Nudging in het contractenrecht ter bescherming van zwakkere partijen
E-book Pdf met watermerkbeveiliging Nederlands 2023 1e druk 9789400112452Samenvatting
Bij de bescherming van zwakkere partijen, zoals consumenten, houdt het huidige contractenrecht te weinig rekening met hoe die partijen in werkelijkheid keuzes maken. Zwakkere partijen worden daarom onvoldoende beschermd, hetgeen nadelige gevolgen heeft voor hun autonomie. Nudging biedt in potentie een oplossing voor dit probleem. Door nudging worden keuzes namelijk beïnvloed op basis van gedragswetenschappelijke inzichten over menselijk keuzegedrag.
De potentie en de grenzen van nudging ter bescherming van zwakkere partijen zijn nog niet eerder volledig in kaart gebracht. In dit onderzoek wordt de vraag beantwoord hoe nudging kan bijdragen aan de bescherming van zwakkere partijen in het Nederlandse contractenrecht. Het vertaalt daarvoor juridische, gedragswetenschappelijke en filosofische inzichten in concrete toepassingen van nudging. Ofschoon het toepassingsbereik van nudging niet onbegrensd is, kan het op verschillende wijzen de bescherming van zwakkere partijen verbeteren, zo wordt beargumenteerd en geïllustreerd.
Dit boek is niet alleen relevant voor iedereen die zich bezighoudt met wet- en regelgeving omtrent de bescherming van zwakkere partijen, maar ook voor diegenen die zich bezighouden met de toepassing van gedragswetenschappelijke inzichten in het contractenrecht en met de spanning tussen autonomie, bescherming en contractsvrijheid.
Trefwoorden
Specificaties
Lezersrecensies
Inhoudsopgave
1 Inleiding 1
1.1 Aanleiding 1
1.2 Onderzoeksvraag en deelvragen 3
1.3 Doel en relevantie 4
1.3.1 Doel 4
1.3.2 Juridische relevantie 4
1.3.3 Maatschappelijke relevantie 7
1.4 Afbakening 8
1.4.1 Inleiding 8
1.4.2 Afbakening I: het Nederlandse contractenrecht 8
1.4.3 Afbakening II: de positieve toepassing van nudging 9
1.4.4 Afbakening III: gebruik van bestaand empirisch onderzoek 10
1.4.5 Afbakening IV: focus op het theoretisch kader 10
1.4.6 Afbakening V: recente ontwikkelingen in het contractenrecht 11
1.5 Methodologie 13
1.5.1 Inleiding 13
1.5.2 Deelvraag I: waarom worden zwakkere partijen in het contractenrecht beschermd? 13
1.5.3 Deelvraag II: welke verschillende zwakkere partijen worden in het contractenrecht op welke wijze, tegen welke zwakheden en onder welke voorwaarden beschermd? 14
1.5.4 Deelvraag III: tot welke tekortkomingen in de huidige bescherming van zwakkere partijen leidt de discrepantie tussen hoe zwakkere partijen in werkelijkheid keuzes maken en hoe verondersteld wordt dat zij dat doen? 14
1.5.5 Deelvraag IV: op welke manier(en) kan nudging worden toegepast ter bescherming van zwakkere partijen? 14
1.5.6 Deelvraag V: door welke voorwaarden wordt een legitieme toepassing van nudging ter bescherming van zwakkere partijen begrensd? 15
1.5.7 Deelvraag VI: waartegen en in welke situaties kunnen de verschillende nudgetechnieken bescherming bieden? 15
1.5.8 Deelvraag VII: hoe kan nudging in een concrete situatie worden toegepast ter bescherming van een zwakkere partij? 16
1.6 Terminologie 16
1.7 Opbouw van het onderzoek 17
Deel I het juridisch kader
2 De waarde(n) van het contractenrecht 21
2.1 Inleiding 21
2.2 Waarden en contracttheorieën 21
2.3 De waarde autonomie 24
2.3.1 Inleiding 24
