Toen Nederlanders in een enquête werden gevraagd om te schatten hoeveel procent van de bevolking zij dachten dat moslim is, schatten ze 19 procent – bijna één op de vijf. In werkelijkheid is het 6 procent. In 2020 verwachtten we zelfs dat 26 procent van de bevolking moslim is, terwijl dat in waarschijnlijk nog geen 7 procent zal zijn. Uit een vergelijkbaar onderzoek blijkt dat Nederlanders denken dat er twee keer meer immigranten in het land zijn, dan er daadwerkelijk zijn. Waarom zitten we er zo verschrikkelijk naast?
Een theorie is dat we slachtoffer zijn van de beschikbaarheidsheuristiek, die stelt dat hoe makkelijker het is om ergens een voorbeeld van te bedenken, hoe waarschijnlijker het is dat je overschat hoe vaak dit voorkomt. In een vaak geciteerd experiment, vroegen de onderzoekers Amos Tversky en Daniel Kahneman proefpersonen om een lijst met namen te lezen. De ene lijst had de namen van 19 beroemde mannen en 20 minder beroemde vrouwen, terwijl de andere lijst uit 19 beroemde vrouwen en 20 minder beroemde mannen bestond. Als de proefpersonen er vervolgens naar werden gevraagd, vertelden ze dat er meer mannen dan vrouwen in de eerste lijst stonden en meer vrouwen dan mannen op de tweede lijst, terwijl het tegenovergestelde dus het geval was (een verschil van 1). Tversky en Kahneman verklaarden dit effect doordat de bekende namen makkelijker te herinneren waren dan de onbekende namen.
‘Niemand heeft ooit een beslissing genomen op basis van een getal. Ze hebben een verhaal nodig,’ zegt Kahneman in het recent verschenen The Undoing Project: A Friendship That Changed Our Minds van Michael Lewis. Het boek gaat over de periode waarin de psychologen Tversky en Kahneman originele onderzoeken publiceerden (waarvoor Kahneman later de Nobelprijs zou krijgen) over veel voorkomende denkfouten in het beslissingsproces. De denkfout die in stapels onderzoeken is gerepliceerd is dat beslissingen worden beïnvloed door dingen die makkelijk voor de geest te halen zijn.
Zo’n ding kan een woord zijn. Als iemand wordt gevraagd of er meer Engelse woorden zijn die beginnen met een ‘k’ dan woorden die de ‘k’ als derde letter hebben, dan zal die persoon bevestigend antwoorden, omdat het makkelijker is woorden te bedenken die beginnen met een ‘k’ – terwijl er juist veel meer Engelse woorden zijn die de ‘k’ als derde letter hebben. Zo’n ding kan ook een groep mensen zijn, waarover bijvoorbeeld veel geschreven wordt in de media of die opvallen doordat ze er anders uitzien dan de meeste mensen (zoals bij immigranten en moslims). Wellicht dat het deze verhalen zijn die ervoor zorgen dat we overschatten hoe groot het probleem is en om hoeveel mensen het gaat.
Zijn we in Nederland misschien wel overgevoelig voor dit probleem, bijvoorbeeld omdat we media hebben die het over een ‘asielplaag’ hebben? Daar lijkt het niet op. Hoewel we denken dat er twee keer zoveel immigranten in het land zijn dan er daadwerkelijk zijn, is dat cijfer in Italië en Hongarije respectievelijk 2,9 en 3, in Polen 4 en in Japan denkt men dat er vijf keer meer immigranten in het land zijn dan er daadwerkelijk zijn. Sterker nog, volgens Ipsos, dat niet alleen vroeg naar schattingen van het aantal moslims, maar ook naar andere inschattingen als hoe tolerant en hoe gelukkige Nederlanders waren, is Nederland zelfs het ‘minst onwetend’ is van 40 landen wereldwijd.
Ook wat betreft overdrijven van immigratiecijfers geldt: hoe makkelijk we er een voorbeeld bij kunnen bedenken (‘asielplaag’) is geen goede indicatie van hoe vaak dit voorkomt.