Dat blijkt behoorlijk hoewel het kennis is die (nog steeds) niet algemeen bekend is en wijdverbreid wordt toegepast. Een zeer interessant boek met een kleine kanttekening.
Dit boek is in 2008 verschenen en kent sindsdien vele herdrukken. Blijkbaar goed gelezen, maar weten we de inzichten toe te passen?, zo vraag ik me af. Wanneer ik deze recensie schrijf is het augustus 2020 en is de wereld in de greep van het Coronavirus. Ik schrijf dit bewust op omdat momenteel onder Nederlandse politici een discussie gaat over wel of niet voorschrijven, wel of niet afdwingen van bijvoorbeeld het dragen van mondkapjes. Toch hoor(de) ik niemand de inzichten van Thaler (voormalig Nobelprijswinnaar in 2017 voor zijn bijdrage aan de gedragseconomie) en Sunstein naar voren brengen. Wat is hun betoog?
Ze beginnen direct met een begrip waar iedereen een mening over heeft: paternalisme. De mensen die paternalisme afwijzen, stellen dat mensen prima zelf keuzes kunnen maken. Toch blijkt paternalisme soms nodig aldus de auteurs omdat mensen juist niet altijd de goede keuzes maken. Als bewijs voeren ze het getal op dat 60% van de Amerikanen lijdt aan zwaarlijvigheid. Ondanks het feit dat dit misschien geen actueel cijfer meer is (ik schat dat het % hoger ligt) is hun argumentatie duidelijk.
Voor mensen die bekend zijn met het werk van Daniel Kahneman ‘Ons feilbare denken’ is dit gesneden koek. Waar Kahneman twee bekende begrippen de wereld in slingerde, te weten: Systeem 1 (ons snelle denksysteem dat vooral werkt op gevoel en intuïtie) en Systeem 2 (het langzame en weloverwogen denksysteem dat meer kiest voor mentale inspanningen), komen de auteurs met de volgende begrippen: econs en humans. Econs zijn de rationele mensen, de homo economicus; en humans de mens die ook fouten maakt, de homo sapiens. We zien duidelijk de overeenkomst tussen Kahneman’s begrippen en die van de auteurs. Net zoals Kahneman stellen ook Thaler en Sunstein dat we nooit de kracht van gemakzucht mogen onderschatten.
Mensen zijn geen goede beslisser en kunnen daarom best wel wat hulp gebruiken. In de VS zijn de Democraten altijd voor keuzevrijheid en de Republikeinen meer voor regulering door de overheid. Zwart dus? Nee!, zeggen de auteurs. Er is een tussenweg die zij ‘libertair paternalisme’ noemen.
Mensen zijn vrij om te kiezen en dat keuzevrijheid respecteert of vergroot. Libertair betekent in dit verband: onder behoud van vrijheid. Samenvattend zou je kunnen zeggen dat het mensen hun eigen gang wil laten gaan en het hen gemakkelijk wil maken. Dus niet: hun keuzes beïnvloeden.
Het gaat dus niet over politiek, over links of rechts, maar gebruikt de inzichten uit de gedragspsychologie om mensen daadwerkelijk te ondersteunen in het maken van lastige keuzes.
Veel mensen kiezen voor de weg van de minste weerstand en daarom voor de standaardopties kiezen. Dat is niet alleen in organisaties maar ook in een maatschappij waarin Corona aan de orde is.
‘Keuze’ speelt daarin een belangrijke rol. Te veel keuze verlamt. Dat is algemeen bekend. Laat bijvoorbeeld mensen kiezen uit achttien energieleveranciers of 25 politieke partijen en ze komen er niet meer uit. De auteurs vinden bijvoorbeeld dat de overheid zou moeten helpen bij complexe producten als hypotheken. Mensen zouden dan tot betere beslissingen komen.
Humans hebben ook moeite met sparen voor hun pensioen, econs niet. En dan een zin die me enorm trof: de standaardtheorie is geschreven voor econs en niet voor humans. De spijker op zijn kop: de mensen die beleid maken gaan er maar vanuit dat hun cliënten voldoende wilskracht hebben om -laten we zeggen- de betreffende pensioenregelingen te implementeren. Niet dus. De meeste mensen zouden meer tijd besteden aan kiezen van een tennisracket dan aan hun financien voor de lange termijn. Het is een duidelijke aanwijzing dat mensen dus hulp nodig hebben.
Thaler en Sunstein laten zien in dit boek dat beperkte rationaliteit, gebrek aan zelfcontrole en sociale invloeden kunnen leiden tot irrationele beslissingen. En dat in een wereld, zo schrijven zij, die steeds complexer wordt. Mensen helpen allerlei verleidingen te weerstaan is daarom van groot belang. We weten dat we voor de bijl gaan als er een dessertkarretje voorbij komt. Maar weten we ook dat we de mondkapjes niet lang zullen ophouden?
De auteurs concluderen dan ook dat de overheid en de markt manieren zouden moeten vinden om met deze verleidingen om te gaan. Ook aandacht dus voor de humans en niet alleen voor de econs.
Ik heb dit boek met grote belangstelling gelezen en denk dat er veel te winnen is om mensen te helpen bij het maken van keuzen. Mijn enige bezwaar bij dit boek zijn de cases die te ver zijn uitgewerkt en onderwerpen kunnen bevatten die niet elke lezer zullen boeien zoals orgaandonatie, kredietmarkten. Maar het inzicht dat we veel zaken maken en ontwikkelen voor de econs en niet of nauwelijks voor de humans, is een inzicht waar ik heel blij mee ben en mee aan het denken ben gezet.
Over Peter de Roode
Drs. Peter de Roode is zelfstandig adviseur en trainer. Hij ondersteunt organisaties bij het invoeren van grootschalige veranderingen waarbij gedragsverandering centraal staat.