Pleegrechten voor kinderen
Een onderzoek naar het realiseren van de rechten van kinderen die in het kader van een ondertoezichtstelling in een pleeggezin zijn geplaatst
Paperback Nederlands 2020 1e druk 9789462908420Samenvatting
De afgelopen jaren is er veel aandacht geweest voor de rechten van pleegkinderen. De Verenigde Naties hebben de Guidelines for the Alternative Care of Children verwelkomd, die verdere invulling geven aan de rechten van uit huis geplaatste kinderen uit het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind. Ook het Europees Hof voor de Rechten van de Mens heeft veel uitspraken gewezen over uithuisplaatsingen. Uit kinder- en mensenrechten kunnen zo duidelijke rechten van pleegkinderen worden afgeleid. Maar wat betekenen deze rechten nu voor pleegkinderen in de dagelijkse praktijk?
In dit onderzoek wordt ingegaan op de betekenis van kinderrechten voor kinderen die in het kader van een ondertoezichtstelling in een pleeggezin wonen. Het onderzoek richt zich daarbij op vier belangrijke beslissingen in hun leven: de beslissing om het kind uit huis te plaatsen; de beslissing waar het kind komt te wonen; de beslissing met wie het kind omgang mag hebben en de beslissing waar het kind uiteindelijk op zal groeien. Onderzocht is of de nationale wet- en regelgeving over deze beslissingen in overeenstemming zijn met de rechten van het kind én of kinderen die rechten ook daadwerkelijk kunnen afdwingen. Op basis daarvan worden aanbevelingen gedaan voor verbetering van de rechtspositie van pleegkinderen in Nederland.
Trefwoorden
pleegzorg kinderrechten uithuisplaatsing jeugdzorg ondertoezichtstelling familierecht kinderbescherming wetgeving mensenrechten omgangsregeling gezag procedurele waarborgen belangen van het kind participatie internationale verdragen rechtspositie kinderrechter hereniging ouderlijk gezag raad voor de kinderbescherming pleegouders rechtsingangen minderjarigen juridische procedures gecertificeerde instelling familieleven zorg rechtsbescherming overheid nederland
Trefwoorden
Specificaties
Lezersrecensies
Inhoudsopgave
U kunt van deze inhoudsopgave een PDF downloaden
1.1 Inleiding – Gregory K, die jongen die scheidde van zijn ouders 1
1.2 Debat over de positie van het pleegkind 3
1.3 Het pleegkind in kinder- en mensenrechtenverdragen 5
1.4 Organisatie van de pleegzorg in Nederland 6
1.5 De pleegzorgplaatsing in het kader van de ondertoezichtstelling 11
1.6 De kwetsbare positie van het pleegkind in het kader van de ondertoezichtstelling 13
1.6.1 De beslissing om het kind uit huis te plaatsen (beslissing 1) 14
1.6.2 De beslissing waar het kind komt wonen (beslissing 2) 16
1.6.3 De beslissing met wie het kind omgang en contact heeft (beslissing 3) 18
1.6.4 Het opvoedingsbesluit (beslissing 4) 19
1.7 Kader van het onderzoek en onderzoeksvragen 20
1.7.1 Methodologische verantwoording 23
1.7.1.1 Kanttekening bij het onderzoek 28
1.7.2 Definities en begrippen 29
1.7.3 Leeswijzer 30
2 DE POSITIE VAN HET KIND VOLGENS KINDER- EN MENSENRECHTEN 31
2.1 Inleiding 31
2.2 Het kind als subject van rechten 33
2.2.1 Is de rechtssubjectiviteit afhankelijk van de capaciteiten van het kind? 34
2.2.2 Het kind als subject van rechten in kinder- en mensenrechtendocumenten 36
2.3 De invloed van ’ontwikkelende vermogens’ op het uitoefenen van rechten 40
