MAD betekent gek. Dat is deze wereld inmiddels ook al wel een beetje, met onze afhankelijkheid van de automatisering en grote partijen zoals Microsoft, Facebook en Google. Daarnaast staat MAD ook voor een methode om het vertrouwen in dataverwerkende partijen te herstellen. Het staat voor Modulair, Agile en Decentraal. Deze methode wordt door de schrijvers Sander Klous en Nart Wielaard uitgewerkt in hun boek Vertrouwen in de slimme samenleving, wat het betekent als we alles Modulair, Agile en Decentraal inrichten.
Sander en Nart ken ik vanuit mijn KPMG-tijd. Beide zijn deskundig op hun vakgebied, waarmee het altijd prettig samenwerken was. Ik was daarom ook erg benieuwd naar hun boek, als opvolger van Wij zijn Big Data. In het boek snijden ze een nieuw onderwerp aan, vertrouwen in de slimme samenleving. Oftewel kunnen we wel vertrouwen op grote leveranciers zoals Microsoft, Facebook en Google. Wat doen deze partijen met onze data en wat is hun verdienmodel? Werken de algoritmes, waarmee je aanbevelingen krijgt voor producten op basis van onze voorkeuren als gebruiker of juist waarmee de dataverwerkende partijen het meeste geld kunnen verdienen?
Het voorwoord van het boek is geschreven door Cathy O’Neil, een wiskundige en tevens auteur van het boek ‘Weapons of Math Destruction’. Daarin geeft ze aan dat de principes zoals de auteurs die beschrijven een goed begin kunnen zijn dat we de nieuwe algoritmes van de toekomst kunnen vertrouwen.
Het boek bestaat uit twee delen: Complexiteit en MAD: naar een slimme samenleving en De rol van vertrouwen in de slimme samenleving. In het eerste hoofdstuk wordt de huidige complexiteit, en de groei daarvan, beschreven aan de hand van vier vragen:
1. Hoe houden we grip op de financiële industrie?
2. Hoe beheersen we de complexiteit van het Internet of Things?
3. Hoe zorgen we voor meer flexibiliteit in organisaties?
4. Hoe gaan we om met versimpeling in de politiek?
Het tweede hoofdstuk beschrijft de uitgangspunten (modulair, agile en decentraal) en dat deze uitgangspunten leiden tot sneller inzicht in nieuwe ontwikkelingen, sneller in kunnen spelen op nieuwe ontwikkelingen en de verantwoordelijkheid voor (de werking) van het systeem beter te kunnen verdelen over de partijen die daar ook invloed op hebben.
- Modulair: alles in kleinere onafhankelijke brokken knippen. Hierdoor blijft het beheersbaar
- Agile: stapsgewijs veranderingen doorvoeren
- Decentraal: verantwoordelijkheden zo laag mogelijk leggen c.q. over meerdere partijen verdelen
Hierbij wordt een mooie vergelijking gemaakt, we gaan over van verkeerslichten naar rotondes, waarbij het verkeer zelf verantwoordelijk wordt gemaakt, met enkele regels. De MAD-principes zijn vooral interessant voor organisaties die snel moeten kunnen inspelen op veranderde omstandigheden. Maar welke organisatie moet dat tegenwoordig niet meer?
Hoofdstuk 4 en 5 beschrijven de voorwaarden aan zelfsturing (onder andere gedeeld doel en het stellen van grenzen aan transparantie - men wil alleen de informatie die nodig is voor hun werkzaamheden) en het platform als ultieme open organisatie. Hoofdstuk 6 beschrijft ook de schaduwkanten van de platformorganisatie en die zijn er wel degelijk! Hierdoor zijn enkele organisaties zo groot geworden, de winner takes all. Denk hierbij aan Facebook als platform.
Een mogelijke oplossing die beschreven wordt is het scheiden van rollen, tussen een beheerder (van het platform) en leveranciers (van content). Daarmee kun je het vertrouwen in de platformen terugwinnen. Daarbij moet dan wel worden uitgegaan van de MAD-principes.
Deel 2 gaat in op de rol van vertrouwen in de slimme samenleving. Hierbij maken de schrijvers een mooi onderscheid in soorten vertrouwen: geïnformeerd vertrouwen en blind vertrouwen. De soort is afhankelijk van de kennis van de gebruiker, te veel informatie/transparantie kan juist het wantrouwen vergroten. Daarnaast wordt geconstateerd dat vertrouwen in instituties (zoals banken en accountants) plaatsmaakt voor vertrouwen op basis van relaties in netwerken.
In de hoofdstukken daarna wordt ingegaan op algoritmes en de rol daarvan in (het gebrek aan) vertrouwen. Een controle op de inhoud en het gebruik van algoritmes wordt noodzakelijk. Dat geldt voor controle op en uitlegbaarheid van het algoritme, alsmede de oplossing van nieuwe ethische vraagstukken. Met name voor de uitlegbaarheid wordt de referentie gemaakt naar het risicogebaseerd auditen in de accountantssector. De controlemethodiek van accountants is heel goed toepasbaar voor de controle op de algoritmes. De schrijvers steken en passant ook de accountancy sector nog een hart onder de riem, door te stellen dat je risico’s niet kunt voorkomen. En als er iets misgaat, betekent dat niet gelijk dat het toezicht gefaald heeft. Naast de accountancy geldt dat ook ten aanzien van de algoritmes van de toekomst. Risicogebaseerde controle kan plaatsvinden (en moet in mijn opties ook gaan plaatsvinden) maar zal nooit alle risico’s kunnen wegnemen.
Hoofdstuk 11 bevat feitelijk de kern van het boek. Daarin wordt het MAD-toezicht voor algoritmes uitgewerkt aan de hand van de drie principes. Aan de hand van praktijkvoorbeelden worden de principes uitgewerkt. In de laatste hoofstukken wordt een mooi voorbeeld uitgewerkt van hoe het kan werken, aan de hand van de informatievoorziening in de Amsterdam Arena, het Johan Cruijff stadion.
Samenvattend is Vertrouwen in de slimme samenleving een interessant boek, dat je aanzet tot nadenken. Ik ben bijvoorbeeld geen gebruiker van Facebook en zal dit ook niet zo snel meer gaan doen nu ik dit boek heb gelezen. Aan de andere kant zie ik wel hoeveel makkelijker mensen met hun privégegevens omgaan, terwijl de wetgeving steeds strenger wordt op dit gebied. De schrijvers reiken handvatten aan om dit vertrouwen in de slimme samenleving terug te winnen en geven een interessant praktijkvoorbeeld. Hoe dit moet gaan werken voor de huidige grote dat verwerkende partijen is nog voer voor vervolgdiscussie.
Jan Hoogstra is zelfstandige, IT-consultant. Hij voert opdrachten uit op het gebied van beoordeling en advisering over IT-gerelateerde onderwerpen in de zorgbranche. Zo is hij programmamanager, projectmanager en adviseur op het gebied van bijvoorbeeld IT-strategie en pakketselecties.
Over Jan Hoogstra
Jan Hoogstra heeft meer dan 25 jaar ervaring als IT-adviseur en IT-auditor bij grote accountants- en adviesbureaus. Tijdens zijn loopbaan heeft hij veel opdrachten gedaan op het gebied van informatiebeveiliging en optimalisering van de inzet van IT. Jan is directeur bij CognoSense, dat gespecialiseerd is in de menselijke kant van IT.