Dialoog in recht en literatuur
Kritiek van de narratieve rede (Belgisch recht)
Paperback Nederlands 2022 1e druk 9789463710626Samenvatting
Wat kan literatuur, in de zin van fictie, betekenen voor het recht en de rechtsvinding? Literatuur komt in opstand tegen een abstracte, wetenschappelijke benadering van de ander. Ze ontsluiert concrete werelden en personages en vraagt daarmee aandacht voor het horen van de menselijke stem in het recht.
Dat is de literaire benaderingswijze van het vakgebied ‘Recht en literatuur’, die ijvert voor een meer persoonlijke benadering in het recht en zich richt op humaniteit en erkenning van de ander. Door het lezen van literatuur kan de rechter een zeker empathisch vermogen en een zekere verbeeldingskracht ontwikkelen, die het oordeelsvermogen ten goede komen. Dit pleidooi van de zogenoemde ‘narratieve rechtsethiek’ voor empathie en menselijkheid is belangrijk in weerwil van een wetenschappelijke opvatting van het recht en rechtvaardigheid.
Deze recente inzichten en thema’s in ‘Recht en literatuur’ roepen echter vragen op. In welke mate slaagt ‘Recht en literatuur’ in het bieden van een alternatief dat rechtvaardigheid en menselijkheid realiseert? Wordt de narratieve rechtsethiek zelf niet ook geconditioneerd door blikveldbeperkende doctrines en dogma’s? Wat is de werking van empathie en is het empathisch vermogen inderdaad toereikend om de ander te leren kennen? Wat is precies de kracht en de reikwijdte van de poëtische benadering in recht en politiek?
Vanuit een lezing van literaire werken van Fjodor Dostojevski, Jean-Paul Sartre en Albert Camus worden deze vragen beantwoord. Onder verwijzing naar de Joodse filosoof Martin Buber ontwikkelt zich het dialogisch-literaire perspectief van de ontmoeting en wordt een kritiek van de narratieve rede geformuleerd.
Claudia Bouteligier is als universitair docent verbonden aan de sectie Rechtssociologie, Rechtstheorie en Methodologie van de Rechtswetenschap van de Erasmus School of Law in Rotterdam. Deze uitgave is het resultaat van haar promotieonderzoek aan de Faculteit der Rechtsgeleerdheid van de Universiteit Leiden.
*** Recensie: Irawan Sewandono in Netherlands Journal of Legal Philosophy, 1, (2020) Ik ben onder de indruk van de knappe uitleg die Bouteligier, …, heeft gegeven aan al die goed gekozen literaire werken. Voor het bestuursrecht is in ieder geval haar grote verdienste dat zij met haar bespiegelingen over dialoog en ontmoeting een mooie filosofische onderbouwing heeft weten te geven aan de informele aanpak in de bezwaarfase en de nieuwe zaaksbehandeling in de bestuursrechtspraak
*** Recensie: Thomas van Houwelingen in Journaal Vreemdelingenrecht JNVR, Juni 2020
In haar zeer uitgebreide analyse aan de hand van schrijvers en denkers … legt ze uit hoe literatuur in opstand kan komen tegen een al te wetenschappelijke, mechanische benadering van het recht …
Bouteligier laat ook zien dat al te veel aandacht voor narratief verstikkend kan werken… In navolging van Claudia Bouteligier zou ik dan ook willen oproepen om de dialoog aan te gaan, opdat ons vakgebied zich verrijkt met een nieuwe – zij het bescheiden – metagenre: Migratie, Recht en Literatuur.
