Met zachte drang
Uitgangspunten voor jeugdhulpverlening op het snijvlak van vrijwilligheid en dwang
E-book Pdf met watermerkbeveiliging Nederlands 2022 1e druk 9789400111974Samenvatting
Binnen de Nederlandse jeugdhulpverlening komt het voor dat ouders door hulpverleners onder druk worden gezet om ‘vrijwillig’ mee te werken aan hulpverlening, en soms zelfs aan een uithuisplaatsing van hun kind. Dit wordt in de praktijk ‘drang’ genoemd. Waar het vrijwillige en gedwongen kader van jeugdhulpverlening duidelijk bij wet zijn geregeld, ontbreekt voor het drangkader een wettelijke grondslag. Vanuit verschillende hoeken wordt hier kritiek op geuit, omdat dit leidt tot grote onduidelijkheden ten aanzien van de rechtsbescherming en verantwoordelijkheden van betrokkenen.
In dit boek worden fundamentele uitgangspunten geformuleerd die gelet op de rechtshistorie en het internationale mensen- en kinderrechtenkader aan het jeugdhulpverleningsstelsel ten grondslag (behoren te) liggen. Vervolgens wordt diepgaand inzicht gegeven in het drangkader, de positie van dit kader binnen het jeugdhulpverleningsstelsel en wat dit betekent voor de rechtsbescherming en verantwoordelijkheden van betrokkenen in de praktijk. Tot slot bevat het boek aanbevelingen ter versterking van de rechten van jeugdigen en ouders die te maken krijgen met jeugdhulp op het snijvlak van het vrijwillige en gedwongen kader. Hiermee is dit boek waardevol voor beleidsmakers en professionals die werkzaam zijn in de praktijk van de jeugdhulpverlening, maar ook voor ouders, jeugdigen en overige betrokkenen.
Trefwoorden
drang jeugdhulpverlening drangkader kinderrechten rechtsbescherming wetgeving gedwongen hulpverlening overheid vrijwillige hulpverlening jeugdwet jeugdbescherming gemeenten ondertoezichtstelling uithuisplaatsing procedurele waarborgen ouderlijke verantwoordelijkheid mensenrechten informed consent beleid bestuursrecht rechtshistorie ouderlijk gezag internationale verdragen casusregie internationaal recht preventieve jeugdbescherming juridisch vacuüm gezinsbescherming proportionaliteit subsidiariteit
Trefwoorden
Specificaties
Lezersrecensies
Inhoudsopgave
1 Inleiding 1
1.1 Vrijwillige, gedwongen en opgedrongen jeugdhulpverlening 1
1.2 Het drangkader: een niveau overstijgend vraagstuk 4
1.2.1 Individueel casusniveau: onduidelijkheid over de rechtspositie van de betrokkenen 4
1.2.2 Lokaal niveau: gemeentelijke vrijheid en mogelijke ongelijkheden 5
1.2.3 Nationaal niveau: een gejuridiseerd stelsel en tegenstrijdige doelstellingen 6
1.2.4 Internationaal niveau: minimale eisen voortvloeiende uit fundamentele mensenrechten 7
1.3 De beoogde doelen van het onderzoek 8
1.4 De centrale onderzoeksvragen 9
1.5 Onderzoeksmethoden 11
1.6 Gehanteerde terminologie en afbakening 14
1.7 Leeswijzer 17
2 Het vrijwillige en gedwongen kader in wet- en regelgeving 19
2.1 Inleiding 19
2.2 Het vrijwillige kader 19
2.2.1 Inleiding 19
2.2.2 De procespositie van de minderjarige en diens ouder(s) 20
2.2.3 De start van het vrijwillige kader 20
2.2.4 Jeugdhulpverlening 24
2.2.5 Gegevensuitwisseling en dossiervorming 30
2.2.6 Beëindiging van jeugdhulp in het vrijwillige kader 33
2.3 Het gedwongen kader 34
2.3.1 Inleiding 34
2.3.2 De procespositie van de minderjarige en diens ouder(s) 34
2.3.3 De start van het gedwongen kader: het opleggen van een jeugdbeschermingsmaatregel 35
