ChatGPT 3.5 heeft sinds zijn publicatie op 30 november 2022 voor een orkaan gezorgd. ChatGPT is een applicatie ontwikkeld door het Amerikaanse OpenAI en is iets dat ‘generatieve artificial intelligence’ heet. Op basis van een enorme set data (tekst uit een enorme set online beschikbare bronnen zoals Wikipedia, blogs, GitHub (Microsoft’s open platform voor softwarecode) en heel veel training kan het teksten en afbeeldingen (Dall-e, het visuele zusje van ChatGPT) genereren. Net zoals zoekmachines stel je een vraag en ChatGPT genereert tekst in de vorm van een artikel, gedicht, songtekst, programmacode. Deze AI valt in de groep Large Language Models (LLM). En sinds december staat de wereld op zijn kop. Honderden toepassingen zijn al beschikbaar. Bijhouden wat er gebouwd wordt op ChatGPT 4.0 en Dall-e 2.0, de mogelijkheden van zoekmachines met ‘ChatGPT powered’ Microsoft Bing en Google’s Bard, is nu een dagtaak.
En nu staat de wereld op zijn kop. Kinderen genereren nette werkstukken. Beginnende software developers tekenen een applicatie en met wat gebruik van verschillende AI-tools komt er werkende software uit, persona’s kunnen makkelijk worden samengesteld, niet van echt te onderscheiden wetenschappelijke teksten worden gegenereerd. Docenten vrezen voor een oncontroleerbare vorm van onderwijs en tekstschrijvers zien de bui al hangen.
Zagen we dit aankomen?
Voor velen is dit allemaal nieuw, bedreigend vaak. Waarschuwingen komen inmiddels zelfs van AI-ondernemers en de roep om ingrijpen door overheden is al geuit. Het boek The Art of AI van Laurens Vreekamp is ‘een praktische introductie in machine learning voor mediamakers’. Het is een stevig, fraai opgemaakt boek dat in de kern de vraag stelt: hoe verhoudt creativiteit en innovatie zich tot AI? Hoe werk je als mediaprofessional in een wereld waarin AI niet weg te denken is? Vermoedelijk kreeg het boek in 2022 beperkt aandacht van de doelgroep. Maar nu…! Dus ja, er zijn mensen die het zagen aankomen!
Maar al een eeuw geleden, in de jaren ’20 en ’30, was er discussie over de impact van techniek op ons leven en werk. Ook toen was er onrust, vastgelegd in bijvoorbeeld de klassieke films Modern Times (1936) en Metropolis (1927) en het science fiction toneelstuk Rossum’s Universal Robots uit 1920 van Karel Capek, waarin het woord robot als vorm van kunstmatig leven voor het eerst gebruikt werd.
En nu gaat het over banen die kunnen verdwijnen, deep fakes en fake news, schenden van privacy en intellectueel eigendom. Op een hoger niveau gaat het over een bedreiging voor de mens zelf.
Filosoof en ethicus
Allereerst was kunstmatige intelligentie een concept, een filosofie. Tijdens de Verlichting kwamen vragen over de ratio en de menselijke geest samen. Dit domein, eerder slechts voorbehouden aan geestelijke leiders, werd nu het domein van wetenschappers. Gedachten over klonen van mensen en met name de mogelijkheden van ons brein, onze ‘intelligentie’ hebben ons nooit meer losgelaten. Het automatiseren begon al vroeg. Het hele traject is in verschillende boeken beschreven. Van Aristoteles tot algoritme - Filosofie van kunstmatige intelligentie van Guido van der Knaap brengt je van Mesopotamië en Griekenland naar de AI-laboratoria in Silicon Valley.
Onder filosofen zijn de ethische vraagstukken belangrijk. Die vraagstukken rijzen bij het ontwikkelen en inzetten van slimme algoritmes. En bij het maken van een algoritme. Bij het selecteren van data en het trainen van algoritmes worden bijvoorbeeld keuzes gemaakt door mensen. Hierin schuilen veel risico’s: wij hebben allerlei vooroordelen (bias), beperkte kennis en algoritmes bevatten daardoor impliciete aannames. Een belangrijk overzicht van de ethische vraagstukken lezen we in Mark Coeckelbergs AI Ethics - Hoe omgaan met artificiële intelligentie. Het is misschien wel het meest verhelderende boek over AI, ongeacht de rol of functie die je hebt. We lezen dat onze samenleving is ingericht rondom menselijke verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid: Je moet weten wat je doet en wat de gevolgen kunnen zijn. Dat wordt met AI erg ingewikkeld. Van ChatGPT 4 bestaat geen documentatie over de algoritmes en bronnen die gebruikt worden of hoe de algoritmes getraind zijn. En we hebben de neiging de resultaten voor waar aan te nemen.