2.3.2 Autonomie beschouwd als vrijheid: van de negentiende-eeuwse wilstheorie tot Friedman 24
2.3.3 Autonomie beschouwd als de mogelijkheid om betekenisvolle opties te kiezen 26
2.3.3.1 Raz als inspirator 26
2.3.3.2 De pluralistische contracttheorie van Dagan en Heller 27
2.3.3.3 De pluralistische contracttheorie van Nieuwenhuis 28
2.4 De waarde efficiëntie 29
2.4.1 Inleiding 29
2.4.2 Pareto-efficiëntie en contractuele gebondenheid 29
2.4.3 De bescherming van zwakkere partijen en het voorkomen van marktfalen 31
2.5 De waarde gemeenschap 31
2.5.1 Inleiding 31
2.5.2 Gemeenschap als ‘dik’ concept en als ‘dun’ concept 32
2.6 De waarde rechtvaardigheid 32
2.6.1 Inleiding 32
2.6.2 Corrigerende rechtvaardigheid 33
2.6.3 Verdelende rechtvaardigheid 34
2.6.4 Sociale rechtvaardigheid 35
2.7 Analyse en een pleidooi voor waardepluralisme 36
2.7.1 Inleiding 36
2.7.2 Analyse van de stromingen van contracttheorieën 36
2.7.2.1 Autonomie 36
2.7.2.2 Efficiëntie 38
2.7.2.3 Gemeenschap 38
2.7.2.4 Rechtvaardigheid 39
2.7.3 Waardepluralisme 40
2.7.3.1 Inleiding 40
2.7.3.2 Waardepluralisme volgens Dagan en Heller 40
2.7.3.3 Waardepluralisme volgens Nieuwenhuis 41
2.7.3.4 Twee argumenten voor het waardepluralisme van Dagan en Heller 41
2.8 Conclusie 42
3 De beginselen die richting geven aan de bescherming van zwakkere partijen 43
3.1 Inleiding 43
3.2 Het beginsel van private autonomie 44
3.2.1 Inleiding 44
3.2.2 Het beginsel van private autonomie: terminologie en
functie binnen het privaatrecht 44
3.2.3 Het begrip autonomie 45
3.2.3.1 Algemene definitie 45
3.2.3.2 Autonomie: een begrip met meerdere gezichten 46
3.2.4 De contractrechtelijke autonomieconceptie 47
3.2.4.1 Inleiding 47
3.2.4.2 Autonomie als drempelconcept 47
3.2.4.3 Autonomie als ideaalconcept 48
3.3 Het beginsel van contractsvrijheid 50
3.3.1 Inleiding 50
3.3.2 Het begrip ‘vrijheid’ 51
3.3.2.1 Inleiding 51
3.3.2.2 Negatieve vrijheid 51
3.3.2.3 Positieve vrijheid 51
3.3.3 De verhouding tussen het beginsel van private autonomie en het beginsel van contractsvrijheid 52
3.4 Het beginsel van maatschappelijke rechtvaardigheid 54
3.4.1 Inleiding 54
3.4.2 Terminologie 54
3.4.3 De noodzaak tot bescherming 55
3.4.3.1 Inleiding 55
3.4.3.2 Van status naar contract 55
3.4.3.3 Terug van contract naar status 56
3.4.3.4 Kritiek op de bescherming van zwakkere partijen 57
3.4.4 De begrippen perfectionisme en paternalisme 58
3.4.4.1 Inleiding 58
3.4.4.2 Perfectionisme 58
3.4.4.3 Paternalisme 59
3.4.5 De verhouding tussen het beginsel van maatschappelijke rechtvaardigheid, het beginsel van contractsvrijheid en het beginsel van private autonomie 61
3.5 Conclusie 61
4 Kenmerken van de rechtsregels die zwakkere partijen beschermen 63
4.1 Inleiding 63
4.2 Rechtsbronnen 63
4.2.1 Inleiding 63
4.2.2 Het nationaal privaatrecht 63
4.2.3 Het Europees recht 64
4.2.4 Het publiekrecht 65
4.3 Juridische technieken die sterkere partijen verplichten bescherming te bieden 66
4.3.1 Inleiding 66
4.3.2 Nietigheid en vernietigbaarheid 67
4.3.3 Aansprakelijkheid 68
4.3.4 Compensatie 69
4.4 De gebreken waartegen zwakkere partijen worden beschermd 69
4.4.1 Inleiding 69
4.4.2 Gebrek aan onderhandelingspositie 70
4.4.3 Gebrek aan informatie 71
4.4.4 Gebrek aan cognitieve capaciteit 71
4.4.5 Gebrek aan weerstand 72
4.5 Beschermingstechnieken 73
4.5.1 Inleiding 73
