De eerste feministische beweging van rond 1900 was een juridische strijd: vrouwen wilden kiesrecht, het recht om in juridische zaken zelfstandig op te treden, recht op scholing. De tweede feministische golf van midden 20ste eeuw was een sociale strijd: vrouwen wilden dezelfde arbeidsvoorwaarden en beloning als mannen. Al die verworvenheden vinden wij inmiddels vanzelfsprekend. Susan Pinker vroeg zich af hoe het na ruim honderd jaar feminisme mogelijk is, dat vrouwen nog steeds ondervertegenwoordigd zijn in de top van het bedrijfsleven. Ze kijkt om zich heen en ziet vele zeer succesvolle carrièrevrouwen vlak voor de top afhaken. Terwijl er in diezelfde top mannen zitten, die ze als psycholoog in haar praktijk ziet langskomen met leerproblemen, ADHD, dyslexie en autisme.
In 'De sekseparadox' richt zij zich op beide fenomenen. Zoals zij zelf zegt: 'Wat vrouwen willen en waarom ze het willen, maakt de helft van het onderwerp van dit boek uit. De andere helft gaat over mannen en over de vraag of het zinnig is om mannen als basismodel te beschouwen in verband met vrouwen en werk.' Haar antwoord vond ze in de resultaten van de vele hersenonderzoeken die in de laatste twee decennia mogelijk werden door de uitvinding van de MRI. Gemiddeld blijken mannenhersenen anders te functioneren dan vrouwenhersenen. Maar het argument dat 'vrouwen nu eenmaal beter geschikt zijn voor het zorgen voor man en kinderen' is in het verleden al te vaak misbruikt om vrouwen terug te verwijzen naar het aanrecht. Dus een boodschap die gebaseerd is op biologische verschillen, moet zeer omzichtig en goed onderbouwd gebracht worden. En dat doet Pinker. 'De Sekseparadox' is een verslag van talloze onderzoeken, inclusief notenapparaat, bibliografie en index. De theorie en onderzoeksresultaten zijn verweven met voorbeelden uit haar eigen praktijk, vlot en leesbaar geschreven. Vanuit verschillende invalshoeken benadert ze haar onderwerp. Zo kijkt ze naar de leerproblemen van jongens en de gevolgen daarvan voor hun carrière. Ze verdiept zich in de zeer succesvolle vrouwen, die hun inkomen decimeren om meer tijd te kunnen hebben voor hun gezin. Er is een hoofdstuk gewijd aan empathie en aan het tegenovergestelde verschijnsel, het Asperger syndroom. Het verschil in competitie tussen mannen en vrouwen komt aan de orde, evenals het verschil in het toeschrijven van succes aan zichzelf of het toeval. Het nadeel van deze brede aanpak is dat niet altijd duidelijk is waar ze met haar betoog heen wil. Pas in het laatste hoofdstuk komt haar kernvraag aan de orde: 'hoe redelijk is het om te verwachten dat een vrouw net als een man zal zijn, met alles wat we vanuit de psychologie, neurowetenschap en economie [...] weten van menselijke keuzes en menselijk gedrag?' Ze concludeert dat vrouwen geen homogene groep vormen, die je langs een 'mannelijke' meetlat kunt leggen. En het mannelijke ideaal van fulltime werken met zoveel mogelijk geld en status, moet maar eens plaats maken voor meerdere opties. Pinker neemt de Canadees/Amerikaanse maatschappij als uitgangspunt, dus haar betoog is niet volledig overzetbaar naar de Nederlandse situatie. Maar de aanbevelingen die zij in haar laatste hoofdstuk doet, zien wij hier al voor een groot deel gerealiseerd. Dus laat de beleidsmakers dit boek maar eens lezen, misschien komen ze dan tot de conclusie dat de Nederlandse vrouwen niet achterblijven bij de ontwikkelingen, maar dat ze voorop lopen.
Over Anne-Mieke Vermeer
Anne-Mieke Vermeer geeft advies en ondersteuning op het gebied van marketing, communicatie en tekst. Zij studeerde kunstgeschiedenis, marketing en filosofie en was ruim 10 jaar werkzaam in diverse (direct)marketing functies.