Aan het begin van de jaren zeventig ontwikkelde het Californische psychologenechtpaar Hal en Sidra Stone een begeleidingsmethode die recht wil doen aan deze theorie: Voice Dialogue. Dertig jaar later (!) is er voor het eerst ook in het Nederlands een boek over Voice Dialogue en de Psychologie van de Ikken beschikbaar: Ik (k)en mijn ikken van Judith Budde, Berry Collewijn en Karin Brugman.
Om de Voice Dialogue-methode op waarde te kunnen schatten, is wel enige kennis van de analytische psychologie nodig. De analytische psychologie stamt uit de late negentiende eeuw, toen Carl Gustav Jung, de bekendste leerling van Freud, tot de conclusie kwam dat de menselijke persoonlijkheid meerdere facetten heeft. Niet alleen een Bewustzijn en een Onbewuste, zoals Freud al ontdekt had, maar ook een persoonlijk en een collectief onbewuste. Binnen dat collectieve onbewuste bevinden zich aangeboren geestelijke patronen die hij archetypen noemde, ordenende principes die zich uiten in menselijke oerbeelden; bijvoorbeeld de Oermoeder, de Oervader en het Kwaad. En daaruit ontwikkelen zich volgens de aanhangers van de psychology of selves allerlei subpersonen of ikken.
Volgens de auteurs van Ik (k)en mijn ikken is dit in werkelijkheid veel minder vaag dan het misschien lijkt. Hoe vaak hinken we immers niet op twee gedachten; aan de ene kant zouden we bijvoorbeeld best mee willen naar dat feest, maar aan de andere kant zien we al het werk dat dan blijft liggen. Dat zijn momenten waarop verschillende ikken in ons met elkaar om voorrang strijden; in dit geval de Levensgenieter en de Verantwoordelijke.
Subpersonen of ikken ontwikkelen we om te overleven. Deden we dat niet, dan zouden we altijd het kwetsbare kind blijven dat we vanaf onze geboorte zijn en zou het praktisch onmogelijk blijken ons in de werkelijkheid te handhaven. De psychologie van de ikken gaat over hoe we ons het best staande kunnen houden in het leven.
En dat brengt ons als vanzelf bij het thema persoonlijke effectiviteit. Want we mogen dan bepaalde subpersonen in ons het zwijgen hebben opgelegd; dat wil niet zeggen dat die zich daar ook bij neerleggen. Sterker nog: sommige houden een leven lang moeite met hun gedwongen verblijf in de krochten van onze persoonlijkheid en laten regelmatig van zich horen. Bijvoorbeeld in alle dilemma’s waarmee wij worden geconfronteerd. En dan kan een methode als Voice Dialogue uitkomst bieden.
Het bijzondere aan de methode is dat zij alle ikken die in een lastige situatie om spreektijd vragen, daadwerkelijk aan het woord laat. Wie zich aan een Voice Dialogue-sessie onderwerpt, wordt door zijn begeleider uitgenodigd zich om toerbeurt in iedere subpersoon te verplaatsen. Voor iedere ik wordt een stoel neergezet. Dat is het; niet minder maar ook niet meer. Voice Dialogue is een stoelendans waarin niet geoordeeld wordt of gedragingen verplicht veranderd; er wordt alleen geluisterd. Uiteindelijk bepaalt de cliënt zelf of hij de balans tussen al die ikken bijstelt.
Je zou Ik (k)en mijn ikken een handboek kunnen noemen; alle relevante aspecten van de methode komen namelijk aan bod: de psychologie van de ikken, de subpersonen zelf (althans een aantal ervan), de relatie met Jungs archetypen, patronen in relaties en hoe de Voice Dialogue-methode werkt. De auteurs hebben een aanpak gekozen die zich uitstekend voor een eerste kennismaking leent. Theorie en praktijk wisselen elkaar regelmatig af, met voldoende verhelderende voorbeelden en praktijkoefeningen om zelf actief met de psychologie van de ikken kennis te maken. Maar let op: wil je echt in contact komen met je verstoten ikken, dan zul je toch een facilitator in de arm moeten nemen. Want de Voice Dialogue-methode vraagt wel een behoorlijk vermogen tot objectiveren.
Over Bert Peene
Bert Peene werkte jarenlang als kerndocent bij IMAGO Groep, Via Vinci Academy en C-Lion, opleiders voor het onderwijs. Daarnaast voerde hij als zelfstandige opdrachten op het gebied van organisatieontwikkeling uit in profit en non-proft. Tegenwoordig werkt hij als free lance docent en schrijft hij voor diverse bladen over managementliteratuur.