2.3.4 De uitvoering van de ondertoezichtstelling 39
2.3.5 De inzet van jeugdhulp in het kader van een ondertoezichtstelling 41
2.3.6 Gegevensuitwisseling 42
2.3.7 De beëindiging van (jeugdhulp in) het gedwongen kader 43
2.4 Afsluitend 44
Deel I Rechtshistorische en internationaal rechtelijke grondslagen van het Nederlandse jeugdhulpverlenings stelsel 47
3 Rechtshistorische ontwikkelingen 49
3.1 Inleiding 49
3.2 De introductie van de eerste jeugdbeschermingsmaatregelen 50
3.2.1 Behoefte aan de mogelijkheid van overheidsbemoeienis 51
3.2.2 De Kinderwetten introduceerden de eerste jeugdbeschermings maatregelen (1905) 53
3.3 Een uitbreiding van het pakket aan jeugdbeschermingsmaatregelen 54
3.3.1 Behoefte aan een tussenvariant in het stelsel van uitersten 55
3.3.2 De introductie van de ondertoezichtstelling (1922) 56
3.3.3 Uithuisplaatsingen in het kader van de ondertoezichtstelling 58
3.3.4 Introductie van de gedwongen ontheffing 58
3.3.5 De ondertoezichtstelling en het vrij patronaat 59
3.4 Herbezinning op de positie van de jeugdbescherming 60
3.4.1 Een veranderde visie op mens, hulp en jeugdbescherming 60
3.4.2 De positie van de jeugdbescherming bediscussieerd 62
3.4.3 Wet op de jeugdhulpverlening (1990) 70
3.4.4 Het verdwijnen van het vrij patronaat 72
3.4.5 Herziening van de ondertoezichtstelling (1995) 73
3.5 Behoefte aan een lichtere maatregel als tussenvariant tussen de vrijwillige hulpverlening en de
jeugdbeschermingsmaatregelen 76
3.5.1 Diverse pleidooien voor een lichtere maatregel van opgroei ondersteuning 76
3.5.2 Wet op de jeugdzorg (2005) 78
3.5.3 Beleidsvoornemens en toekomstvisies van het kabinet 84
3.5.4 De Vliegwielprojecten 88
3.6 De Wet herziening kinderbeschermingsmaatregelen en de Jeugdwet 91
3.6.1 Doelstellingen van de stelselwijziging en herziening 92
3.6.2 De decentralisatie 93
3.6.3 Gewijzigde gronden van de jeugdbeschermingsmaatregelen 94
3.6.4 Een lichtere jeugdbeschermingsmaatregel of verplichte opvoedondersteuning? 96
3.7 Ontwikkelingen na 2015 102
3.7.1 Decentralisatie, eigen kracht, het acceptatiecriterium, wachtlijsten en de GI’s 103
3.7.2 Versterkte rechtsbescherming van jeugdigen en ouders 109
3.8 Afsluitend 113
3.8.1 Uitgangspunten van het jeugdhulpverleningsstelsel afgeleid uit de rechtshistorie 113
3.8.2 Het jeugdhulpverleningsstelsel; juridisering en een ongeregelde ruimte 116
3.8.3 Tendensen 117
4 Internationaal- en Europeesrechtelijke context 121
4.1 Inleiding 121
4.2 Internationale standaarden 121
4.3 Het onderscheid tussen sociale en klassieke rechten 128
4.3.1 Internationaal niveau: progressieve realisatie en minimale kernverplichtingen 128
4.3.2 Europees niveau: negatieve en positieve verplichtingen en de margin of appreciation 132
4.4 Een kinderrechtenconform jeugdhulpverleningsstelsel 133
4.4.1 Inleiding: een kinderrechtenbenadering 133
4.4.2 Het kind is drager van rechten 135
4.4.3 Verplichtingen om te respecteren, beschermen en vervullen 136
4.4.4 De algemene beginselen van het IVRK 138
4.4.5 De primaire verantwoordelijkheid van de ouders en de zich ontwikkelende vermogens van het kind 149
4.5 Toegang tot gewenste zorg en ondersteuning 152
4.5.1 Inleiding 152
4.5.2 Het recht op goede gezondheid 152
4.5.3 Ondersteuning bij de opvoeding 157
4.5.4 Participatierechten en informed consent 160
4.5.5 Tussenconclusie 163
