs is toch als olie op het vuur: het gaat harder branden.’

Managers willen in hapklare brokken gevoed worden en Schrijvers snapt dat populaire managementtitels soms licht van toon zijn (zoals zijn eigen bekroonde boek) maar toch inhoud kunnen hebben. ‘Ik vind het goed dat echte wetenschappers als Jaap Boonstra, Rob van Es en Matthieu Weggeman bereid zijn populair wetenschappelijk te werken en niet louter academisch. Maar dan wel even meer afleveren dan een Winnie the Poeh-reeks voor managers.’ Over pakweg vier jaar zien we Joep Schrijvers misschien weer terug op de shortlist: Schrijvers is bezig met een onderzoek naar 2800 jaar leiderschap- en managementideeën in de westerse cultuur.

Geen prooi

Jeroen Smit won in 2005 met Het drama Ahold de prijs voor het Managementboek van het Jaar. Alle ogen waren vier jaar later opnieuw op hem gericht. De prooi moest zijn tweede prooi worden. Het succes was het boek en de auteur al vooruitgesneld. De jury koos anders. Terugkijkend zegt Smit dat de prijs voor Het drama Ahold hem indertijd geholpen heeft om een trotse zzp’er te kunnen worden. Smit: ‘De erkenning was mooi, de erkenning dat een goed managementboek niet altijd zo’n slim of rationeel door een consultant opgetikt abstract open-deurenverhaal hoeft te zijn. De erkenning dat managers juist veel kunnen leren van journalistieke reconstructies van kwesties waar falende managers vooral ook mens blijken te zijn. Ik heb die discussie van wat nou een echt managementboek is en wat niet dan ook nooit begrepen. Een echt managementboek is een boek waar managers iets van kunnen leren. Wat mij betreft is Kaas (van Willem Elsschot) een van de allerbeste managementboeken ooit geschreven.’

Niet De prooi maar Veranderdiagnose van Rob van Es ging in 2009 met de prijs aan de haal. Net als het concurrerende boek van Jeroen Smit een vreemde eend in de bijt: een boek over management vanuit de optiek van kunst. En dan navenant mooi en dus duur uitgegeven. Kluwer heeft dan ook lang getwijfeld of ze het boek sowieso wel wilden uitgeven. De uiteindelijke keuze heeft de uitgeverij geen windeieren gelegd. Van Es schat in dat door de prijs zeker een paar duizend extra boeken van Veranderdiagnose over de toonbank zijn gegaan. Persoonlijk leverde het hem veel extra lezingen en presentaties op. Van Es: ‘Reken maar op een hoop uitnodigingen, zei Harry Starren tijdens de prijsuitreiking, en dat klopte! Dat boek en de prijs hebben leveren tot op de dag van vandaag veel contacten op.’ En ja, ook hij was verrast dat Veranderdiagnose de prijs kreeg en niet de gedoodverfde winnaar De prooi. Net als de zaal dat was. ‘Ik heb nooit echt de pretentie gehad om een managementboek te schrijven, al kun je het wel als zodanig gebruiken natuurlijk.’ En nee, Van Es was ook weer niet verrast dat hij het beeldje in ontvangst mocht nemen en niet Jeroen Smit. ‘Eigenlijk voerde Smit met De prooi voor de tweede keer hetzelfde kunstje op.’ Het ‘laureaat’ heeft Veranderdiagnose tot een fast seller gemaakt meent Van Es. ‘Dat zie je aan mijn vervolgboek Professionele ethiek. Dat is een slow seller. De fans van Veranderdiagnose nemen het af.’

Hij sluit niet uit dat Veranderdiagnose iets bij Kluwer heeft bewerkstelligd. ‘Ik weet dat Freek Talsma veel moeite heeft gedaan om de banner van het boek op het gala mee te nemen. Het hangt nu in Deventer in het trappenhuis. Ik zie ook steeds meer mooie boeken bij Kluwer verschijnen. Op de laatste shortlist van de Ooa stonden er drie van Kluwer. Veranderdiagnose is ook op eigen uitgeefrisico in het Engels vertaald. Ik denk dat de prijs het enthousiasme bij Kluwer voor het segment mooie managementboeken wel heeft vergroot.’