4.5.2 Fraternalistische beschermingstechnieken 73
4.5.2.1 De informatieplicht voor een sterkere partij 73
4.5.2.2 De waarschuwingsplicht voor een sterkere partij 74
4.5.2.3 De bedenktijd voor een zwakkere partij 75
4.5.2.4 Het vormvoorschrift 75
4.5.2.5 Het bewijsvermoeden 76
4.5.2.6 Het verbod voor een sterkere partij op bepaalde gedragingen en uitingen 76
4.5.2.7 Een recht voor een zwakkere partij 77
4.5.3 Paternalistische beschermingstechnieken 77
4.5.3.1 Het verbod op een bepaalde contractsinhoud 77
4.5.3.2 De nadere specificering van een contractuele plicht – het gebod 78
4.6 Zwakkere partijen die in het Nederlandse contractenrecht worden beschermd 79
4.6.1 Inleiding 79
4.6.2 De werknemer 80
4.6.2.1 Inleiding 80
4.6.2.2 Ontwikkeling van de bescherming van de werknemer 80
4.6.2.3 Kenmerken van de bescherming van de werknemer 81
4.6.3 De huurder van woonruimte 81
4.6.3.1 Inleiding 81
4.6.3.2 Ontwikkeling van de bescherming van de huurder van woonruimte 81
4.6.3.3 Kenmerken van de bescherming van de huurder van woonruimte 82
4.6.4 De consument 83
4.6.4.1 Inleiding 83
4.6.4.2 Ontwikkeling van de bescherming van de consument 83
4.6.4.3 Kenmerken van de bescherming van de consument 84
4.6.5 De particuliere borg 89
4.6.5.1 Inleiding 89
4.6.5.2 Ontwikkeling van de bescherming van de particuliere borg 89
4.6.5.3 Kenmerken van de bescherming van de particuliere borg 90
4.6.6 De reiziger 90
4.6.6.1 Inleiding 90
4.6.6.2 Ontwikkeling van de bescherming van de reiziger 90
4.6.6.3 Kenmerken van de bescherming van de reiziger 91
4.6.7 De patiënt 92
4.6.7.1 Inleiding 92
4.6.7.2 Ontwikkeling van de bescherming van de patiënt 92
4.6.7.3 Kenmerken van de bescherming van de patiënt 92
4.6.8 De particuliere verzekeringnemer 93
4.6.8.1 Inleiding 93
4.6.8.2 Ontwikkeling van de bescherming van de particuliere verzekeringnemer 93
4.6.8.3 Kenmerken van de bescherming van de particuliere verzekeringnemer 93
4.6.9 De particuliere pandbelener 94
4.6.9.1 Inleiding 94
4.6.9.2 Ontwikkeling van de bescherming van de particuliere pandbelener 94
4.6.9.3 Kenmerken van de bescherming van de particuliere pandbelener 94
4.7 Synthese: de toepassingsvoorwaarden voor beschermingstechnieken 95
4.7.1 Inleiding 95
4.7.2 De spanning tussen de bescherming van zwakkere partijen en het behouden van hun contractsvrijheid 95
4.7.3 Toepassingsvoorwaarden 97
4.7.3.1 Inleiding 97
4.7.3.2 Toepassingsvoorwaarde I: de contractuele keuze van een zwakkere partij wordt beïnvloed door een gebrek 97
4.7.3.3 Toepassingsvoorwaarde II: eigen verantwoordelijkheid blijft het uitgangspunt van het contractenrecht 98
4.7.3.4 Toepassingsvoorwaarde III: fraternalistische beschermingstechnieken bieden onvoldoende bescherming 100
4.7.3.5 Toepassingsvoorwaarde IV: vrijwel alle zwakkere partijen zouden de voorgeschreven contractsinhoud kunnen aanvaarden 101
4.8 Conclusie 102
5 Gedragswetenschappelijke inzichten en de tekortkomingen van de bescherming van zwakkere partijen 105
5.1 Inleiding 105
5.2 De economische rationaliteitsconceptie en gedragswetenschappelijke inzichten 105
5.2.1 De economische rationaliteitsconceptie 105
5.2.2 Gedragswetenschappelijke inzichten 106
5.2.2.1 Inleiding 106
5.2.2.2 Simon en de begrensde rationaliteit van mensen 107
5.2.2.3 Kahneman en zijn onderzoek naar de begrensde rationaliteit van mensen 108
5.2.2.4 Kritiek op het onderzoek van Kahneman 110