4.6 Ingrijpen in het gezinsleven ter bescherming van het kind 164
4.6.1 Inleiding 164
4.6.2 Het recht van het kind op bescherming tegen kindermishandeling en geweld 164
4.6.3 Het recht van het kind en diens ouder(s) op respect van hun gezins- en privéleven 170
4.6.4 Procedurele rechten 176
4.6.5 Tussenconclusie 181
4.7 Afsluitend 182
4.7.1 Uitgangspunten van een jeugdhulpverleningsstelsel conform het internationale en Europese kinder- en mensenrechtenkader 183
4.7.2 Een recht op jeugdhulpverlening? 189
5 Fundamentele uitgangspunten van het Nederlandse jeugdhulpverleningsstelsel 193
5.1 Inleiding 193
5.2 Overkoepelende doelstelling 193
5.3 Toenemende autonomie van de minderjarige 194
5.4 Primaire opvoedverantwoordelijkheid van de ouders 195
5.5 Secundaire verantwoordelijkheid van de overheid; ondersteuning 197
5.6 Secundaire verantwoordelijkheid van de overheid; bescherming 198
5.7 Gedwongen scheiding als uiterste redmiddel 201
5.8 Procedurele waarborgen 202
5.9 Betekenis voor rechtspositie en verantwoordelijkheden 204
Deel II Het ‘drangkader’ in het Nederlandse jeugdhulpverlenings stelsel 209
6 Het drangkader; Verslag van het deskresearch 211
6.1 Inleiding 211
6.2 Het drangkader in (onderzoeks)rapporten en literatuur 212
6.2.1 ‘Drang’ ter voorkoming van een jeugdbeschermingsmaatregel 212
6.2.2 Zorgen over drang 214
6.2.3 Tussenconclusie op basis van onderzoeksrapporten en literatuur 218
6.3 Het drangkader in de wet en parlementaire stukken 218
6.3.1 Het drangkader in de huidige wetgeving 219
6.3.2 Het drangkader in de totstandkomingsgeschiedenis van de Jeugdwet 220
6.3.3 Het drangkader in de parlementaire stukken na 1 januari 2015 226
6.3.4 Tussenconclusie op basis van informatie uit wetgeving en parlementaire stukken 234
6.4 Het drangkader in landelijke beleidsstukken 235
6.4.1 Het Handelingsprotocol van Veilig Thuis 235
6.4.2 De gezamenlijke visie van de GI’s 236
6.4.3 Kwaliteitskader en protocol Beschermingstaken RvdK 237
6.4.4 Tussenconclusie op basis van informatie uit landelijke beleidsstukken 238
6.5 Het drangkader in gemeentelijke informatiebronnen 238
6.5.1 Drang in de gemeentelijke verordeningen 240
6.5.2 Enkele voorbeelden van de vormgeving van drang op lokaal niveau 241
6.5.3 Tussenconclusie op basis van informatie voortvloeiende uit gemeentelijke stukken 250
6.6 Het drangkader in de rechtspraktijk 250
6.6.1 Beschikkingen die informatie geven over enkele materiële aspecten van het drangkader 251
6.6.2 Beschikkingen waarin uithuisplaatsingen in het kader van drang aan de orde zijn gesteld 254
6.6.3 Geen bezwaar en beroep mogelijk 257
6.6.4 Rechtmatigheid van het drangkader 258
6.6.5 Tussenconclusie op basis van informatie voortvloeiende uit de rechtspraak 260
6.7 Het drangkader in kwaliteitseisen en in tuchtbeslissingen van de SKJ 261
6.7.1 De wenselijkheid van het bestaan van een drangkader en van beschermingstafels 263
6.7.2 Normen waaraan beroepskrachten zich aan moeten houden 265
6.7.3 Aandacht voor de beperkte bevoegdheden en mogelijkheden in het kader van drang 271
6.7.4 Tussenconclusie op basis van informatie voortvloeiende uit tuchtbeslissingen van de SKJ 272
6.8 Afsluitende opmerkingen 273
7 Het drangkader; Verslag van een praktijkonderzoek 279
7.1 Inleiding 279
7.2 Gehanteerde onderzoeksmethoden 279
7.2.1 Beschrijving van de gehanteerde onderzoeksmethoden 280
