Ja, Jos is natuurlijk al bekend, maar zijn hond Snuf gaat hem in rap tempo achterna. Hoe dat komt? Jos heeft een manier ontdekt om zijn verhalen over de bühne te krijgen. Dat doet hij zo bijzonder goed, dat zijn boeken als de bekende zoete broodjes over de digitale toonbank vliegen.
In zijn laatste boek ‘De Wet van Snuf’ legt Jos in 160 bladzijden uit hoe het principe van geven en nemen werkt en hoe iedere goede relatie, zakelijk en privé, begint met geven. De essentie van inkopen draait ook continu om geven en nemen. De leveranciers leveren een prestatie (geven) en de opdrachtgevers consumeren die prestatie (nemen). Daaraan voorafgaand gaat het opstellen van een programma van eisen eveneens gepaard met geven en nemen, zeker als er vanuit de organisatie meerdere bedrijfsonderdelen bij betrokken zijn of er wordt samengewerkt met andere organisaties.
En in het begin van het inkoopproces moet de interne klant zijn vertrouwen geven aan de inkoper, zodat deze het inkoopproces van begin tot het eind kan begeleiden. Bij het inkopen is er derhalve steeds sprake van geven en nemen.
Sinds het boekje No budget marketing schrijft Jos Burgers volgens de principes ‘less is more’ en ‘KISS’ (Keep It Stupidly Simple). Dat betekent dat hij de zaken niet moeilijker voorstelt dan ze zijn en overbodige franje weglaat. De Wet van Jos zogezegd. Zoals Richard Branson ooit zei: ‘Complexity is your enemy. Any fool can make something complicated. It is hard to make something simple’.
Jos Burgers heeft de beide eigenschappen ‘minder’ en ‘simpel’ tot kunst verheven en brengt dat met zijn laatste boek weer in de praktijk. Met De Wet van Snuf heeft Jos Burgers niet zijn eerste bestseller te pakken. Eerder schreef hij al de best verkochte managementboeken van 2006 (Klanten zijn eigenlijk net mensen), 2009 (Hondenbrokken), 2012 (Gek op gaten) en nu dan 2014 (De Wet van Snuf). Alles bij elkaar verkocht hij van zijn laatste vier boeken meer dan 100.000 exemplaren.
Toch is er de laatste jaren ook kritiek. Verbazingwekkend genoeg komt die kritiek uit de hoek van de marketing. Het vakgebied waar Jos Burgers zelf ook vandaan komt. Zijn boeken zouden niet diepgravend genoeg en niet wetenschappelijk onderbouwd zijn. Los van het feit of dat laatste waar is (zie de literatuurlijst achter in het boekje en zijn toelichting in de inleiding) lijkt de kritiek gebaseerd te zijn op jaloezie. Wat is nu eigenlijk marketing en het doel van marketing? Alles wat een bedrijf doet om de verkoop van producten of diensten te bevorderen en laat dat nu net zijn waar Jos Burgers met zijn boekjes en spreekbeurten in excelleert.
‘Als jij het niet geeft, dan gaan ze het toch zoeken’ zei Remco Claassen ooit bij de presentatie van zijn boek Verbaal Meesterschap over waar het publiek bij je presentatie naar op zoek is. Hij had het toen over verhalen, anekdotes (ook wel gekscherend door Remco annekedotes genaamd) die je moet verwerken in je presentatie of in je boek om succes te hebben. En laat dat nu net een van de sterke punten zijn van Jos Burgers. Hij geeft die anekdote in ieder boek. Als je de anekdote van Snuf eenmaal gehoord hebt, vergeet je deze nooit meer en vertel je hem zelf ook gemakkelijk door. De kern van de boodschap blijft hangen en dat is wat iedere spreker of auteur bovenaan zijn verlanglijstje heeft staan.
Het compacte en zoals altijd weer prettig leesbaar geschreven boekje bestaat uit drie delen. In het eerste deel legt Jos Burgers uit waarom je terug krijgt wat je geeft, zowel privé als zakelijk. Het tweede deel beschrijft 26 effectieve manieren om te geven aan de hand van de letters A tot en met Z. Normaal gesproken iets voor huwelijken of afscheidsrecepties. Jos Burgers komt er mee weg, want de gebruikte ABC-indeling komt nergens geforceerd over.
In het derde deel volgt tenslotte nog een uitleg waar je op moet letten als je meer wilt geven, hoe je de impact kunt vergroten en welke gevaren er schuilen in het geven. Je bent als lezer dus gewaarschuwd als je dit boekje aan iemand weg wilt geven. In zijn inleiding merkt Jos Burgers op dat er moed voor nodig is om te geven. Bij inkopers die van nature toch wel enig wantrouwen hebben richting leveranciers, zal er daarom meer moed en ook vertrouwen voor nodig zijn om te geven.
Het spreekwoord ‘geef ze een vinger, dan nemen ze je hele hand’ nemen inkopers toch wel vaak in de mond. Met dit boekje in je (hele) hand kun je als inkoper echter op een aantrekkelijke en simpele manier prima in de praktijk uitproberen of het geven je per saldo op termijn inderdaad meer oplevert dan het nemen. Is dat nog wat teveel gevraagd, dan is de privé omgeving misschien een betere plek om te oefenen.
Over Peter Streefkerk
Peter Streefkerk is eigenaar van Respect Inkoopconsultancy. Hij is actief met interim-management, advisering, projectmanagement, training en coaching op het gebied van contractmanagement en inkoop. Hij is auteur van boeken over contractmanagement en inkopen. Met Octavia Siertsema maakt bij een podcast over aanbesteden.