5.2.2.5 Andere invloeden van de beperkte cognitieve capaciteit van mensen 112
5.3 De tekortkomingen van de huidige bescherming van zwakkere partijen 114
5.3.1 Inleiding 114
5.3.2 De economische rationaliteitsconceptie en de huidige bescherming van zwakkere partijen 115
5.3.3 Eerste tekortkoming: zwakkere partijen worden te weinig beschermd tegen een gebrek aan weerstand en een gebrek aan cognitieve capaciteit 117
5.3.3.1 Inleiding 117
5.3.3.2 Te weinig bescherming tegen een gebrek aan weerstand 117
5.3.3.3 Te weinig bescherming tegen een gebrek aan cognitieve capaciteit 119
5.3.3.4 Kanttekening 120
5.3.4 Tweede tekortkoming: een aantal fraternalistische beschermingstechnieken biedt minder bescherming dan verondersteld wordt 121
5.3.5 De twee tekortkomingen en de spanning tussen bescherming en contractsvrijheid 123
5.4 Potentiële oplossingen 123
5.4.1 Inleiding 123
5.4.2 Fraternalistische beschermingstechnieken verbeteren 124
5.4.3 Toch vaker paternalistische beschermingstechnieken toepassen 124
5.4.4 Gepersonaliseerde bescherming 125
5.5 Conclusie 125
Deel II het theoretisch kader
6 De potentie van nudging voor de bescherming van zwakkere partijen 129
6.1 Inleiding 129
6.2 De definitie en kenmerken van nudging 129
6.2.1 Inleiding 129
6.2.2 Nudging 130
6.2.2.1 De definitie van Thaler en Sunstein 130
6.2.2.2 Nudging in vergelijking met de stok 130
6.2.2.3 Nudging in vergelijking met de wortel 133
6.2.2.4 Nudging in vergelijking met de preek 134
6.2.3 Sludge 134
6.2.4 Boosting 135
6.2.5 Libertarian paternalism 136
6.2.6 Nudgetechnieken 137
6.2.6.1 Inleiding 137
6.2.6.2 Nudges die iemand helpen om zelf een keuze te maken 138
6.2.6.3 Nudges die een keuze naar of weg van een bepaalde optie sturen 138
6.3 De toepassingen van nudging ter bescherming van zwakkerepartijen 139
6.3.1 Inleiding 139
6.3.2 Toepassing I: nudging om zwakkere partijen te helpen zelf een keuze te maken 139
6.3.3 Toepassing II: nudging als hulp bij het maken van een keuze die aansluit bij eigen wensen 140
6.3.4 Toepassing III: nudging als hulp bij het kiezen van de meest verstandige optie 142
6.3.5 Kanttekening 143
6.4 Conclusie 143
7 Principiële bezwaren tegen nudging 145
7.1 Inleiding 145
7.2 De wijze waarop nudges keuzes beïnvloeden 145
7.2.1 Inleiding 145
7.2.2 Kritiek op de wijze waarop nudges keuzes beïnvloeden 146
7.2.3 Nuance bij de kritiek op de wijze waarop nudges keuzes beïnvloeden 146
7.2.4 Manipulatie 147
7.2.4.1 Inleiding 147
7.2.4.2 Manipulatie: betekenissen en gebruikswijzen 148
7.2.4.3 Manipuleert een nudge? Drie voorwaarden 149
7.3 Nudging, menselijke waardigheid en zelfrespect 151
7.3.1 Inleiding 151
7.3.2 Menselijke waardigheid, zelfrespect en autonomie 152
7.3.3 Nudging, menselijke waardigheid en zelfrespect 153
7.3.4 Zelfrespect en menselijke waardigheid in het contractenrecht 154
7.4 Nudging en de mogelijkheid om – van fouten – te leren 156
7.4.1 Inleiding 156
7.4.2 Educatie in plaats van nudging? 157
7.4.3 Van fouten leren in plaats van nudging? 158
7.5 Nudging en de macht die een overheid daardoor verkrijgt 158
7.5.1 Inleiding 158
7.5.2 Transparantie 159
7.5.3 Zijn wetgeving en rechtspraak voldoende transparant? 160
7.6 Conclusie 160
8 De uitvoerbaarheid van nudging 163
8.1 Inleiding 163
8.2 Nudging en het behoud van keuzevrijheid 163
8.2.1 Inleiding 163