Data-specialisten hanteren het motto ‘Garbage in, garbage out’, systeemcritici ‘bias in, bias out’. En we laten AI belangrijke keuzes maken: of je wel of geen uitkering krijgt, welke straf je krijgt, of je wel of niet in aanmerking komt voor een operatie, of je wel of niet een land binnenkomt, of je wel of niet naar een school mag. Rechtsfilosoof Maxim Februari waarschuwt in zijn laatste werk Doe zelf normaal voor het ‘normale’ in combinatie met algoritmes. Want ‘normaal’ - of bias - is een complex begrip met veel haken en ogen. In Nederland kennen we de Toeslagenaffaire. Een voorbeeld dat laat zien hoe groot de impact van te ver doorgevoerde technologie kan zijn. Een experiment met een systeem dat juridische uitspraken doet is voortijdig stilgelegd. Algoritmes en datasets komen op basis van beslissingen van slimme en invloedrijke mensen tot stand. Ze maken die op basis van politieke en/of commerciële overwegingen en belangen. Beschikbare datasets geven bovendien een (beperkt) beeld van het verleden. Medische datasets bevatten bijvoorbeeld voornamelijk data van blanke mannen. De technische uitvoering wordt verzorgd door jonge mannen. En het trainen van AI ligt in de handen van clickworkers, vaak mensen uit lagelonenlanden. Welkom in de wereld van AI.
Wiskundige en techeut
De kiem van de moderne kunstmatige intelligentie werd gelegd in de jaren vlak na de Tweede Wereldoorlog. Alan Turing kwam met zijn fameuze Turing test. De term Artificial Intelligence komt van John McCarthy: een Amerikaanse computerwetenschapper en cognitief wetenschapper. Naast AI werd cybernetica onderzocht, de interessante verbinding tussen mens en machine. Daaruit kwam weer onderzoek naar robotica voort. AI is een gebied waar we taalkundigen, filosofen, wiskundigen, psychologen en uiteindelijk softwaredevelopers tegenkomen. De wiskundige kant ervan wordt duidelijk uitgelegd in Als dit dan dat van Chris Bleakley. Neem er even de tijd voor, want wiskunde en logica zijn de belangrijkste ingrediënten. AI is het domein van de whizzkids.
De grote doorbraken in AI komen voort uit ontwikkelingen op het gebied van data science, de ontwikkeling en beschikbaarheid van lerende netwerken, de theorieën rondom machine learning en supersnelle computerchips. Ze komen samen in generatieve AI. De tijd lijkt rijp voor een grote doorbraak.
Over robotisering en de mogelijke consequenties ervan gaat het werk met de uitdagende titel Robot zoekt collega. Onder redactie van Steven Dhondt en Ezra Dessers scheppen verschillende onderzoekers een beeld van hoe robot en mens kunnen samenwerken: de cobot. Het gaat over mensgerichte ontwerpkeuzes bij het maken, over diepgaandere digitale vaardigheden op de werkvloer en het overwinnen van weerstanden bij het inzetten van cobots in het bedrijfsleven. Kans of bedreiging voor het bedrijfsleven? Een aspect waar de robotondernemers nog nauwelijks mee bezig zijn.
In The Big Nine van Amy Webb lezen we dat de macht in het AI-domein nu bij slechts een paar bedrijven ligt. De bekende Amerikaanse en Chinese techreuzen. Hun software (en daarmee hun diensten) drijft op algoritmes. De grootste speler Google is het onderwerp van Bob Hardus De Google Formule. Hardus duikt in dat boek achter de nette façade van dit enorme bedrijf (Alphabet). Alles draait om verzamelen en uitnutten van data om meer geld te verdienen. En niet alleen met advertenties. Zoekvragen rondom gezondheid worden omgezet tot diensten die aan verzekeraars verkocht kunnen worden. Alphabet beschikt waarschijnlijk over de grootste en slimste groep AI-wetenschappers, zeker sinds de overname van het bedrijf Deepmind.
Techneuten laten zich niet tegenhouden door de mogelijkheden die er zijn. Ze hebben de wind mee, er zijn veel kansen en investeringskapitaal.
Bedrijfsman of -vrouw
Bedrijven zijn nog druk met hun digitale transitie, e-commerce, bedrijfsprocessen, online marketing enzovoort, enzovoort. En AI komt daar nu bij. Reden voor een complete analyse met zwaktes, sterkste, kansen en bedreigingen... Of je pakt de laatste Thomas Davenport (en Nitin Mittal): All-in on AI - How Smart Companies Win Big with Artificial Intelligence erbij. De route die auteur en bedrijfsdenker Davenport bij AI heeft gebracht is een interessante. Hij startte zijn carrière op onderwerpen als enterprise- en kennismanagement, om via aandachtseconomie bij analytics en (big) data te komen. Hij rangschikt de AI-vraagstelling voor een bedrijf in drie segmenten: Hoe kan ik AI inzetten bij bestaande bedrijfsprocessen? Hoe maak ik iets nieuws en tot slot Hoe kan ik mijn klantgedrag beïnvloeden? Elk antwoord kan strategische gevolgen hebben.
