Op werkdagen voor 23:00 besteld, morgen in huis Gratis verzending vanaf €20

Recensie

De aantrekkelijke stad

De stad en de stedelijke economie staan al een tijdje volop in de belangstelling. Elke zichzelf respecterende gemeente doet tegenwoordig aan citymarketing en de concurrentie tussen steden onderling neemt navenant toe. Maar wat maakt een stad nu eigenlijk aantrekkelijk in de ogen van bewoners en bedrijven? Welke aspecten maken het verschil? En vallen die aspecten door bestuurders meer dan marginaal te beïnvloeden? In 'De aantrekkelijke stad' doet Gerard Marlet een overtuigende poging om deze vragen te beantwoorden.

Wardy Poelstra | 31 mei 2010

'De aantrekkelijke stad' is alleen al de moeite waard vanwege de enorme hoeveelheid statistisch materiaal die het bevat. De auteur is onder meer directeur van de Stichting Atlas voor gemeenten en veel van de gegevens die daarvoor zijn verzameld, zijn ook in dit boek terecht gekomen. Als u wilt weten hoe groot de gemiddelde woning in Heerlen is, waar in Nederland de meeste nerds wonen of hoe goed u kunt eten in Assen, bent u bij Marlet aan het juiste adres. Zijn boek is onweerstaanbaar voor iedereen met een (on)gezonde belangstelling voor dit soort feiten en feitjes. Belangrijker is natuurlijk hoe Marlet al dit materiaal gebruikt en tot welke conlusies hij komt. In theoretisch opzicht biedt zijn boek een combinatie van inzichten uit de stedelijke economie (urban economics) en de zogenaamde New Economic Geography van Nobelprijswinnaar Paul Krugman. Deze inzichten past hij nadrukkelijk toe op de Nederlandse situatie: Nederlandse steden verschillen immers in veel opzichten van de Amerikaanse steden die het uitgangspunt vormen van de meeste academische literatuur over dit onderwerp. In het helder geschreven eerste hoofdstuk leidt dat tot een analysemodel waarin vier componenten (en hun onderlinge wisselwerking) centraal staan: economie, bevolking, agglomeratie en woonattracties. De analyse in de volgende hoofdstukken levert uiteindelijk een ranglijst op van de vijftig grootste gemeenten in Nederland, waarin Amsterdam, Utrecht en Haarlem de top drie vormen van meest aantrekkelijke woonsteden. Al naar gelang de vraag of hun geografische ligging wel of niet wordt meegewogen, bungelen Spijkenisse en Heerlen onderaan de lijst. Los van deze ranglijst biedt 'De aantrekkelijke stad' allerlei inzichten die voor beleidsmakers beslist de moeite waard zijn. Zo toont Marlet aan dat, anders dan veel gemeentebestuurders denken, de bevolking van een stad belangrijker is voor de lokale economie dan de ligging van die stad of haar economische structuur. Kort gezegd: werken volgt wonen. Het succes van een stad (uitgedrukt in de mate van verschil in werkgelegenheidsgroei tussen steden) wordt volgens hem voor meer dan 60% verklaard door de bevolkingssamenstelling en de bevolkingsgroei. Het is dus voor een stad zinvoller om human capital aan te trekken dan om een Europees hoofdkantoor binnen te halen of een op Silicon Valley geïnspireerd bedrijvenpark aan te leggen. Dat laatste is ook al niet nuttig omdat sectorale diversiteit voor een stad veel positiever uitpakt dan een focus op één bedrijfstak. Natuurlijk kun je, zoals bij elke statistische analyse, vraagtekens plaatsen bij sommige keuzes en aannames van de auteur. Zo begrijp ik niet waarom hij Richard Florida's creatieve klasse (een belangrijk begrip in het boek) anders definieert dan Florida zelf. Zo maak je het mijns inziens onnodig lastig om uitkomsten van verschillende onderzoeken met elkaar te vergelijken. Ook de exercitie in hoofdstuk 2, waarin Marlet poogt een nieuwe definitie te geven van het begrip 'stad', lijkt me niet erg zinvol. Marlets criteria leveren contra-intuïtieve resultaten op: zo zijn Delft en Schiedam volgens zijn definitie geen steden, Meppel en Smallingerland wel. Bovendien gebruikt hij zijn eigen lijst van 53 steden in het vervolg nauwelijks: om praktische redenen maakt hij voor zijn analyses vrijwel uitsluitend gebruik van de 'klassieke' G50 en de lijst met 31 kernsteden van Van der Knaap et al. Marlet besluit zijn boek met tien prikkelende stellingen voor lokale bestuurders. Daarbij schuwt hij politiek gevoelige onderwerpen niet. Zo stelt hij dat er in Nederland nog steeds veel te veel sociale huurwoningen worden gebouwd en vindt hij het zinloos om te investeren in broedplaatsen en de aanleg van snelle glasvezelverbindingen. Marlet windt er geen doekjes om dat lokale politici de aantrekkelijkheid van een stad slechts in beperkte mate kunnen beïnvloeden. Toch kunnen zijn stellingen hen ertoe aanzetten om de bakens in elk geval een beetje te verzetten. Zijn boek toont aan dat dat in sommige gevallen geen overbodige luxe is.

Over Wardy Poelstra
Wardy Poelstra adviseert en begeleidt personen, bedrijven en instellingen bij het realiseren van (boek)uitgaven.

Deel dit artikel

Wat vond u van dit artikel?

0
0

Populaire producten

    Personen

      Trefwoorden