8.2.2 Keuzevrijheid 164
8.2.3 Kritiek op nudging vanwege het effect ervan 164
8.2.4 Empirisch onderzoek naar keuzevrijheid en het effect van nudging 166
8.2.5 Keuzevrijheid en contractsvrijheid 167
8.3 Nudging en de optie waarnaar een keuze gestuurd moet worden 167
8.3.1 Inleiding 167
8.3.2 Factoren die het vaststellen van de optie die bescherming biedt bemoeilijken 168
8.3.2.1 Inleiding 168
8.3.2.2 Factor I: de beperkte betrouwbaarheid van door keuzes onthulde wensen 169
8.3.2.3 Factor II: het risico op (te veel) perfectionisme 170
8.3.2.4 Factor III: nudges zijn doorgaans one-size-fits-all 171
8.3.3 Reeds ontwikkelde benaderingen 171
8.3.3.1 Inleiding 171
8.3.3.2 Empirische benaderingen 171
8.3.3.3 Normatieve benaderingen 174
8.3.4 Contractrechtelijke benaderingen 176
8.3.4.1 Inleiding 176
8.3.4.2 De inhoud van aanvullend recht 176
8.3.4.3 De inhoud van paternalistische beschermingstechnieken 177
8.3.5 De optie die de meerderheid van zwakkere partijen zou kunnen aanvaarden 178
8.3.5.1 Inleiding 178
8.3.5.2 Zwakkere partijen helpen met het maken van een keuze die aansluit bij eigen wensen 178
8.3.5.3 Zwakkere partijen helpen met het kiezen van de meest verstandige optie 180
8.4 Nudging en de kennis over de randvoorwaarden 181
8.4.1 Inleiding 181
8.4.2 De kennis over de werking van nudges 182
8.4.3 Hoe moeten kennisleemten in ogenschouw worden genomen? 182
8.5 Conclusie 183
9 Nudges die een persoon helpen om zelf een keuze te maken 185
9.1 Inleiding 185
9.2 Het vertalen van informatie 185
9.2.1 Inleiding 185
9.2.2 Informatie vertalen 186
9.2.2.1 Van informatie naar een geïnformeerde keuze: een hobbelige weg 186
9.2.2.2 De hoeveelheid informatie beperken 186
9.2.2.3 De inhoud en presentatie van informatie versimpelen 187
9.2.3 Informatie vertalen ter bescherming van een zwakkere partij 188
9.3 Andersoortige informatie zichtbaar maken 190
9.3.1 Inleiding 190
9.3.2 Meta-informatie 190
9.3.3 Gebruiksinformatie 191
9.4 Een herinnering 192
9.4.1 Inleiding 192
9.4.2 Een herinnering als nudge 192
9.4.3 De toepassing van herinneringen ter bescherming van een zwakkere partij 193
9.5 Actief vragen om een keuze te maken 194
9.5.1 Inleiding 194
9.5.2 Actief vragen om een keuze te maken als nudgetechniek 194
9.5.3 De toepassing van actief vragen om een keuze te maken ter bescherming van een zwakkere partij 195
9.6 Een keuzehulpmiddel 196
9.6.1 Inleiding 196
9.6.2 De consider-the-opposite strategy en de elaborate strategy 197
9.6.3 Keuzehulpmiddelen die een persoon helpen met zijn eigen wensen of situatie in kaart brengen 198
9.7 Zelfnudging 198
9.7.1 Inleiding 198
9.7.2 Zelfnudging in enge zin en zelfnudging in ruime zin 199
9.7.3 De beperkte relevantie van zelfnudging voor de bescherming van een zwakkere partij 199
9.8 Debiasing-nudges en counter-nudges 200
9.8.1 Inleiding 200
9.8.2 Debiasing-nudges en counter-nudges: kenmerken 200
9.8.3 De toepassing van debiasing-nudges en counter-nudges ter bescherming van een zwakkere partij 201
9.9 Conclusie 201
10 Nudges die een keuze naar of weg van een bepaalde optie sturen 203
10.1 Inleiding 203
10.2 Een standaardoptie 203
10.2.1 Inleiding 203
10.2.2 Een standaardoptie als nudge 204
10.2.3 De toepassing van een standaardoptie ter bescherming van een zwakkere partij 205
10.2.3.1 Inleiding 205
10.2.3.2 Directe toepassing van een standaardoptie 205