Zijn voorbeelden komen van bedrijven die een volledige AI-transitie gemaakt hebben. Zoals het Chinese Ping An (onder andere een verzekerings- en zorgkolos) Deloitte (waar Davenport zelf aan verbonden is) en Capital One (financiële dienstverlener). De Heilige AI Graal is Level 5 AI fueled te worden. Het boek biedt een stappenplan om van level 1, Underachiever via Starter naar Pathseeker tot Transformer te groeien. Werk aan de winkel!
Voorbeelden dichter bij huis staan in het nog steeds inzichtelijke en iets oudere Ontdek de groeikansen van AI van Remy Gieling. Qua inhoud en de structuur heeft dat boek niet aan waarde ingeboet. Gieling gaat concreet in op vragen rondom techniek (data, machine en deep learning etc.) gekoppeld aan praktische voorbeelden van bedrijven als PicNic en Parkbee. Om zelfs een uitgebreid hoofdstuk te wijden aan banen die kunnen gaan verdwijnen en hoe we in bedrijven rendement kunnen halen uit de inzet van slimme AI.
Hoe dat concreet uit kan pakken voor één vakgebied, marketing, is leesbaar in de boeken The Art of AI van Laurens Vreekamp en AI in marketing van Charida Dorder (en een beetje AI). Beide boeken blinken uit door een uiteenzetting over hoe AI-tools in te zetten zijn als hulpmiddel voor marketing- en mediaspecialisten. Dorder is vooral heel praktisch en biedt tools en suggesties voor kleine pilots, Vreekamp heeft een stevig boek gemaakt met ruimte voor interviews met media-experts, kansen voor het creatieve proces en voor vragen rondom intellectueel eigendom en privacy. In het creatieve domein wordt met argusogen naar de ontwikkelingen van generatieve AI gekeken. Vreekamp heeft een mooi gesprek met Casper Schipper, waarinzijn samenwerking met kunstenares Daniela Schwabe en het project DEEP FAMILY ter sprake komt. In dat project worden foto’s uit de familiegeschiedenis van Schwabe met AI bewerkt en een bron voor nieuwe kunst. Schipper is ook docent bij ArtEZ en leert zijn studenten technische en creatieve skills.
De les die breder gebruikt kan worden: meebewegen met deze ontwikkelingen is onontkoombaar. Schipper laat zijn studenten de ontwikkelingen ervaren met kleine projectjes, leert ze niet bang zijn om te falen en om het grotere doel niet uit het oog verliezen. Dit boek verdient een breder publiek.
Omdat AI omgeven is door onzekerheid en risico’s, maar bedrijven er niet aan ontkomen, is er een taak voor toezichthouders. Over IT en toezichthouden is niet veel materiaal beschikbaar, dus heeft Arnoud Klerkx met IT en digitalisering voor commissarissen en toezichthouders een welkom boek geschreven. Het is dun en gestructureerd rond een cockpit. Belangrijk voor deze doelgroep die al weinig tijd heeft om te lezen. De cockpit is een model om IT-investeringen en projecten inzichtelijk te krijgen. Er zijn vijf categorieën om IT-projecten en activiteiten in te delen: Run the business, Risicomanagement, Kansen en disruptie, Businesswaarde en Change the Business. Uitgangspunt is een IT-projectenportefeuille waarop gerapporteerd kan worden. Het model sluit aan bij de vraagstukken van Davenport. Bestuurders, geef uw toezichthouders dit boek, want de AI-wind zal hard gaan waaien tijdens uw digitale transformatie!
Tot slot, wat humor
AI, het lijkt zware kost die burger en bedrijf hoofdbrekens gaan kosten. We sluiten dus af met humor en een wat rebellie. Rens van der Vorst stimuleert zijn lezer in Digitale Gremlins tot een beetje ontwrichting. Een mindset om minder techniek te gebruiken, en creatieve omgang met wat je wel gebruikt. Kleur wat hokjes in van een QR-code, en de menukaart komt weer op tafel. Tweak je Netflix stream met willekeurige films. De AI begrijpt er dan niets meer van en je krijgt zowaar eens andere filmtitels voorgeschoteld. Weg met nutteloze apps. Zo kun je met de Gremlins-mindset streven naar een beter online en fysiek leven. Die mindset kan je zelfs helpen werkmeetings te ontregelen, met humor en aandacht voor de menselijke kant van het leven.
Succes en sterkte!
Over Bertrand Weegenaar
Bertrand Weegenaar is als hogeschooldocent HBO-ICT werkzaam op Windesheim. Zijn voorliefde ligt bij de onderwerpen strategie, marketing, geschiedenis; biografieën en internet; e-business.