Legaliteitsbeginsel en doorwerking van Europees recht in het Nederlandse materiële strafrecht
Paperback Nederlands 2016 1e druk 9789013138856Samenvatting
Het recht van de Europese Unie beïnvloedt direct en indirect de reikwijdte van strafrechtelijke aansprakelijkheid in Nederland. Die beïnvloeding heeft betekenis voor het materieelrechtelijk legaliteitsbeginsel. In dit boek wordt onderzocht hoe het legaliteitsbeginsel invulling krijgt in de context van het meerlagige Europees strafrecht en wat de implicaties van die invulling zijn voor het waarborgen van rechtszekerheid en machtsverdeling.
Het boek Legaliteitsbeginsel en doorwerking van Europees recht in Nederlandse materiële strafrecht bevat daartoe een analyse van de jurisprudentie van het Hof van Justitie over de deelnormen van het legaliteitsbeginsel en van de verplichtingen voor de Europese en Nederlandse wetgever en rechter die het Hof van Justitie afleidt uit die deelnormen. In het licht daarvan wordt onderzocht op welke wijze de Nederlandse wetgever en rechter invulling geven aan het legaliteitsbeginsel in het Europees strafrecht.
Uit het onderzoek blijkt dat het Hof van Justitie het waarborgen van het legaliteitsbeginsel prioriteit geeft boven de doorwerking van het Europees recht, en dat het legaliteitsbeginsel in die context een strikte, rechtspositivistische invulling krijgt. Niettemin bestaat in het Europees strafrecht rechtsonzekerheid als gevolg van het gebruik van gelede, complexe en vage normstellingen en het bestaan van inconsistenties tussen Europees en Nederlands recht.
De verantwoordelijkheid voor het waarborgen van het legaliteitsbeginsel wordt primair bij nationale actoren gelegd, maar de nationale wetgever en rechter kunnen die rechtsonzekerheid niet geheel voorkomen of wegnemen. Het adequaat waarborgen van het legaliteitsbeginsel in het Europees strafrecht vereist daarom een bijzondere inspanning van alle daarbij betrokken actoren, zowel op Europees als op nationaal niveau.
Dit is een boek in de Meijers-reeks. De reeks valt onder verantwoordelijkheid van het E.M. Meijers Instituut voor Rechtswetenschappelijk Onderzoek van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid van de Universiteit Leiden. Het onderzoek werd verricht in het kader van het facultaire onderzoeksprogramma Criminal Justice: Legitimacy, Accountability, and Effectivity en het universitaire profileringsgebied Interaction Between Legal Systems.
Specificaties
Lezersrecensies
Inhoudsopgave
1.1 Onderzoeksvragen en doel van het onderzoek 7
1.2 Afbakening en begrippen 10
1.3 Onderzoeksmethoden 15
1.4 Opbouw van het boek 17
2 HET LEGALITEITSBEGINSEL 19
2.1 Inleiding 19
2.2 De historische wortels van het legaliteitsbeginsel 20
2.3 Fundamenten van het legaliteitsbeginsel 38
2.4 De rechtspositivistische en rechtenconceptie van legaliteit 46
2.5 Toetsingskader 53
2.6 Tot besluit 56
3 DOORWERKING VAN EUROPEES RECHT IN HET MATERIËLE STRAFRECHT 54
3.1 Inleiding 59
3.2 De verhouding tussen de Europese en de nationale rechtsorde 60
3.3 De materieelstrafrechtelijke competentie van de Europese Unie 66
3.4 Effecten van het Europees recht in het nationale strafrecht 77
3.5 Het strafrechtelijk legaliteitsbeginsel in de context van het Europees strafrecht 84
3.6 Tot besluit 93
4 BRONNEN VAN STRAFRECHTELIJKE AANSPRAKELIJKHEID IN HET EUROPEES STRAFRECHT 95
4.1 Inleiding 95
4.2 De bronnen van strafrechtelijke aansprakelijkheid nader beschouwd 97
4.3 Het type bronnen van strafrechtelijke aansprakelijkheid in het Europees strafrecht 100
4.4 De herkomst van bronnen van strafrechtelijke aansprakelijkheid in het Europees strafrecht 108
4.5 Bronnen van strafrechtelijke aansprakelijkheid in het Nederlandse strafrecht 116
4.6 Deelconclusie 120
5 HET BEPAALDHEIDSGEBOD IN HET EUROPEES STRAFRECHT 125
5.1 Inleiding 125
5.2 Twee vormen van onduidelijkheid van wetgeving 128
5.3 Twee concepties van het bepaaldheidsgebod 138
5.4 Europese regelgeving en het bepaaldheidsgebod 142
5.5 Europese eisen aan omzettingswetgeving 159
5.6 Het bepaaldheidsgebod en de Nederlandse wetgever 168
5.7 Het bepaaldheidsgebod en de Nederlandse strafrechter 181
5.8 Deelconclusie 197
6 GRENZEN AAN DE RECHTERLIJKE INTERPRETATIEVRIJHEID IN HET EUROPEES STRAFRECHT 203
6.1 Inleiding 203
6.2 Grenzen aan de rechterlijke interpretatievrijheid nader beschouwd 207
6.3 Twee concepties van de grenzen aan de rechterlijke interpretatievrijheid 216
6.4 Interpretatie van Europees recht door het Hof van Justitie 222
6.5 Conforme interpretatie en de grenzen aan de rechterlijke interpretatievrijheid van de nationale rechter 239
6.6 De praktijk van conforme interpretatie in Nederland 261
6.7 Deelconclusie 286
7 HET VERBOD VAN TERUGWERKENDE KRACHT IN HET EUROPEES STRAFRECHT 291
7.1 Inleiding 291
7.2 Het verbod van terugwerkende kracht nader beschouwd 292
7.3 Het verbod van terugwerkende kracht in het Europees recht 295
7.4 Deelconclusie 302
8 HET MILDHEIDSGEBOD IN HET EUROPEES STRAFRECHT 303
8.1 Inleiding 303
8.2 Het mildheidsgebod nader beschouwd 306
8.3 Het mildheidsgebod in het Europees recht 316
8.4 Het mildheidsgebod in het Nederlandse strafrecht 340
8.5 Deelconclusie 362
9 CONCLUSIE 367
9.1 Inleiding 367
9.2 De invulling van het legaliteitsbeginsel in het Europees strafrecht 368
9.3 Legaliteitsconcepties in het Europees strafrecht 380
9.4 Rechtszekerheid en machtsverdeling in het Europees strafrecht 387
9.5 Aanbevelingen 397
9.6 Tot besluit 402
SAMENVATTING 407
SUMMARY 423
LITERATUUR 439
JURISPRUDENTIE 466
CURRICULUM VITAE 475
Rubrieken
- advisering
- algemeen management
- coaching en trainen
- communicatie en media
- economie
- financieel management
- inkoop en logistiek
- internet en social media
- it-management / ict
- juridisch
- leiderschap
- marketing
- mens en maatschappij
- non-profit
- ondernemen
- organisatiekunde
- personal finance
- personeelsmanagement
- persoonlijke effectiviteit
- projectmanagement
- psychologie
- reclame en verkoop
- strategisch management
- verandermanagement
- werk en loopbaan