Besprongen

Een van de andere misschien wel verrassende winnaars is Inkoop. Een nieuw paradigma van Gerco Rietveld. Verrassend omdat het een echt die-hard managementboek is en dan ook nog eens over een ‘aparte’ dicipline. Waar heel wat boeken ‘dragelijke’ lichtheid kan worden verweten, is Inkoop. Een nieuw paradigma een boek voor de hardcore (inkoop)manager. De inkoopwereld kende Rieveld al wel, maar voor het brede publiek was hij toch een onbekende. Misschien is Rietveld van alle winnaars daarom ook wel het meest uitgesproken als hem wordt gevraagd wat de impact van de prijs is geweest. ‘Ik ben destijds besprongen en eigenlijk is dat nog steeds zo. Ik geef boekpresentaties, lezingen en eigenlijk is de prijs de directe aanleiding geweest om voor mezelf te beginnen. Nu drie jaar later merk ik nog steeds de effecten. Uit inkoophoek uiteraard, maar ook breder. De titel Managementboek van het Jaar heeft vooral voor verbreding van contacten gezorgd.’ De spin-off is voor Rietveld nog belangrijker geweest dan de directe verkoop. Rietveld: ‘Er is nu een derde druk en er zijn zo’n 4500 exemplaren verkocht. Daar had ik wel iets meer van verwacht. Maar overall kan ik drie jaar na dato goed bestaan van het boek.’ Dat de prijs ertoe doet, merkt Gerco Rietveld ook in zijn relatie naar de uitgever. ‘Sdu is lang doorgegaan met een advertentiecampagne in de vakbladen. Samen met de uitgever zijn we ook een masterclass gestart en de uitgever heeft plannen om Inkoop in het Engels uit te geven. Dat is niet allemaal toe te schrijven aan de prijs, maar het heeft zeker geholpen. De prijs heeft mijn boek onmiskenbaar een boost gegeven.’

Paradiso

Een van de latere winnaars, Menno Lanting met zijn nu al klassieke Connect!, is inmiddels een veelgevraagd spreker. Maar of dat direct naar de prijs is ter herleiden, vraagt de auteur zich hardop af. ‘Het is vaak niet te traceren hoe mensen bij je terechtkomen. Rond alle boeken die ik schrijf is er veel media-aandacht. Het aantal lezingen was in het jaar van Connect! wel iets hoger, ongeveer twintig procent. Voor mij is zo’n verkiezing een onderdeel van het contact dat ik, via social media, al heel intensief met lezers, pers en bedrijven onderhoud. Ik kan me voorstellen dat het bij iemand die dat minder doet veel meer een meetbaar hoogtepunt is. In de maanden direct na de verkiezing had ik soms drie presentaties op een dag. Dat is denk ik wel naar de prijs te herleiden.’ De verkiezing zal in het algemeen zeker bijdragen aan naamsbekendheid, zegt Lanting, maar hij tekent daar direct bij aan ‘dat je dat wel iedere dag bij elk optreden moet waarmaken’. Te meer, zo zegt hij, omdat mensen na het toekennen van zo’n prijs hoge verwachtingen hebben. ‘Het is een juryprijs, dus een smalle steekproef, die ook weer interessant is omdat mensen uit het vak zich er serieus over hebben gebogen.’

Lanting is de enige die kan zeggen dat hij met de prijs in Paradiso is terechtgekomen. ‘De afterparty met vrienden na de uitverkiezing was legendarisch. We belandden met trofee en al op een bedrijfsfeestje van Tommy Hillfinger in de nationale poptempel…’

De uitgever

Freek Talsma ziet de bekroning van ‘zijn’ Veranderdiagnose tot Managementboek van het Jaar vooral als een bevestiging van de lijn die bij Kluwer al langer was ingezet. ‘Veranderdiagnose is een voorbeeld van een mooi staaltje ambachtelijk vakmanschap. Voor de uitgever, het team erachter, en de auteur is zo’n erkenning een mooie stimulans. Intern helpt het zeker om het segment ‘management’ op de kaart te zetten. Neem iets als de Buchmesse in Frankfurt, daar kun je toch met trots zo’n boek als Veranderdiagnose tonen. Dit maken we als uitgever. Klanten waren onder de indruk van het boek en de imponerende verkoopcijfers in Nederland.’ Waar een boek als Veranderdiagnose het met 2000 verkochte exemplaren al gewoon goed doet, zijn er inmiddels bijna 10.000 exemplaren van verkocht, met een piek van 5600 in het jaar dat Veranderdiagnose Managementboek van het Jaar werd. Talsma: ‘Dat is absoluut voor een deel het effect van de prijs geweest.’ Prijzen zoals het Managementboek van het Jaar, maar ook de Ooa boekenprijs houden uitgevers wel degelijk bezig. Desgevraagd schudt Talsma zo uit zijn mouw dat dit jaar tien van de 64 boeken op de longlist van Kluwer afkomstig zijn.

Het jurylid

In de periodes dat ‘oudgediende’ Rudy Kor in de jury van het Managementboek van het Jaar zat, heeft hij twee keer meegemaakt dat de jury met verhitte gezichten uiteenging. De voorliefde van een jurylid voor één boek kon niet de genade van de andere juryleden vinden. Volgens Kor laat dit zien hoe serieus de jury met de genomineerde boeken omgaat. ‘Mensen hebben soms twee jaar van hun leven aan een boek gewerkt, dan moet je daar ook niet lichtzinnig mee omgaan.’ Dat verklaart ook dat het ‘juryleven’ weinig anekdotes oplevert. Kor: ‘Eigenlijk is het gewoon veel lezen, hard werken en veel discussiëren.’

De eerste schifting van 250 naar circa 60 boeken is niet zo lastig. Maar van 60 terug naar zes, de shortlist, is al een behoorlijke klus. Kor: ‘Meer dan de helft van de boeken is toch wel de moeite waard.’ De echte hobbel is het aanwijzen van de winnaar. Alle boeken op de shortlist liggen dicht bij elkaar. Het zijn feitelijk allemaal potentiële winnaars. Kor: ‘Het is vaak een caleidoscopisch aanbod. Appels en peren. De winnaar staat nooit vast en komt ook niet vanzelf bovendrijven. Het is een besluit na een avond van intensief discussiëren. Maar uiteindelijk wel een unanieme keuze.’

