Hoewel ik Knot zelf niet het woord ‘buik’ of ‘onderbuik’ hoorde noemen, gebruikten veel van zijn critici het woord ‘onderbuikgevoel’ of ‘buikgevoel’ om hun kritiek kracht bij te zetten. Dit suggereert dat tal van mensen iets mis vinden met de buik of met de onderbuik, zeker als het gaat om het uitspreken van toekomstverwachtingen. Dat komt omdat we die zones van het menselijke lichaam weliswaar niet gevoelloos vinden, maar toch zeker hersenloos. In de buik, zo weten we, zit geen verstand. In de onderbuik al helemaal niet. Wat zit er wel? Geiligheid, spijsvertering en gerommel. Het gaat, laten we wel wezen, om erogene en metabolische zones en daar heeft een econoom als Knot, ook baas bij De Nederlandsche Bank, helemaal niets te zoeken.
Arme Knot. Bij mijn weten heeft hij nooit over zijn buik gesproken. Hij had het slechts over een ‘gevoel’. Mag zo iemand geen gevoel hebben?
Nee, werd er gezegd, een president van De Nederlandsche Bank, hoogleraar bovendien, moet alles wat hij zegt met feiten en cijfers onderbouwen. Sommige economen waren er dan ook als de kippen bij om met deze cijfers en feiten het optimistische gevoel van Knot in de kiem te smoren. Hebben die economen, zo vraag ik me af, dan zelf geen gevoel bij die feiten en cijfers? Natuurlijk niet, feiten en cijfers hebben geen gevoel en dus degenen die ze op tafel gooien ook niet.
Misschien zou je kunnen zeggen dat Knot met een soort leiderschapsexperiment bezig was. Ik zie het zo voor me. De avond voor de gewraakte uitspraken over het einde van de recessie leest Knot, na een dag hard werken een welverdiend glaasje wijn bij de hand, een goeroeboekje waarin staat dat leiders gevoelsmensen zijn. Verwoed lezend, trok Knot al snel de conclusie dat er in crisistijden behoefte is aan dit soort gevoelsmensen. De gewone man op de straat begrijpt de feiten en cijfers toch niet en heeft behoefte aan iemand van vlees en bloed, aan iemand die zijn buikgevoel niet wegstopt achter alle feiten en cijfers. De gewone man in de straat begrijpt buikgevoel wel en feiten en cijfers niet.
Knot ervoer een moment van epifanie. En concludeerde dat hij zijn gevoel moest laten spreken.
Onmiddellijk werd zijn oprisping afgestraft. De baas van De Nederlandsche Bank, hoogleraar bovendien, moet geen charismaticus zijn, maar gewoon een brave functionaris of feitenmalende en cijferkauwende hoogleraar. Dat lijkt een stuk gezonder voor een land dat in crisis steekt dan een onderbuik. Wat de mensen in zo’n land nodig hebben, is plat realisme. Een onderbuik wekt alleen maar ronde en bolvormige en dus verkeerde verwachtingen.
Knot lijkt de boodschap te hebben begrepen. Hij is nu bezig zijn gevoel, dat naar eigen zeggen helemaal geen onderbuikgevoel was, ‘beter’ te ‘onderbouwen’.
Wanneer en hoe ‘onderbouw’ je een gevoel? Stel dat iemand je vertelt dat hij verliefd is, zeg je hem dan dat hij dat beter moet onderbouwen? Stel dat iemand een bepaald kunstwerk mooi vindt, vraag je dan ook om een onderbouwing?
Ik geloof niet dat je gevoelens kunt of moet onderbouwen, maar we leven in een land waarin men dat van de baas van De Nederlandsche Bank, hoogleraar bovendien, wel verwacht. Zo’n baas moet kennelijk de architect van zijn gevoel zijn.¶
Over Rene ten Bos
René ten Bos (1959) is hoogleraar filosofie aan de Radboud Universiteit Nijmegen en honorary professor aan de Universiteit van St Andrews in Schotland. Hij is voornamelijk geïnteresseerd in kritische management theorieën en heeft gepubliceerd over verschillende onderwerpen, zoals organisatie-ethiek, strategisch management en genderstudies.