Volgens de auteurs blijkt uit onderzoek dat adequate aansturing vanuit de lijnorganisatie een belangrijke rol speelt in het welslagen van een project. Anders gezegd: de lijnmanager die ook als opdrachtgever van projecten fungeert, moet zijn rol op de juiste manier spelen en dat is geen sinecure. Want lijnmanager en opdrachtgever van projecten zijn, vergt een haast acrobatische lenigheid. In de ene rol heb je te maken met het bewaken van continuïteit en organisatorische gevoeligheden, in de andere met verandering en expliciete verwachtingen. Ik kan me voorstellen dat een projectmanager die nog niet al te zeer door de wol geverfd is, graag wil leren hoe hij in dat spanningsveld effectief kan opereren. En dat belooft dit boek: ‘praktische handvatten om die rol, twee werelden bij elkaar brengen en je doelen behalen, goed te kunnen spelen’.
Je zou dan een uiteenzetting kunnen verwachten over spagaat-standen en dilemma’s met het verantwoord inzetten van schaarse middelen als doel. Over hoe je belangenconflicten kunt omzetten in win-winsituaties en mensen voldoende duidelijkheid geeft om te kunnen werken in de complexe wereld van projecten én ‘day-to-day-business’. Maar dat is niet het geval. Effectief sturing geven aan projecten is gewoon het zoveelste boek over projectmanagement. Geschreven vanuit een opdrachtgeversperspectief, dat wel, maar over spagaten en dilemma’s lees je niets. Het organisatorisch perspectief is weliswaar niet helemaal afwezig, maar wat die handvatten betreft, moet de lezer het toch vooral doen met open deuren als: ‘Projectborging: vertrouwen is goed, maar controle is beter’ en ‘Communicatie: niet over praten maar doen’. En dat is jammer, want de insteek die de auteurs hebben gekozen, had volgens mij wel degelijk een aantrekkelijk geheel kunnen opleveren.
De opbouw van het boek is ronduit verwarrend. Onder het kopje ‘Hoe je dit boek kunt lezen’ staat een schema dat duidelijk moet maken hoe de relatie tussen de verschillende hoofdstukken is. De hoofdstukken 1 tot en met 5, 10, 12 en 18 beschrijven samen waarmee je rekening moet houden voordat je de opdracht geeft. Ik ben dus maar met het eerste hoofdstuk begonnen. Aan het eind daarvan vind je een leestip: lees ook hoofdstuk 2, 4, 10, 12, 18 en 19. Ik dus naar hoofdstuk 2, met het idee vervolgens hoofdstuk 4 te lezen enzovoorts. Maar aan het eind van het tweede hoofdstuk volgt een nieuwe tip: lees ook 1, 5 18, 21, 22 en 25. Toen raakte ik het spoor bijster. Natuurlijk, zullen de auteurs tegenwerpen, je kunt die hoofdstukken immers los van elkaar lezen; dat hebben we toch in de inleiding geschreven! Dat is waar, maar volgens mij bedoelen ze te zeggen dat deze hoofdstukken los van elkaar lezen moéten worden. Anders kan ik dat grillige patroon van leestips niet verklaren.
Hoe het ook zij, ‘Effectief sturing geven aan projecten’ is een gemiste kans. Ik heb er in mijn boekenkast dan ook geen plaats voor ingeruimd.
Over Bert Peene
Bert Peene werkte jarenlang als kerndocent bij IMAGO Groep, Via Vinci Academy en C-Lion, opleiders voor het onderwijs. Daarnaast voerde hij als zelfstandige opdrachten op het gebied van organisatieontwikkeling uit in profit en non-proft. Tegenwoordig werkt hij als free lance docent en schrijft hij voor diverse bladen over managementliteratuur.