Trefwoorden
recht en literatuur narratieve rechtsethiek rechtsvinding empathie filosofie dialoog martin buber dostojevski ontmoeting existentialisme narrativiteit literatuur humaniteit jean-paul sartre rechtspraak albert camus ethisch oordeelsvermogen rechtsfilosofie het absurde inlevingsvermogen identiteit ik-jij relatie de grootinquisiteur contingentie mensbeeld verbeeldingskracht ethiek conformisme broederschap narratieve constructie
Trefwoorden
Specificaties
Lezersrecensies
Inhoudsopgave
U kunt van deze inhoudsopgave een PDF downloaden
Hoofdstuk 1. Opzet tot kritiek van de narratieve rede 11
1.1 Inleiding 11
1.2 ‘Recht en literatuur’: achtergrond en relevantie 13
1.2.1 Het ontstaan van ‘Recht en literatuur’ en de traditionele indeling 15
1.2.2 Uitdagingen voor ‘Recht en literatuur’ 18
1.3 Literatuur en het morele oordeelsvermogen 21
1.3.1 Plato en Aristoteles: censuur en universaliteit 22
1.3.2 Narratieve ethiek en het ethische appèl van literatuur 26
1.3.3 Empathie en het belang van inleving 35
1.4 Narratieve rechtsethiek: de toepassing op het recht 41
1.4.1 Het wetenschappelijk paradigma in recht en rechtsvinding 43
1.4.2 Rechtsvinding en het juridisch inlevingsvermogen 47
1.5 Aanpak en afbakening 51
1.5.1 Methodologie, verantwoording literatuur en romankeuze 52
1.5.2 Opbouw 57
Hoofdstuk 2. Broederschap, persoon en recht 61
2.1 Inleiding 61
2.2 ‘Aantekeningen uit het ondergrondse’: een ongemakkelijke bekentenis 66
2.2.1 Bewustzijn en het Kristallen Paleis 69
2.2.2 Dostojevski’s verzet tegen de utopie van de nieuwe mens 72
2.3 ‘De droom’ en de oorspronkelijke gemeenschap 81
2.3.1 Een duistere hemel en een verlichte ster 82
2.3.2 Broederschap en het sociaal contract 89
2.4 ‘De gebroeders Karamazov’: als alles geoorloofd is 95
2.4.1 Een ontmoeting met de Karamazovs 97
2.4.2 ‘Een gerechtelijke dwaling’ 101
2.4.3 Dialogiciteit en ‘de persoon van de idee’ 109
2.5 Slotbeschouwing 112
Hoofdstuk 3. Woord en ontmoeting 117
3.1 Inleiding 117
3.2 ‘In den beginne is de relatie’ 122
3.2.1 Eerste deel: ontmoeting, geest en liefde 124
3.2.2 Tweede deel: ervaring, grens en eigenwezen 128
3.2.3 Derde deel: het eeuwige Jij en de volkomen betrekking 135
3.3 De gemeenschap van Ik en Jij 140
3.3.1 Het midden en het doen van recht 141
3.3.2 Rechtsvinding en dialoog 143
3.3.3 Een eerste problematisering van empathie: surrogaat voor de ontmoeting 147
3.4 Slotbeschouwing 153
Hoofdstuk 4. Verleidingen en valkuilen van de narratio 159
4.1 Inleiding 159
4.2 ‘Walging’: noodzakelijkheid versus contingentie 163
4.2.1 De walging van Roquentin 165
4.2.2 De zijnsleer van Sartre 170
4.3 Het leven als verhaal: de narratio als constructie 176
4.3.1 Sartres kritiek op narrativiteit 181
4.3.2 Een tweede problematisering van empathie: narratief verstaan 188
4.4 Slotbeschouwing 195
Hoofdstuk 5. Recht, empathie en het absurde 203
5.1 Inleiding 203
5.2 De ongrijpbare Meursault 207
5.2.1 ‘De vreemdeling’: eerste deel 208
5.2.2 De mens als vreemdeling 213
5.2.3 Meursault en de absurde levenshouding 217
5.3 De persoonlijke benadering in het recht 221
5.3.1 De welwillende advocaat en de empathische rechter 222
5.3.2 Het absurde en het probleem van het conformisme 229
5.3.3 Een derde problematisering van empathie: juridisch inlevingsvermogen 234
5.4 Slotbeschouwing 239
Hoofdstuk 6. Conclusie: kritiek van de narratieve rede 243
6.1 Inleiding 243
6.2 De grootinquisiteur en de verzoekingen van Christus 247
6.2.1 Het requisitoir: ‘Ik wil uw liefde niet, omdat ik u zelf niet liefheb’ 248
6.2.2 De eerste verzoeking: brood en gehoorzaamheid 249
6.2.3 De tweede verzoeking: elitarisme en de onmogelijkheid van de liefde 251
6.2.4 De derde verzoeking: het aardse koninkrijk en universele eenwording 252
6.3 ‘Maakt ons desnoods tot slaaf’: gevolgen voor staat en recht 255
6.3.1 Christendom en theocratie 256
6.3.2 De staat als kerk en de gemeenschap van Ik en Jij 258
6.4 De narratieve rede als verzoeking van de narratieve rechtsethiek 262
6.4.1 Empathie als surrogaat van de ontmoeting 262
6.4.2 Narratief verstaan: het vreemde ‘eigen’ maken 264
6.4.3 Implicaties van de werking van empathie en de narratieve rede 266
6.5 Recht en literatuur in dialoog: het existentiële appèl van
Literatuur 268
Bibliografie 273
Index van zaken en personen 289
Curriculum vitae 295
Anderen die dit boek kochten, kochten ook
Rubrieken
- advisering
- algemeen management
- coaching en trainen
- communicatie en media
- economie
- financieel management
- inkoop en logistiek
- internet en social media
- it-management / ict
- juridisch
- leiderschap
- marketing
- mens en maatschappij
- non-profit
- ondernemen
- organisatiekunde
- personal finance
- personeelsmanagement
- persoonlijke effectiviteit
- projectmanagement
- psychologie
- reclame en verkoop
- strategisch management
- verandermanagement
- werk en loopbaan