10.2.3.3 Indirecte toepassing van een standaardoptie 206
10.3 Een sociale-normnudge 207
10.3.1 Inleiding 207
10.3.2 Een sociale norm als nudge 207
10.3.3 De toepassing van sociale-normnudges ter bescherming van een zwakkere partij 209
10.4 De presentatie van informatie en de keuze(opties) 210
10.4.1 Inleiding 210
10.4.2 De presentatie van informatie en een keuze(optie) als nudge 210
10.4.2.1 Drie soorten framing-nudges 210
10.4.2.2 Ankernudges 212
10.4.2.3 De presentatie van keuzeopties 213
10.4.3 De presentatie van informatie of een keuze(optie) aanpassen ter bescherming van een zwakkere partij 214
10.5 Inspelen op het feit dat personen gevolgen hyperbolisch verdisconteren 215
10.5.1 Inleiding 215
10.5.2 Hyperbolisch verdisconteren 215
10.5.3 Inspelen op het feit dat personen gevolgen hyperbolisch verdisconteren ter bescherming van een zwakkere partij 216
10.6 Conclusie 216
Deel III de casestudies
11 Nudging en de bijzondere zorgplicht van financiële instellingen bij
complexe financiële producten 221
11.1 Inleiding 221
11.2 Juridische en maatschappelijke relevantie van de bijzondere zorgplicht 221
11.3 Juridisch kader van de bijzondere zorgplicht 225
11.3.1 Inleiding 225
11.3.2 Inhoud en omvang van de bijzondere zorgplicht 225
11.3.3 De bijzondere zorgplicht en haar verhouding tot andere leerstukken en rechtsregels 228
11.3.3.1 Inleiding 228
11.3.3.2 Dwaling en eigen schuld 228
11.3.3.3 Het financieel toezichtrecht 230
11.4 De bijzondere zorgplicht bezien vanuit gedragswetenschappelijk perspectief 230
11.4.1 Inleiding 230
11.4.2 Eigen lichtvaardigheid en gebrek aan inzicht 231
11.4.3 De waarschuwings- en vergewisplicht 233
11.4.4 De adviesplicht 235
11.5 De bijzondere zorgplicht en het stroomschema 235
11.5.1 Inleiding 235
11.5.2 Vraag I: het gebrek in kwestie 236
11.5.3 Vraag II: zwakkere partijen – van fouten – laten leren 236
11.5.4 Vraag III: bescherming door fraternalistische beschermingstechnieken 236
11.5.5 Vraag IV: bescherming door nudges die een persoon helpen om zelf een keuze te maken 237
11.5.6 Vraag V: de optie waarnaar een keuze moet worden gestuurd 237
11.5.7 Vraag VI: randvoorwaarden 238
11.5.7.1 Inleiding 238
11.5.7.2 De consider-the-opposite strategy 239
11.5.7.3 Gebruiksinformatie 239
11.5.7.4 Sociale-normnudge 240
11.5.7.5 De presentatie van informatie of een keuze(optie) 240
11.5.7.6 Inspelen op het feit dat personen gevolgen hyperbolisch verdisconteren 241
11.5.8 Vraag VII: eigen verantwoordelijkheid 242
11.6 Conclusie 243
12 Nudging en particuliere borgtocht 245
12.1 Inleiding 245
12.2 Juridische en maatschappelijke relevantie van particuliere borgtocht 245
12.3 Juridisch kader van de bescherming van de particuliere borg 248
12.4 De bescherming van de particuliere borg bezien vanuit gedragswetenschappelijk perspectief 251
12.4.1 Inleiding 251
12.4.2 De zwakheden waartegen de particuliere borg wordt beschermd 251
12.4.3 De beschermingstechnieken bezien vanuit gedragswetenschappelijk perspectief 253
12.5 De bescherming van de particuliere borg en het stroomschema 256
12.5.1 Inleiding 256
12.5.2 Vraag I: het gebrek in kwestie 256
12.5.3 Vraag II: zwakkere partijen – van fouten – laten leren 257
12.5.4 Vraag III: bescherming door fraternalistische beschermingstechnieken 257
12.5.5 Vraag IV: bescherming door nudges die een persoon helpen om zelf een keuze te maken 257
