Creativiteit is dicht verbonden met de menselijke ziel. Onze wil om iets te maken. Ons plezier in wat het voortbrengt, aan schoonheid en harmonie, of juist grillige en anderszins intrigerende patronen. We genieten van onze eigen creativiteit en van die van anderen. Dit unieke menselijke vermogen, zou ons moeten kunnen onderscheiden van computers. Ondanks al hun onvoorstelbare prestaties, blijven het toch zielloze machines. Zou het daarom niet verschrikkelijk zijn, als computergestuurde algoritmes onze menselijke code ook voorbij zouden streven in creatieve prestaties?
Wiskundige Marcus Du Sautoy gruwelt bij deze gedachte. Vooral in zijn vakgebied, computers kunnen immers beter rekenen dan mensen, is de zorg dat algoritmes zo veel beter worden, waardoor de wiskunde voor mensen ontoegankelijk wordt. Wiskunde, net als andere creatieve vakgebieden, gaat over intuïtie en artistiek gevoel. En toch lijken algoritmes, wat betreft de creatieve uitkomsten, ons op de hielen te zitten. Ada Lovelace, de eerste die in de negentiende eeuw plannen had voor een analytische machine, stelde dat zo'n machine niet de pretentie heeft dat ze iets kan laten ontstaan. Ze voert de opdrachten uit die wij haar geven. Met deze "Lovelace test" gaat Du Sautoy op pad. Heeft Ada Lovelace nog steeds gelijk? Of kunnen computers inmiddels wel iets bedenken wat verrassend en waardevol is?
Voor Du Sautoy was een kantelpunt in de dreiging van algoritmes voor de menselijke code het computerprogramma Alpha Go, dat wereldkampioen was geworden in het complexe en creatieve spel Go. Zou de wiskunde het volgende doelwit worden van kunstmatige intelligentie? Om die vraag te beantwoorden wil Du Sautoy eerst inzoemen op de nieuwste voorbeelden van creatieve algoritmes zoals in de schilderkunst en in de muziek. De voorbeelden waarover hij vertelt, zoals het Next Rembrandt project en Emmy de algoritmische componist, laten zien dat kunstmatige intelligentie heel dichtbij komt. Dat algoritmische kunst mensen ook in vervoering kan brengen. Maar evengoed is veel werk van algoritmes eventjes interessant, en daarna verveelt het. Denk aan de muziek in computerspelletjes, die voor het grootste deel door algoritmes is gemaakt.
Hét argument tegen het werkelijk creatieve vermogen van algoritmes ontstaat in het hoofdstuk over Du Sautoy's eigen creativiteit, de wiskunde. Ook daar dringen algoritmes steeds verder het vakgebied binnen. Ze kunnen bewijzen voor stellingen narekenen, en zo de peer reviewers ondersteunen. Maar zelf interessante stellingen bedenken? Du Sautoy neemt ons mee in hoe hij wiskunde beleeft. Hoe hij geniet van de spanning van de zoektocht naar een bewijs voor een stelling. Hoe hij soms een beetje verdrietig is als hij een wiskundig raadsel heeft opgelost en het verhaal daarmee is afgerond. Hij vergelijkt de wiskunde met het vertellen van verhalen. Vandaar dat hij wil weten hoe algoritmes daar presteren. Nog al mager, blijkt. Eenvoudige journalistiek, zoals sportuitslagen verslaan, lukt inmiddels, evenals de tekst bij accountancy verslagen. Maar Du Sautoy betwijfelt of algoritmes de verhalenvertellers van de toekomst worden.
De sleutel tot creativiteit, vanuit onze menselijke code bezien, heeft alles te maken met onze menselijkheid en ons bewustzijn. We willen onze innerlijke wereld delen. Creativiteit is zelfontdekking. Vreugde, extase, maar ook pijn en verlies. Zo hoort creativiteit bij het leven. Zo verbindt creativiteit ons met anderen. We voelen betrokkenheid en empathie, die wordt aangewakkerd door uitingen van creativiteit. Maatschappelijk protest uiten we via kunst en muziek. Het hele leven zelf is een creatieve handeling. Algoritmes kunnen ons helpen op die reis en misschien wel het vuurtje van onze creativiteit verder aan porren.
Mijn eigen kennis van wiskunde is minimaal. Misschien dat ik daarom zo graag boeken van wiskundigen lees. Du Sautoy's manier van kijken is even toegankelijk als gedetailleerd. Het verhaal staat dicht bij hemzelf en zijn zoektocht naar de toekomst van de wiskunde. In de hoofdstukken over het componeren van muziek en over schilderkunst heb ik genoten van zijn wiskundige invalshoek. Het hele boek leest als een reis en blijft aan je handen plakken.
Freija van Duijne was van 2013 tot 2018 voorzitter van de Dutch Future Society. Zij heeft meer dan tien jaar werkervaring als toekomstverkenner en strateeg in diverse overheidsorganisaties. Freija werkt vanuit haar bedrijf Future Motions en geeft trainingen en lezingen op gebied van toekomstverkennen. Ze schreef zelf ook een boek: Toekomstverkennen. Ze maakt deel uit van het collectief van toekomstdenkers voor de trendrede.
Over Freija van Duijne
Freija van Duijne was van 2013 tot 2018 voorzitter van de Dutch Future Society. Zij heeft meer dan tien jaar werkervaring als toekomstverkenner en strateeg in diverse overheidsorganisaties. Freija werkt vanuit haar bedrijf Future Motions en geeft trainingen en lezingen op gebied van toekomstverkennen.