Over management is ontzettend veel geschreven, maar het aantal boeken die ook geschikt zijn voor het hoger onderwijs is nogal beperkt, zoklagen Koopmans en Bosch in hun ‘Woord vooraf’. Het ontbreekt vooral aan studieboeken die een duidelijk kader verschaffen waarbinnen relevante managementvaardigheden kunnen worden geplaatst. In hun boek stellen zij management als ‘mensenvak’ centraal; dat betekent dat zij vooral kijken naar de manager die mensen aanstuurt. Daarvoor heeft hij (of ‘zij’ natuurlijk) ‘omgaan-met-mensen-vaardigheden’ nodig. Een groot aantal van die vaardigheden komt, meer of minder uitgebreid, in hun boek aan bod.
Managementvaardigheden - theorie en praktijk is opgebouwd rondom de driedeling ‘Managen van jezelf’, ‘Managen van medewerkers’, en ‘Managen van groepen’. Daarbinnen worden vragen beantwoord als: hoe manage je werkdruk en tijd, hoe communiceer je effectief, hoe kun je medewerkers motiveren, hoe bouw je effectieve teams, en op welke manieren kun je met conflicten omgaan? In de ‘Inleiding’ geven de auteurs ruiterlijk toe dat er over deze onderwerpen meer literatuur te vinden is dan zij in hun boek konden verwerken. Ze hebben dus keuzen moeten maken. En daarmee kun je als lezer - ik stel me nu gemakshalve even op het standpunt van de docent - gelukkig zijn of niet. Ik vraag me bijvoorbeeld af of de ideeën van Covey niet een prominentere plaats verdiend hadden. Koopmans en Bosch bespreken alleen Covey’s matrix voor timemanagement, opgebouwd rondom de begrippen urgentie en belang. Maar in het laatste hoofdstuk, waar zij de ‘student-met-managementambities’ uitnodigen tot een soort finale zelfreflectie - ‘Ben ik een manager?’ - was een (flinke) paragraaf over het hele model volgens mij best op zijn plaats geweest. ‘Wees proactief, Begin met het einde voor ogen, Stel prioriteiten.’ Wie deze (en de overige zes) eigenschappen niet ontwikkelt, zal immers maar weinig profijt hebben van alle managementvaardigheden die Koopmans en Bosch bespreken, hoe duidelijk dat overigens ook gebeurt.
Ook mis ik een korte uiteenzetting van de theorie over situationeel leidinggeven. In het hoofdstuk ‘Presteren mogelijk maken’ wordt weliswaar aandacht geschonken aan delegeren - S4 in de terminologie van Paul Hersey en Kenneth Blanchard en als zodanig de stijl die past bij de hoogste mate van taakvolwassenheid van medewerkers - maar hoe je zo ver komt dat je daadwerkelijk kunt delegeren, blijft onbesproken. En dat vind ik oprecht een omissie in een boek waarin management zo nadrukkelijk als ‘mensenvak’ wordt gepositioneerd.
Het begint erop te lijken dat ik ‘Managementvaardigheden – theorie en praktijk’ maar niks vind en dat is zeker niet het geval. Koopmans en Bosch hebben zich tot doel gesteld ‘een heldere structuur en overzicht te bieden waarbinnen de belangrijkste managementvaardigheden op een overzichtelijke manier toegankelijk en praktisch bruikbaar worden gemaakt’, en daarin zijn ze uitstekend geslaagd. Over de keus die zij uit alle beschikbare onderwerpen, theorieën en modellen gemaakt hebben kun je, zoals gezegd, van mening verschillen, maar de kwaliteit van de praktijkcomponent staat buiten kijf. Ik ken maar weinig studieboeken met zulke goede opdrachten. In dit boek geen studentonterende reproductievragen, nee, iedere opdracht zet aan tot interpreteren en toepassen en zo hoort het. Bovendien vind je er per hoofdstuk ook nog eens aardig wat. En dan is er nog de inmiddels gebruikelijke website met aanvullend materiaal. Dat er voor het hoger onderwijs weinig geschikte studieboeken over management te vinden zijn, zoals Koopmans en Bosch beweren, betwijfel ik. De fondsen van de diverse educatieve uitgeverijen bieden keus genoeg. Maar er zijn maar weinig boeken die de dagelijkse praktijk van een manager zo dichtbij brengen als het ‘Managementvaardigheden – theorie en praktijk’!
Over Bert Peene
Bert Peene werkte jarenlang als kerndocent bij IMAGO Groep, Via Vinci Academy en C-Lion, opleiders voor het onderwijs. Daarnaast voerde hij als zelfstandige opdrachten op het gebied van organisatieontwikkeling uit in profit en non-proft. Tegenwoordig werkt hij als free lance docent en schrijft hij voor diverse bladen over managementliteratuur.