Onlangs maakte ik er ook weer één mee: een pitch voor een nieuw incubator idee met de directies van Hogescholen aan tafel. Een ‘er-op-of-eronder’ moment. Dat ze een uur van hun kostbare tijd hadden vrijgemaakt, was al heel wat. Maar ik kwam voorbereid! Mijn hulpbronnen in de voorbereiding de laatste twee weken waren Pitch! (‘Van elevator tot aanbesteding’) door Alette den Exter en Rick Willemsen, en De perfecte pitch (‘De zeven principes van het overtuigen’) door Bill McGowan.
Het eerste boekje is van de hand van een communicatietrainer en tekstexpert. Een handzaam boekje met veel tips uitgaande van vooral het geschreven woord. Aandacht voor presentaties is er ook. Speechcoach Gijs Weenink, oprichter van www.debatacademy.nl ontraadt het gebruik van ondersteunend materiaal ten sterkste. Een spiekbriefje mag nog net. De rest leidt af want die eerste seconden daar gebeurt het in. En daarna is het inkoppen. Het is dus belangrijk om zeer goed voor te bereiden, te oefenen met een ‘generale-repetitieteam’ en dan doen! Pitch! heeft ook een prettig hoofdstuk over de belangrijke ‘pitchmomenten’ in een aanbestedingstraject.
McGowan heeft een veel breder boek geschreven met veel aandacht aan presentatiestijlen en lichaamshouding. McGowan’s klanten staan kennelijk vaak voor de camera of op een Ted podium want veel tips gaan over houding en overkomen en minder over verbinding leggen. De principes die McGown hanteert, hebben ludieke namen zoals het ‘Draper-principe’ (naar de held van Mad Men), het ‘nieuwsgierigheidprincipe’ of het ‘anti-bumperkleefprincipe’. Het belangrijke ‘pastasausprincipe’ leert je hoe je een pitch indikt: zo smakelijk en kort mogelijk.
Beide boeken gaan over voorbereiden, oefenen en communicatie. En doen, veel doen. Het loont.
Over Bertrand Weegenaar
Bertrand Weegenaar is als hogeschooldocent HBO-ICT werkzaam op Windesheim. Zijn voorliefde ligt bij de onderwerpen strategie, marketing, geschiedenis; biografieën en internet; e-business.