2.3.1 Het uitoefenen van rechten in kinder- en mensenrechtendocumenten 40
2.4 Tussenconclusie 49
2.5 De betekenis van de belangen van het kind 51
2.5.1 Het vaststellen van wat de belangen van het kind zijn 51
2.5.2 Normatieve en feitelijke overwegingen 52
2.5.3 De belangen van het kind en de mening van het kind 54
2.5.4 Een minimale versus een optimale invulling van de belangen van het kind 57
2.5.5 De belangen van het kind zijn een eerste overweging 58
2.5.6 Conclusie belang van het kind 59
2.6 Conclusie 61
3 DE RECHTEN VAN HET PLEEGKIND BIJ DE BESLISSING TOT UITHUISPLAATSING 63
3.1 Inleiding 63
3.2 Het recht van het kind om bij zijn ouders te blijven 66
3.3 Het algemene kader van toetsing van de beslissing tot uithuisplaatsing 69
3.3.1 Beoordelingsruimte 70
3.3.2 Weging van het noodzakelijkheidscriterium 72
3.4 De noodzakelijkheid van de uithuisplaatsing 73
3.5 De invulling van de noodzakelijkheidstoets 75
3.5.1 Het schadebeginsel 75
3.5.2 De doelmatigheid 77
3.5.3 De impact van het ingrijpen op het gezin moet zijn onderzocht 79
3.5.4 De vraag naar minder ingrijpende middelen 80
3.5.4.1 Minder ingrijpende middelen: materiële of financiële ondersteuning aan het gezin 81
3.5.4.2 Minder ingrijpende middelen: opvoedingsondersteuning 82
3.5.4.3 Minder ingrijpende middelen: het handelen van de ouder 84
3.6 Verplichting tot ingrijpen bij kindermishandeling 85
3.7 Tussenconclusie 88
3.8 Procedurele waarborgen bij de uithuisplaatsingsbeslissing 91
3.9 Procedurele waarborgen in kinder- en mensenrechtendocumenten 92
3.10 De totstandkoming en onderbouwing van beslissingen en waarheidsvinding 93
3.11 Participatie bij de besluitvorming 96
3.12 De mogelijkheid om te klagen over een genomen beslissing 101
3.12.1 Een klachtrecht voor pleegkinderen 107
3.13 Conclusie: Het kind centraal bij de uithuisplaatsingsbeslissing 110
4 WAAR KOMT HET PLEEGKIND TE WONEN? 113
4.1 Inleiding 113
4.2 Het vinden van een geschikte woonplek – een verplichting voor de staat 116
4.3 Voorkeur voor plaatsing in een gezinsvervangende omgeving 120
4.4 Plaatsing binnen het eigen netwerk 123
4.5 Broers en zussen 125
4.6 Rekening houden met de achtergrond van het kind 129
4.7 Continuïteit in de opvoeding 133
4.8 Procedurele waarborgen bij de plaatsingsbeslissing 134
4.9 Conclusie 135
5 OMGANG EN CONTACT 141
5.1 Inleiding 141
5.2 Met wie heeft het kind, naast de ouders met gezag, nog meer familieleven? 142
5.3 Het realiseren van omgang en contact 148
5.3.1 Een positieve verplichting om omgang te realiseren met anderen dan de ouders 150
5.3.2 Redenen voor het faciliteren van omgang 151
5.4 Het beperken van omgang 153
5.4.1 De belangen van het kind als doel van de omgangsbeperking 153
5.4.2 Evaluatie 155
5.4.3 Omgangsbeperkingen en jonge kinderen 155
5.5 Onderbouwing 156
5.6 Participatie 156
5.7 Conclusie 158
6 HET OPVOEDINGSBESLUIT 161
6.1 Inleiding 161
6.2 Het opvoedingsbesluit onder kinder- en mensenrechtendocumenten 162
6.3 De uithuisplaatsing is primair gericht op hereniging van het pleegkind met zijn ouders 163
6.3.1 Begeleiding van de terugplaatsing 165
6.4 De beslissing om het gezag van ouders te beëindigen 166
6.5 Procedurele waarborgen bij het opvoedingsbesluit 172
6.5.1 Het meewegen van de mening van het kind 173
6.6 Conclusie 175
7 CONCLUSIE INTERNATIONAAL DEEL VAN HET ONDERZOEK 177
