Op werkdagen voor 23:00 besteld, morgen in huis Gratis verzending vanaf €20

Recensie

De geheimen van de groep

Piet Weisfelt betreurt dat veel leidinggevende zich vooral druk maken over het managen van hun groep en niet om wat hij werkelijk leidinggeven noemt: het structureren van het groepsproces. Leidinggevenden zouden groepsleden moeten inspireren tot een optimale inzet van eigen kwaliteiten, de groep beschermen tegen externe krachten, en de groep en de groepsleden toestemming geven om zich volledig te ontplooien. 

Gertjan de Groot | 15 maart 2007 | 3-5 minuten leestijd

De leidinggevende kan er voor zorgen dat de groep zich tot een liefdessysteem ontwikkeld. Daarvoor hebben zij inzicht, kennis en vaardigheden nodig om het groepsdynamische proces te kunnen hanteren. Bij liefdessystemen is dit proces diepgaander en ingrijpender dan in de 'klassieke' groepsdynamica beschreven wordt.

Het tweede deel van zijn trilogie over systemen, 'De geheimen van de groep. Het proces van het systeem en de consequenties voor individu, groep en organisatie', is dus geheel gewijd aan de (geheimen) van de groep. (In het eerste deel van deze trilogie, 'De wetten van de stam', zet Weisfelt zich af tegen wat hij 'organisatiecosmetica' noemt.)

De groep is een aantal mensen dat naast een gezamenlijk ervaren leiderschap een gezamenlijke taak heeft. Andere systemen zijn met elkaar verbonden zijn door bloedbanden (gezin of familie), of door traditie (zoals kerkgenootschappen). Groepen zijn de eenvoudigste taaksystemen, organisaties zijn veel complexer. Nadat Weisfelt het onderwerp van dit boek duidelijk heeft afgebakend (tot de groep), wijkt hij daar telkens vanaf, en dat bijna op het irritante af.

'De geheimen van de groep' is gebaseerd op de opvattingen en jarenlange ervaring van Weisfelt. Hij stelt de lezer op de hoogte van zijn conclusies, maar maakt ze geen deelgenoot van de afgelegde weg. Dus op welke manier al die ervaring (als trainer, coach, opleider en adviseur) zijn weerslag heeft gevonden in dit boek, is volstrekt onduidelijk. De gevoelens die in de groep leven, zoals angst, schaamte en schuld, zijn volgens Weisfelt de deur naar de diepste lagen van de groepsdynamica. En omdat de ontwikkeling van de groep als liefdessysteem dieper graaft, springt Weisfelt als het ware over de groepsdynamische literatuur heen. In deze sprong raakt hij mij als lezer kwijt.

Nergens verwijst Weisfelt naar de bestaande literatuur op het gebied van de groepsdynamica. Zo ontbreekt bijvoorbeeld elke verwijzing naar het 'Handboek groepsdynamica', de klassieker van Remmerswaal. De Transactionele Analyse is het theoretische fundament van Weisfelt en hij gebruikt vaak allerlei scripts ontleend uit TA, scripts op zowel persoonlijk als op groepsniveau.

Na een uitleg over scriptontwikkeling gaat Weisfelt nader in op groeps- en organisatiescripts, waarbij de laatste mij erg deden denken aan de opvatting van Edgar Schein over organisatiecultuur. Scrips zijn lastig te wijzigen en kunnen leiden tot ziekte in een groep. Een gezonde groep doorloopt vijf fasen van ontwikkeling.

In de eerste fase gaat het om veiligheid, en in de tweede fase om experimenteren. In de derde fase staan grenzen centraal en in de vierde fase macht. Bereikt de groep de vijfde fase, dan is er sprake van een synergetische groep. De meeste groepen blijven onderweg steken, de groei van de groep wordt belemmerd door ziekte.

Als in de eerste fase nieuwe leden niet welkom geheten worden, blijft de groep steken. Als in de tweede fase aan individuele leden geen experiment wordt toegestaan, groeit de groep niet verder.

In de derde fase kan het ontbreken van grenzen de groei blokkeren waardoor er hanengevechten ontstaan. Als in de vierde fase intimiteit wordt vermeden, zal een dergelijke groep zich nooit tot een synergetische groep ontwikkelen. Verder kan de groep zich niet verder ontwikkelen dan de ontwikkeling van de leider. Dit geldt in het bijzonder voor de vijfde fase. In staccato stijl somt Weisfelt op waar leiderschap aan moet voldoen om een synergetische groep mogelijk te maken.

Weisfelt wil opleiders, trainers, coaches, adviseurs en leidinggevenden inzicht verschaffen, maar ontleent veel van zijn voorbeelden aan romans en die brengen zijn intrigerende stellingen niet onder handbereik van deze doelgroep. Als hij wel praktijkvoorbeelden geeft, hebben de meeste daarvan meer het karakter van een foto dan van een filmpje. Daardoor is het lastig de nagestreefde groepsdynamische ontwikkeling in de tijd te volgen.

Voor het ontwikkelen van vaardigheden biedt Weisfelt bijzonder weinig hulp, en dat is toch wat vreemd voor een trainer/coach. De opdrachten die hij aan het eind van elk hoofdstuk geeft, hebben geen van alle betrekking op werksituaties. Weisfelt verwijst veel achterwaarts (naar het eerste deel van zijn trilogie), voorwaarts (naar het derde deel), en zijwaarts (naar andere publicaties van zijn hand) maar diept het centrale thema van 'De geheimen van de groep' onvoldoende uit om verbinding te maken met de beoogde doelgroep.

Dat is jammer, want ondanks (of dankzij) zijn afwijkend taalgebruik heeft Weisfelt een belangrijke boodschap voor leidinggevenden.

Over Gertjan de Groot

Gertjan de Groot werkt als docent publiek management en Thesis begeleider bij de Master Urban Management en als projectleider en onderzoeker naar boundary spanners in actie bij het Centre of Expertise Urban Governance & Social Innovation bij de Hogeschool van Amsterdam. 

Deel dit artikel

Wat vond u van dit artikel?

0
0

Boek bij dit artikel

Populaire producten

    Personen

      Trefwoorden