Manoeuvreren met zeeschepen

Voorwoord
Inleiding

Deel 1 Theoretische voorbeschouwing

1. Kernbegrippen operationeel niveau
1.1 Krachtenspel op schepen
1.2 Stromingsleer
1.3 Werking van schroeven
1.4 Werking van roeren
1.5 Rompweerstand
1.6 Bewegingen van het schip, definities

2. Kernbegrippen op managementniveau
2.1 Interactie schroef-roer-romp
2.2 Draaipunten van schepen

Deel 2 Operationeel niveau

3. Manoeuvreereigenschappen
3.1 De draaicirkel
3.2 De stopweg
3.3 Koersstabiliteit

4. Externe invloeden op manoeuvreergedrag
4.1 Wind- en stroominvloeden
4.2 Ondiep watereffecten
4.3 Oevereffecten

5. Het ankergerei
5.1 De houdkracht van het anker
5.2 Anker klaarmaken
5.3 Procedure bij het presenteren van het anker
5.4 Ankeren in diep water
5.5 Anker op gaan
5.6 Ankergerei zeeklaar maken

6. Het meergerei
6.1 Algemeen
6.2 Type meertrossen en hun gebruik
6.3 Benaming en functie van trossen
6.4 Veiligheidsaspecten
6.5 Krachten op trossen en meergerei bij variërende invalshoeken
6.6 Zeeklaar maken van het meergerei
6.7 Testen bandrem van de winchtrommel
6.8 Trekkrachtverlies op winch

7. De loodsladder
7.1 Eisen aan de loodsladder
7.2 Procedure overnemen van de loods

8. Man over boord
8.1 Algemeen
8.2 Procedure

Deel 3 Managementniveau

9. Reisvoorbereiding
9.1 Het belang van planning
9.2 Manoeuvreerklaar maken van het schip voor vertrek
9.3 Voorbereiding schip voor aanloop loodsstation
9.4 Naderen van het loodsstation
9.5 Overnemen van de loods

10. Manoeuvreren in de riviermond, op de rivier en in beperkt vaarwater
10.1 Veilige scheepssnelheid
10.2 Keuze van het traject
10.3 Manoeuvreren in een bocht
10.4 Keren in een nauw vaarwater
10.5 Varen in nauw vaarwater met sleepbootassistentie

11. Bochttechnieken
11.1 Bepalen bochtstraal en wheel over point
11.2 Constante draaimethode
11.3 Controleren van het traject tijdens het bochten

12. Manoeuvreren in ondiep water
12.1 Algemeen
12.2 Vergroten van de draaicirkel
12.3 Verandering van koersstabiliteit
12.4 De stopweg in ondiep water
12.5 Diepgangsvermeerdering (squat)
12.6 Diepgangsvermeerdering door slingeren en stampen

13. Interactie schip-schip
13.1 Passage van schepen
13.2 Oplopende schepen
13.3 Oplopen door kleine schepen

14. Gebruik van manoeuvreermiddelen
14.1 Mogelijkheden en beperkingen verschillende type roeren
14.2 Manoeuvreren bij enkelschroef schepen
14.3 Manoeuvreren met dubbelschroef schepen
14.4 Manoeuvreren met azimuth voortstuwing

15. Meren en ontmeren
Inleiding
15.1 Meren en ontmeren met conventionele manoeuvreermiddelen
15.2 Meren en ontmeren met dubbelschroevers
15.3 Meren en ontmeren met azimuth voortstuwing
15.4 Meren en ontmeren met sleepboten
15.5 Droogdokken

16. Sleepbootassistentie
16.1 Algemeen
16.2 Conventionele sleepboten
16.3 Tractor tugs
16.4 Azimuth Stern Drive

17. Ankeren
17.1 Planning
17.2 Uitvoering
17.3 Controle van de drift en vaart over de grond
17.4 Ten anker met twee ankers
17.5 Klaren van de ankers

18. Slecht weer manoeuvres
18.1 Algemeen
18.2 Maatregelen bij zware zeegang
18.3 Noodmanoeuvres

19. Hulp aan andere schepen of vliegtuigen in nood
19.1 Algemeen
19.2 Ophalen van drenkelingen

20. Manoeuvreren in ijsgebieden
20.1 Algemeen
20.2 Terminologie van de soorten ijs
20.3 IJsclassificatie voor schepen
20.4 Informatie aan boord
20.5 Algemene aandachtspunten
20.6 Manoeuvreren in het ijs zonder ijsbreker
20.7 Verlies aan stabiliteit

21. Varen in verkeersscheidingsstelsels
21.1 Algemeen
21.2 Trajectkeuze

Register
Referenties