7.1 Inleiding 177
7.2 Een kinderrechtenbenadering voor beslissingen in de pleegzorg 177
7.3 De procedurele onderbouwing van beslissingen 179
7.4 De rol van ouders 181
7.5 Conclusie 187
8 DE BESLISSING TOT UITHUISPLAATSING ONDER NATIONALE WET- EN REGELGEVING 191
8.1 Inleiding 191
8.2 De uithuisplaatsingsbeslissing in Nederland 194
8.2.1 De ondertoezichtstelling 196
8.2.2 De uithuisplaatsing als uiterst middel om de doelen van de ondertoezichtstelling te bereiken 200
8.3 De beslissing om een uithuisplaatsing te verzoeken 202
8.3.1 De Richtlijn Uithuisplaatsing 203
8.3.2 De kaders van de Raad voor de Kinderbescherming 204
8.4 De uithuisplaatsing in het licht van kinderrechten 204
8.4.1 Het doel van de uithuisplaatsing 205
8.4.1.1 Het doel van de uithuisplaatsing in een concreet geval 207
8.4.2 Is het voor het bereiken van het doel noodzakelijk om het kind uit huis te plaatsen? 209
8.4.2.1 De rol van ouders 210
8.4.2.2 Effectiviteit in bredere zin 211
8.4.2.3 Schadebeginsel 213
8.4.2.4 Ouders die hun kind beperken bij het uitoefenen van hun rechten 215
8.4.3 Een zorgvuldige beoordeling van de impact van het genomen besluit op betrokkenen 218
8.4.4 Minder ingrijpende middelen 218
8.4.4.1 Het bekijken van de mogelijkheden binnen het eigen netwerk 221
8.4.4.2 Minder ingrijpende middelen bekeken door de verzoekers 221
8.5 De mening van de minderjarige in de besluitvorming 222
8.6 In hoeverre is de grond voor uithuisplaatsing in overeenstemming met kinderrechten? 223
8.7 Procedurele waarborgen bij de uithuisplaatsingsbeslissing 226
8.8 Onderbouwing van het verzoek tot uithuisplaatsing 226
8.8.1 Onderbouwing door de Raad voor de Kinderbescherming 226
8.8.2 Het zorgvuldig verzamelen en vastleggen van informatie 227
8.8.3 Waarheidsvinding 229
8.8.4 De informatie waar de kinderrechter zijn uitspraak op moet baseren 230
8.8.4.1 Geen indicatiebesluit meer 231
8.8.4.2 Overige informatie die de kinderrechter ontvangt 233
8.8.5 De onderbouwing van de beslissing in het licht van kinderrechten 235
8.9 Participatie van de minderjarige 237
8.9.1 Het betrekken van het kind bij de besluitvorming door de verzoekers 237
8.9.1.1 Inzage in de stukken 239
8.9.2 Het betrekken van de minderjarige bij de besluitvorming door de kinderrechter 241
8.9.2.1 Twaalfminners 241
8.9.2.2 Twaalfplussers 242
8.9.2.3 Het kindgesprek in de praktijk 243
8.9.3 Hoe kan het pleegkind opkomen voor zijn rechten bij de beslissing tot uithuisplaatsing 245
8.9.3.1 Kunnen broers en zussen opkomen voor hun recht op bescherming van het familieleven? 248
8.10 Conclusie 248
9 WAAR KOMT HET KIND TE WONEN VOLGENS DE NATIONALE WET- EN REGELGEVING? 253
9.1 Inleiding 253
9.2 Wie beslist waar het kind komt te wonen? 254
9.2.1 De Rol van de Gecertificeerde Instelling en de Pleegzorgaanbieder 258
9.3 Voorkeur voor plaatsing in een gezin 260
9.3.1 De plek van de plaatsing en de banden met familieleden 261
9.3.2 Broers en zussen 263
9.3.3 Continuïteit in de opvoeding 265
9.3.4 De ethische, godsdienstige en culturele achtergrond van het kind 266
9.3.5 Een veilige woonplek 269
9.4 De onderbouwing van de plaatsingsbeslissing 272
9.5 Participatie 274
9.5.1 Rechtsingangen bij de uitvoerende instanties 276
9.5.2 De kinderrechter en de plek van de plaatsing 278
9.6 Conclusie 279
10 OMGANG EN CONTACT IN DE NATIONALE WET- EN REGELGEVING 285
