Hannah Arendt werd in 1906 in Duitsland geboren als enig kind van joodse ouders. Zij studeerde filosofie bij Heidegger, Husserl en Jaspers. Martin Heidegger had een grote invloed op haar denken en ze hadden zelfs een korte tijd een verhouding. De vriendschap bekoelde toen Heidegger zich welwillend opstelde tegenover de nazi's terwijl Arendt in 1933 moest uitwijken naar Parijs en in 1941 naar Amerika. Zij was verbonden aan verschillende Amerikaanse universiteiten en doceerde tot aan haar dood in 1975. In haar filosofisch werk speelt politiek altijd een grote rol. Omdat Arendt wilde begrijpen hoe de gruwelen van de vernietigingskampen in de Tweede Wereldoorlog konden gebeuren, verdiepte zij zich in het totalitarisme en verzamelde de resultaten in haar eerste boek 'The Origins of Totalitarianism'. Zij schreef vele politieke essays en artikelen, maar bij het grote publiek is zij bekend geworden door haar verslag van het Eichmann-proces in Jeruzalem in 1961. Zij joeg vriend en vijand tegen zich in het harnas door in de nazi-leider Adolf Eichmann geen duivelse misdadiger te willen zien, maar een gehoorzame bureaucraat, en het kwaad als banale gedachteloosheid. De laatste vijftien jaar is er een toenemende waardering voor Arendts werk en ze wordt inmiddels gezien als een van de belangrijkste filosofen van de twintigste eeuw. Vandaar ook dat haar boek 'The Human Condition' uit 1958, dat beschouwd wordt als haar hoofdwerk, nu in een herziene Nederlandse uitgave is verschenen onder de titel 'De menselijke conditie'. De kern van het boek bestaat uit de drie hoofdstukken waarin de auteur de menselijke activiteiten omschrijft: arbeiden, werken en handelen. Arbeiden bestaat uit alles wat wij doen om in leven te blijven. Arendt beschrijft het als de biologische noodzakelijkheid van productie en consumptie. De 'animal laborans' (het werkende dier) verricht de arbeid dwangmatig en in herhaling. Werken staat al op een iets hoger plan. Het heeft een duidelijk begin en eind, levert een blijvend resultaat en verandert onze natuurlijke omgeving zodat wij er kunnen leven. De 'homo faber' (ambachtsman) heeft een vrije keuze om wel of niet te werken. Handelen waardeert Arendt als de hoogste activiteit, daarin onthult de mens zijn unieke persoonlijke zelf. Handelen kenmerkt zich door initiatief nemen, iets aan de gang brengen en is niet denkbaar zonder het spreken. Handelen is niet iets dat door de natuur aan de mens opgelegd is (arbeid) of wat in eenzaamheid volbracht wordt (werk). Het vindt plaats in de publieke ruimte die mensen met elkaar vormen. Handelen wordt gekenmerkt door volledige vrijheid. Deze drie kernhoofdstukken gaan vooraf door een hoofdstuk waarin de filosoof pleit voor de vita activa (het actieve leven), dat zij verkiest boven de meer afstandelijke en beschouwelijke vorm die de huidige politieke filosofie heeft. En door een hoofdstuk waarin zij het onderscheid uitwerkt tussen het publieke en private domein. In het zesde en laatste hoofdstuk bespreekt zij de vita activa in de moderne tijd. Arendt schrijft in een redelijk leesbare stijl, zonder al teveel jargon. Zoals zij in haar inleiding zegt: 'Wat ik betoog, is derhalve heel eenvoudig: het pretendeert niet meer te zijn dan nadenken over wat wij doen.' En ze neemt de lezer in zoverre serieus dat ze die als haar gelijke behandelt, dus enige achtergrond is prettig om haar betoog te kunnen volgen. Het voordeel van een groot denker is, dat zij haar tijd zover vooruit was dat haar boek voor een gewone sterveling ook nu nog actueel is.
Over Anne-Mieke Vermeer
Anne-Mieke Vermeer geeft advies en ondersteuning op het gebied van marketing, communicatie en tekst. Zij studeerde kunstgeschiedenis, marketing en filosofie en was ruim 10 jaar werkzaam in diverse (direct)marketing functies.