Op werkdagen voor 23:00 besteld, morgen in huis Gratis verzending vanaf €20

Recensie

Modern adviseren is co-creërend leren

Onbekend maakt onbemind. Dat lijkt al heel wat jaren het lot van menig staffunctionaris te zijn. Of misschien is het beter te zeggen: miskend en dus onbemind. Want in de vakbladen van bijvoorbeeld communicatie-, marketing- en HR-professionals klinkt regelmatig dezelfde klaagzang: in de boardroom wordt voor strategische issues zo weinig van onze expertise gebruik gemaakt.

Bert Peene | 7 oktober 2015 | 3-4 minuten leestijd

Maar is dat niet een typisch voorbeeld van eigen-schuld-dikke-bult? ‘Intern adviseren is vooral een rol in de schaduw, dat werkt het best,’ schrijft Paul Kloosterboer in zijn boek Adviseren vanuit het geheel (‘De vitale waarde van intern advies’). ‘Niet nóg iemand die met zijn veren pronkt. Maar het is daardoor ook zwaar onderschat.’ Daaraan moest nu eindelijk maar eens een eind komen. Vandaar dit boek.

Dat staf- en beleidsmedewerkers een ondankbare taak hebben, is al lang geen nieuws meer. Hannah Nathans schreef er jaren geleden al over in haar haast klassiek geworden boek (uit 1991) Adviseren als tweede beroep (‘Resultaat bereiken als adviseur’). Nu is het waarschijnlijk overdreven te veronderstellen dat er in al die jaren weinig veranderd is door het specifieke karakter van haar adviesmodel (en dat van andere deskundigen natuurlijk), maar feit is dat in al die modellen de nadruk vooral ligt op de driehoek ‘klant – vraagstuk – adviseur’ en de adviesvaardigheden die je nodig hebt om daarin van waarde te kunnen zijn.

Blijkbaar wordt de advieswerkelijkheid daarmee tekort gedaan. Kloosterboer benadert de interne adviesfunctie – in zijn visie zijn dat niet alleen staf- en beleidsmedewerkers, maar bijvoorbeeld ook teamcoaches, inhoudelijk specialisten, professionals in de uitvoering en ‘in de sfeer van de bedrijfsvoering’ – vanuit een systemisch perspectief en dat levert een heel ander model op. Daarin komen niet alleen de adviseur voor en zijn Ik (zeg maar: zijn professionele identiteit) maar ook de adviescontext. ‘Wat je bereikt als adviseur in je werkveld bepaalt je waarde,’ schrijft hij. ‘Je lost een probleem op voor de een, je leert anderen iets en je biedt emotionele of praktische ondersteuning aan een derde. En je vervult daarmee je eigen behoeften aan bijvoorbeeld zingeving, erkenning en inkomen. Je creëert en vernietigt voortdurend vele vormen van waarde tegelijk voor vele groepen en personen.’ Die invalshoek heeft een boek opgeleverd met bijdragen van Kloosterboer zelf en tien ‘collega’s’, waarin het vooral gaat over hoe je als adviseur je plek vindt tussen de behoeften en belangen om je heen en die van jezelf.

Juist het fenomeen ‘plek’ maakt volgens Kloosterboer duidelijk wat er zo anders is aan intern adviseren: je adviseert in het belang van het grotere geheel, terwijl je daar tevens onderdeel van bent. Het bekendste ‘plekdilemma’ gaat over betrokkenheid versus distantie. Dat dilemma levert in de praktijk allerlei ‘misplaatste’ adviesrelaties op. De rituele en emotionele opdrachtrelatie bijvoorbeeld, of de ‘besmette plek’. Posities waarin het welhaast onmogelijk blijkt als intern adviseur je toegevoegde waarde duidelijk te maken omdat je je gedwongen voelt tot een bepaald commitment dat je professionele vrijheid al op voorhand beperkt.

Leven en werken in organisaties is volgens Kloosterboer en zijn medeauteurs een opeenstapeling van spanningen en conflicten. ‘Niet omdat mensen die er werken elkaar zo graag naar het leven staan, maar omdat organisatorische samenwerking van nature een spanningsvol gegeven is.’ En zo hoort het volgens hen ook, want die zelfde spanningen weerspiegelen tegelijk een vitale energie en daarin vindt de intern adviseur zijn plek, als verbinder. ‘Bijvoorbeeld door systemisch te kijken en te contracteren, partijen te verbinden, te co-creëren, over te dragen wat kan en te reflecteren op wat zich voordoet.’ Dat is adviseren vanuit het geheel of, nog mooier, vitaal adviseren.

Met name het gekozen perspectief maakt Adviseren vanuit het geheel tot een bijzonder waardevol boek voor iedere professional van wie regelmatig adequate input verwacht wordt om een organisatie (nog) beter te laten functioneren. Korte theoretische beschouwingen worden afgewisseld met heldere praktijkcasussen, terwijl de Epiloog voorziet in vijf handige instrumenten waarmee de lezer onder meer een systemische stakeholderanalyse kan maken en lastige kwesties met behulp van de systeembril kan exploreren. Verder is er een overzicht van technieken die gebruikt kunnen worden bij een ‘Expeditie naar Waarde’, tips voor coaching van managers en professionals en een vragenlijst met karakterstructuren die je als intern adviseur kunt gebruiken als uitgangspunt voor je eigen professionele ontwikkeling. Het boek van Hannah Nathans blijft een aanrader, maar dit boek van Paul Kloosterboer mag ook zeker niet in een goede adviseursbibliotheek ontbreken.

Over Bert Peene

Bert Peene werkte jarenlang als kerndocent bij IMAGO Groep, Via Vinci Academy en C-Lion, opleiders voor het onderwijs. Daarnaast voerde hij als zelfstandige opdrachten op het gebied van organisatieontwikkeling uit in profit en non-proft. Tegenwoordig werkt hij als free lance docent en schrijft hij voor diverse bladen over managementliteratuur.

Deel dit artikel

Wat vond u van dit artikel?

0
0

Populaire producten

    Personen

      Trefwoorden