10.1 Inleiding 285
10.2 Geschiedenis van de wettelijke regeling omtrent omgang tijdens de uithuisplaatsing 286
10.3 Omgang en contact met ouders 287
10.3.1 Omgang en contact bij een al bestaande omgangsregeling 290
10.4 Omgang en contact met ouders zonder gezag 291
10.5 Omgang en contact met andere naasten 291
10.5.1 Grootouders 292
10.5.2 Broers en zussen 293
10.5.3 Voormalig pleegouders 294
10.6 Invulling van de omgangsregeling 295
10.6.1 Het stimuleren van omgang 296
10.6.2 Herenigingsdoelstelling 297
10.6.3 Omgang met jonge kinderen 298
10.6.4 Plaatsing in de buurt van ouders 299
10.6.5 Evaluatie 300
10.7 Het verbreken van contact 301
10.8 Onderbouwing van de beslissing 302
10.9 Participatie 303
10.9.1 Informatie en hoorrecht 304
10.10 Rechtsingangen 305
10.11 Conclusie 308
11 HET OPVOEDINGSBESLUIT IN DE NATIONALE WET- EN REGELGEVING 313
11.1 Inleiding 313
11.2 Historisch overzicht 314
11.3 De beslissing tot terugplaatsing 318
11.3.1 De Gecertificeerde Instelling kan besluiten de uithuisplaatsing te beëindigen 318
11.3.2 De betrokkenen verzoeken beëindiging van de uithuisplaatsing 319
11.3.3 Een regelmatige evaluatie van de plaatsing 321
11.3.4 Toetsing van de beslissing tot verplaatsing 322
11.3.5 Onderbouwing van de beslissing om terug te plaatsen 324
11.3.6 Participatie en rechtsingangen 324
11.4 De beslissing tot verlenging van de machtiging uithuisplaatsing 325
11.4.1 Onderbouwing 328
11.4.2 Participatie 328
11.5 Gezagsbeëindiging 329
11.5.1 Grond voor gezagsbeëindiging 329
11.5.1.1 De situatie waarin de minderjarige helemaal niet op een stabiele plek verblijft 232
11.5.1.2 De situatie waarin tijdens de uithuisplaatsing niet de benodigde hulp is geboden 333
11.5.1.3 De situatie waarin ouders meewerken met de plaatsing en het kind geen onduidelijkheid ervaart 333
11.5.2 De Gecertificeerde Instelling en het opvoedingsbesluit 334
11.6 Onderbouwing 336
11.7 Participatie 337
11.8 Gezagsbeëindiging en dan? 338
11.9 Conclusie 338
12 VAN PLEEGRECHTEN NAAR KINDERRECHTEN 343
12.1 Inleiding 343
12.2 Naar een antwoord op de onderzoeksvraag 344
12.3 De beslissing om het kind uit huis te plaatsen 345
12.4 De beslissing waar het kind komt te wonen 351
12.5 Beslissingen over de omgangsregeling 355
12.6 Het opvoedbesluit 358
12.7 Kan het kind opkomen voor zijn rechten? 360
12.8 De afstand tussen pleegkind en ouders 361
12.9 Conclusie 362
AANBEVELINGEN 365
Aanbevelingen ten aanzien van de beslissing tot uithuisplaatsing 365
Aanbevelingen ten aanzien van de beslissing waar het kind komt te wonen 365
Aanbevelingen ten aanzien van de omgangsregeling 366
Aanbevelingen ten aanzien van het opvoedbesluit 367
Aanbevelingen ten aanzien van de procespositie van de minderjarige 367
LITERATUURLIJST 369
RECHTSPRAAK 397
Anderen die dit boek kochten, kochten ook
Rubrieken
- advisering
- algemeen management
- coaching en trainen
- communicatie en media
- economie
- financieel management
- inkoop en logistiek
- internet en social media
- it-management / ict
- juridisch
- leiderschap
- marketing
- mens en maatschappij
- non-profit
- ondernemen
- organisatiekunde
- personal finance
- personeelsmanagement
- persoonlijke effectiviteit
- projectmanagement
- psychologie
- reclame en verkoop
- strategisch management
- verandermanagement
- werk en loopbaan