7.2.2 Reflectie op de onderzoeksmethoden 286
7.3 ‘Drang’? 289
7.3.1 Een laatste kans ter voorkoming van gedwongen jeugdhulpverlening 290
7.3.2 ‘Vrijwillig, niet vrijblijvend’ 292
7.3.3 Attitude of traject? 294
7.4 De procedurele vormgeving van de besluitvorming rondom drang 295
7.4.1 Gemeente A 295
7.4.2 Gemeente B 301
7.4.3 Gemeente C 307
7.5 Materiële rechtspositie van minderjarigen en ouders; factoren die besluitvorming rondom de inzet van een drangtraject beïnvloeden 313
7.5.1 Inhoudelijke factoren die meespelen bij het beleggen van een casus- of casuïstiekoverleg 313
7.5.2 Inhoudelijke factoren die meespelen bij de besluitvorming rondom de inzet van een drangtraject 316
7.6 Formele rechtspositie van minderjarigen en ouders; participatie mogelijkheden, privacy en de mogelijkheden om in rechte op te komen 318
7.6.1 Participatiemogelijkheden van ouders bij besluitvorming inzake de inzet van drangtrajecten 318
7.6.2 Participatiemogelijkheden van minderjarigen bij besluitvorming inzake de inzet van drangtrajecten 322
7.6.3 Privacy van betrokkenen 326
7.6.4 De mogelijkheid om in rechte op te komen 329
7.7 De uitvoering van drang 330
7.7.1 Betrokkenheid van het wijkteam of een GI? 330
7.7.2 Methodiek 332
7.7.3 Afspraken en consequenties 334
7.7.4 Toezicht op de uitvoering van drang 337
7.8 (Toekomst)visies 338
7.8.1 Casusoverleggen uitbreiden? 339
7.8.2 Verminderen van het aantal drangtrajecten 340
7.8.3 Grotere rol voor wijkteams 341
7.8.4 Een wettelijke grondslag? 344
7.9 Afsluitende reflecties 345
Conclusies en aanbevelingen 349
8 Het drangkader in het licht van de fundamentele uitgangspunten van het Nederlandse jeugdhulpverleningsstelsel; conclusies en aanbevelingen 351
8.1 Inleiding 351
8.2 Rechtshistorische en internationaalrechtelijke grondslagen van het Nederlandse jeugdhulpverleningsstelsel 352
8.3 Een juridisch schemergebied in het jeugdhulpverleningsstelsel 356
8.4 Het ‘drangkader’ in het juridische schemergebied van het Nederlandse jeugdhulpverleningsstelsel 361
8.5 Het drangkader in het licht van de uitgangspunten van het jeugdhulpverleningsstelsel 368
8.5.1 Toestemming voor de inzet van (jeugdhulp in het kader van) een drangtraject 368
8.5.2 Ingrijpen zonder toestemming moet voldoen aan de eisen van legaliteit, proportionaliteit, subsidiariteit en zorgvuldigheid 371
8.5.3 Een effectief rechtsmiddel bij een vermeende rechtenschending 374
8.6 Beantwoording van de centrale onderzoeksvragen 375
8.7 Aanbevelingen 377
8.7.1 Aanbevelingen voor aanpassing van wetgeving, beleid en praktijk 377
8.7.2 Aanbevelingen voor nader onderzoek 384
8.8 Afsluiting 386
Overzicht van de gebruikte bronnen 389
Bijlage A: Overzicht minimale kernverplichtingen 443
Bijlage B: Observatieformulier 451
Bijlage C: Topiclijst interviews 455
Bijlage D: Overzicht observaties en interviews 457
Anderen die dit e-book kochten, kochten ook
Rubrieken
- advisering
- algemeen management
- coaching en trainen
- communicatie en media
- economie
- financieel management
- inkoop en logistiek
- internet en social media
- it-management / ict
- juridisch
- leiderschap
- marketing
- mens en maatschappij
- non-profit
- ondernemen
- organisatiekunde
- personal finance
- personeelsmanagement
- persoonlijke effectiviteit
- projectmanagement
- psychologie
- reclame en verkoop
- strategisch management
- verandermanagement
- werk en loopbaan