Waar vroeger houdbaarheid een belangrijk criterium was, merkt Kor dat boeken zoals hij dat noemt ‘tijdiger’ worden. ‘Neem een boek als En nu laat ik mijn baard staan (van Leen Zevenbergen). Dat zou nu niet winnen, dat tijdperk hebben we gehad. En iets als Coachen met paarden, daar zijn we ook wel klaar mee. Maar het nieuwe werken is bijvoorbeeld nog wel altijd actueel. Voor de rest ben je heel erg afhankelijk van het aanbod. Dit jaar zat er bijvoorbeeld niet een heel goed boek over leiderschap bij.’ Zijn er nog andere trends zichtbaar. ‘Ik heb het idee dat uitgevers meer dan in het verleden liefde voor het boek koesteren. Ik heb stellig het idee dat de lezer weer meer in het vizier is. Vroeger was het nogal eens de zendingsdrang van de auteur die bepaalde, tegenwoordig nemen uitgevers ook nadrukkelijk de lezers in ogenschouw. What’s in it for the reader!’

De organisator

Kees Visser, directeur van Managementboek, is (samen met kompaan Philip van Coevorden) eigenaar van de prijs. Als geen ander kan hij de impact ervan duiden. ‘De dag nadat Leen Zevenbergen won met En nu laat ik mijn baard staan, werden er duizend exemplaren besteld. Leidinggeven aan professionals? Niet doen!, het winnende boek van Mathieu Weggeman, volgde hetzelfde pad. Door de prijs zijn er denk ik zeker 3000 exemplaren extra verkocht.’ Maar het verkoopsucces hangt wel sterk van het boek af, weet Visser. ‘Van de biografie van Philips van Marcel Metze, Ze zullen weten wie ze voor zich hebben. Anton Philips 1874-1951, werden er direct na de uitverkiezing niet meer dan honderd besteld. De impact van de shortlist is misschien wel groter. Je ziet nogal wat boekhandels meer inkopen van de zes genomineerde boeken. De longlist is daar weer te uitgebreid voor. Auteurs sturen wel weer op die longlist. Ik heb toch wel teleurstelling bij schrijvers gemerkt als ze daar niet opstaan. Je ziet dat auteurs soms schrijven met in het achterhoofd: misschien kan het wel het Managementboek van het Jaar worden.’ Volgens Visser geldt in het algemeen dat de prijs goed is voor de naam en faam van de auteur. ‘Ik denk dat een bekroond boek als Gedeeld leiderschap (van Jelle Dijkstra enPaul-Peter Feld – red.) aan status heeft gewonnen.’

Het mooiste, zij het heimelijke, compliment dat Visser ooit kreeg, was toen de al eerder gememoreerde Rob van Es de prijs won met Veranderdiagnose. ‘Toen het gejuich in de zaal verstomd was, hoorde ik nog net iemand van de afdeling sales van Kluwer tegen haar collega die in het Midden Oosten was, zeggen: We hebben hem! Dat geeft toch wel duidelijk aan welk belang ook uitgevers hechten aan de prijs. Ik denk echt dat de uitgever (Kluwer in dit geval – red.) door het winnen meer mandaat heeft gekregen om mooie boeken te maken. Het was misschien ook wel verrassend omdat het De prooi versloeg. Op de vraag of Smit niet een tweede keer had moeten winnen, zegt Visser met gevoel voor understatement: ‘Misschien was De prooi wel te groot om Managementboek van het Jaar te worden.’

Tien jaar Managementboek van het Jaar, tien jaar louter hoogtepunten? ‘Nee. De manier hoe Marcel Metze omging met de nominatie, is voor mij een dieptepunt. Direct nadat wij hem op de hoogte brachten van zijn nominatie reageerde hij positief. Maar vanaf twee weken voordat het gala plaatsvond, begonnen de terugtrekkende bewegingen. Hij wist niet zeker of hij kon komen, vroeg zich af hoe het met vervoer moest, hij hintte dat als we zouden zeggen of hij gewonnen had, dit zijn beslissing om te komen zou beïnvloeden, enzovoort. Enfin, het eind van het liedje was dat zijn boek won, maar Metze niet aanwezig was. Ook de uitgever was er niet, met als gevolg dat uiteindelijk iemand het bronzen beeldje in de lucht hield en riep ‘Wil dan niemand dat beeldje?’ Toen wij de dag erop Metze feliciteerden met zijn overwinning,  gaf hij aan dat hij zou zijn gekomen als hij had geweten dat hij zou winnen. Ik vond het niet erg sympathiek om wel te willen komen om het applaus op te halen, maar niet bereid te zijn de prestatie van anderen te lauweren door aanwezig te zijn.’

Over Ronald Buitenhuis

Ronald Buitenhuis is freelance journalist.

Populaire producten

    Personen

      Trefwoorden