12.5.6 Vraag V: de optie waarnaar een keuze moet worden gestuurd 258
12.5.7 Vraag VI: randvoorwaarden 259
12.5.7.1 Inleiding 259
12.5.7.2 Informatie vertalen ter verbetering van informatieoverdracht 259
12.5.7.3 Gebruiksinformatie 260
12.5.7.4 De consider-the-opposite strategy 260
12.5.7.5 Standaardoptie 261
12.5.7.6 Sociale-normnudge 261
12.5.7.7 De presentatie van informatie en een keuze(optie) 262
12.5.7.8 Inspelen op het feit dat personen gevolgen hyperbolisch verdisconteren 262
12.5.8 Vraag VII: eigen verantwoordelijkheid 262
12.6 Conclusie 264
13 Nudging en add-on verzekeringen 265
13.1 Inleiding 265
13.2 Add-on verzekeringen: kenmerken en relevantie 265
13.3 Huidige bescherming bij add-on verzekeringen 267
13.4 Add-on verzekeringen bezien vanuit gedragswetenschappelijk perspectief 268
13.4.1 Inleiding 268
13.4.2 De keuze een add-on verzekering af te sluiten 268
13.4.3 De huidige bescherming 271
13.5 Bescherming bij add-on verzekeringen en het stroomschema 272
13.5.1 Inleiding 272
13.5.2 Vraag I: het gebrek in kwestie 272
13.5.3 Vraag II: zwakkere partijen – van fouten – laten leren 272
13.5.4 Vraag III: bescherming door fraternalistische beschermingstechnieken 273
13.5.5 Vraag IV: bescherming door nudges die een persoon helpen om zelf een keuze te maken 274
13.5.6 Vraag V: de optie waarnaar een keuze moet worden gestuurd 274
13.5.7 Vraag VI: randvoorwaarden 275
13.5.7.1 Inleiding 275
13.5.7.2 Gebruiksinformatie 275
13.5.7.3 Standaardoptie 275
13.5.7.4 Sociale-normnudge 276
13.5.7.5 De presentatie van informatie of een keuze(optie) 276
13.5.8 Vraag VII: eigen verantwoordelijkheid 276
13.6 Conclusie 277
14 Slotbeschouwing 279
14.1 Inleiding 279
14.2 Drie toepassingen van nudging 279
14.2.1 Inleiding 279
14.2.2 Toepassing I: nudging als hulp om zelf een keuze te maken 279
14.2.3 Toepassing II: nudging als hulp bij het kiezen van de optie die aansluit bij eigen wensen 280
14.2.4 Toepassing III: nudging als hulp bij het kiezen van de meest verstandige optie 280
14.3 Toepassingsvoorwaarden 280
14.3.1 Inleiding 280
14.3.2 Toepassingsvoorwaarde I: een contractuele keuze wordt beïnvloed door een gebrek 281
14.3.3 Toepassingsvoorwaarde II: laten leren – van fouten – maakt bescherming niet onnodig 281
14.3.4 Toepassingsvoorwaarde III: subsidiariteit 282
14.3.5 Toepassingsvoorwaarde IV: de optie waarnaar een keuze moet worden gestuurd 282
14.3.6 Toepassingsvoorwaarde V: voldoende eigen verantwoordelijkheid blijft behouden 282
14.3.7 Toepassingsvoorwaarde VI: de nudge biedt de gewenste bescherming 283
14.4 Randvoorwaarden 283
14.5 Nudging kan zwakkere partijen beschermen, maar is geen wondermiddel 284
14.6 Ter afronding 285
Samenvatting 287
Summary 295
Bronnen 303
Annex: stroomschema 373
Trefwoordenregister 375
Anderen die dit e-book kochten, kochten ook
Rubrieken
- advisering
- algemeen management
- coaching en trainen
- communicatie en media
- economie
- financieel management
- inkoop en logistiek
- internet en social media
- it-management / ict
- juridisch
- leiderschap
- marketing
- mens en maatschappij
- non-profit
- ondernemen
- organisatiekunde
- personal finance
- personeelsmanagement
- persoonlijke effectiviteit
- projectmanagement
- psychologie
- reclame en verkoop
- strategisch management
- verandermanagement
- werk en loopbaan