Het Groot Interventieboek is bijna een koffietafelboek, en dat in de goede betekenis van het woord. Veel kleuren, speels opgemaakte pagina's. En dat in een wereld waar de veel uitgevers voor hun boeken de voorkeurskleur zwart gebruiken. Al bladerend was mijn derde reactie: ‘wat zijn er veel interventies, en wat ken ik er weinig.' Het Groot Interventieboek bevat er namelijk 99! Oh ja, voor de lezer die niet vertrouwd is met het begrip ‘interventie', de auteurs definiëren een interventie als ‘Bewuste handelingen van één of meerdere adviseurs met als doel ‘beweging' teweeg te brengen bij een individu, een groep of organisatie.' En daarbij wordt gebruik gemaakt van onder meer instrumenten, modellen, tools, methodieken of werkvormen.
Verbreden repertoire
De samenstellers van het boek willen de lezer laten nadenken over zijn eigen ‘interventierepertoire'. Ze willen hem bewust maken van zijn eigen voorkeuren, hem nieuwsgierig maken naar andere mogelijkheden en hem ‘uitdagen om buiten de eigen comfortzone te treden.' Zo vindt de lezer enerzijds verschillende resultaatgerichte, projectmatige en analytische interventies. Deze zijn vooral gericht op de ‘bovenstroom' van organisaties. Anderzijds staan in het boek verschillende ‘mensgerichte' of ‘persoonlijke' interventies. Deze richten zich op de ‘onderstroom' van organisaties.
Typeringen van de interventies
Het boek heeft een gedetailleerde inhoudsopgave, maar kent nog andere ordeningen. Zo staan achter in het boek twee registers. Het eerste register helpt de lezer die weet naar welke interventie hij op zoek is, daar staan de interventies zoals Ademhalingsoefeningen, After Action Review, Olifantenpaadjes en Opstellingen tot het X-Y spel. Je kunt een interventie ook zoeken via het tweede register. Dat is geordend volgens onderstroom en bovenstroom en dan weer onderverdeeld naar de moeilijkheidsgraad. De moeilijkheid van de interventies gaat van gering, matig, gemiddeld, hoog naar zeer hoog. Zo rekenen de samenstellers interventies als Causaal diagram, Contemplatieve dialoog en Socratische dialoog tot de onderstroom met de moeilijkheidsgraad zeer hoog. Daarentegen rekenen ze interventies Brainstormen en Lunchpresentaties tot de bovenstroom en moeilijkheidsgraad gering.
Ook online
Elke interventie wordt - naast de focus op onderstroom bovenstroom en moeilijkheidsgraad - ook getypeerd op de online toepasbaarheid van de interventie, het niveau waarop je intervenieert, en het werkingsprincipe. Dit alles klinkt ingewikkelder dan het lijkt. Na enige oefening snapt de lezer de symbolen die staan onder elke interventie. Hierbij maken de auteurs onder meer gebruik van de kleurentheorie van de Caluwé en Vermaak. Het helpt als de lezer enigszins vertrouwd is met deze ‘veranderkundige metatheorie'.
Acht thema's
In het boek staan acht thema's centraal, die elk behandeld worden in een apart hoofdstuk. Elk hoofdstuk wordt vooraf gegaan door een korte theoretische plaatsbepaling. De acht zijn:
1 (H)erkennen - een handvat om pragmatisch te interveniëren,
2 Doorgronden - inzicht in de context, de opgave en/of het vraagstuk,
3 Leren - bevorderen, realiseren en bestendigen van een leerproces,
4 Overeenstemmen - bij elkaar brengen van belangen en realiseren van besluitvorming,
5 Samenwerken - starten of versterken van de samenwerking,
6 (Ver)richten - verhogen van planmatigheid, doeltreffendheid en efficiëntie,
7 Inspireren - stimuleren van beweging, energie en/of creativiteit,
8 Improviseren - de adviseur als belangrijkste interventie instrument.
Vooral voor adviseurs
Volgens de samenstellers van het boek is hun boek ‘hét boek voor adviseurs, managers en projectleiders die regelmatig interventies toepassen in hun opdrachten'. Ik moet ze maar op hun woord vertrouwen dat het boek voor deze verschillende lezersgroepen even relevant is. Trainers in groepsdynamiek en organisatieadviseurs zijn door hun opleiding en ervaring in bedreven in het toepassen van interventies. De teksten zijn niet geheel vrij van het adviseursjargon. Voor trainers en adviseurs zal dat geen grote hindernis zijn, ze zijn immers vertrouwd met het jargon dat eigen is aan hun vak. De interventies vragen, ook bij de interventies met een lage moeilijkheidsgraad, toch wel enige didactisch en groepsdynamisch inzicht. Ik zie de doorsnee projectleider en manager dan ook niet zo snel de voorgestelde interventies toepassen. Voor hen is het boek wel een mooie staalkaart van wat mogelijk is en waar ze hulp bij kunnen vragen. In verschillende teksten valt op dat de auteurs zich vooral richten op adviseurs, zoals bijvoorbeeld als in de introductie van het boek: ‘In de praktijk van het advieswerk is het inhoudelijk doel niet altijd het startpunt bij de zoektocht naar een passende interventie.' En iets verderop in het boek zegen ze: ‘Als adviseur is het belangrijk scherp te hebben vanuit welke rol je een interventie inzet'. De auteurs onderkennen de rollen van begeleider, regisseur, coach en expert. Het lijkt me voor (project)managers niet zo'n relevante onderverdeling.
Degelijk en goed geordend
Voor de lezer die vragen heeft over een interventie, bieden de samenstellers een originele service aan. Bij elke interventie staat namelijk een QR-code waar je mee in contact kan komen met ‘een van onze adviseurs'. Dat wil zeggen je krijgt een kort cv van een medewerker te lezen die ervaring heeft met de genoemde interventie. Er staat bij veel interventies een profiel van een adviseur. Niet één van de vele adviseurs die ons land rijk is, maar van een adviseur van het bureau dat het boek uitgaf. Er staan een aantal praktijkvoorbeelden in het boek van toegepaste interventies. En ook hier putten de auteurs uit de ervaringen van de adviseurs van TwyntraGudde. Het is eigenlijk een gemiste kans voor de ontwikkeling van het vak dat in het boek geen adviseurs aan het woord komen die werken bij een ander adviesbureau. Daarmee krijgt een waardevol boek een geur van (inhoudelijke) brochure.
Resumerend
Naast deze kanttekeningen blijft staan dat de auteurs erin geslaagd zijn om een degelijk en origineel boek samen te stellen. Het is indrukwekkend in de veelheid van interventies, in de praktische toelichting met tips voor degene die de interventie gaat toepassen, in de systematische aanpak, in de verantwoording van bronnen waar de interventies uit komen of door geïnspireerd zijn en in de overzichtelijke rubricering van de interventies. Het Groot Interventieboek is een boek dat in ieder geval thuis hoort op de werktafel van de organisatieadviseur, coach en groepstrainer.
Over Rudy Kor
Rudy Kor is zelfstandig organisatieadviseur en auteur van diverse managementboeken. Tot voor kort werkte hij (als senior partner) bij Twynstra Gudde. Hij startte zijn werkzame leven bij Philips in Eindhoven. Als adviseur helpt hij (project)managers bij het effectiever inrichten van hun projecten. Als veellezer wordt hij gedreven door nieuwsgierigheid en schrijft regelmatig boekrecensies.