Wat was het eerste verhaal dat jou écht raakte?
Dat is het verhaal van mijn oudtante. Altijd zat ik naar haar te kijken. Maar ik durfde er niet naar te vragen. Wat zou dat zijn? Mijn oudtante had een bochel op haar rug. Ik verzamelde alle moed die ik als negenjarig meisje kon vinden en vroeg: ‘Wat is dat op uw rug?’
Mijn tante kwam bij me zitten en er verschenen pretlichtjes in haar vriendelijke ogen: ‘In deze hobbel in mijn rug zitten mijn engelenvleugels verstopt. Dan kan ik als ik sterf zo naar de hemel vliegen.’ Ik was diep onder de indruk. Zij wíst gewoon al dat ze in een engel zou veranderen! Daarna behandelde ik mijn tante met nog meer respect dan voorheen.
Het verhaal van jouw tante veranderde jouw beleving voorgoed. Hoe werkt dat eigenlijk in het brein, waarom werkt een verhaal vertellen zo goed?
Je krijgt op een dag ontzettend veel informatie op je afgevuurd. Je brein is daarom nog selectiever in wat het opslaat. Alleen het belangrijkste blijft kleven. Met een verhaal creëer je een shortcut naar de archiefkast van je brein, omdat je een episodisch geheugenpad aanmaakt. Je onthoudt dan zowel het verhaal áls de informatie.
Dat is wat een verhaal praktisch doet in je brein. Ik heb het boek samen geschreven met Jeanne Bakker. Zij is expert in de effecten die een goed verteld verhaal bij je publiek teweegbrengt. Jeanne onderscheidt er vijf:
1. De cerebrale cinema verandert je hoofd in een filmzaal. Je ziet, ruikt en voelt alles alsof je er zelf bij bent.
2. De emotionele echo zorgt ervoor dat het verhaal blijft resoneren. Wat je voelt, blijft hangen.
3. Dankzij de synchronisatieschakelaar stem je ongemerkt af op de ander. Jullie zitten ineens op dezelfde golflengte. Dat schept verbinding.
4. Door de sociale smeerolie voel je je onderdeel van een groter geheel. Verhalen lijmen mensen aan elkaar.
5. Een verhaal is een mentale tijdmachine, het katapulteert je moeiteloos naar vroeger of ver in de toekomst. Zonder dat je ook maar één stap zet.
In het boek delen jullie drie soorten verhalen, het oorsprongsverhaal, het mindshiftverhaal en het kompasverhaal. Welke is het meest krachtig?
Dat hangt ervan af welk doel je voor ogen hebt. In de praktijk zie ik dat veel organisaties baat hebben bij het oorsprongsverhaal. Een oorsprongsverhaal brengt je altijd terug naar de basis: waarom doen we ook alweer wat we doen? Je kunt er kracht, inspiratie en een heldere lijn uithalen.
Een mooi voorbeeld hiervan vind ik het verhaal van LEGO. LEGO had zijn aanbod enorm uitgebreid. Er waren themaparken geopend en het speelgoed werd steeds technischer. Plotseling stond LEGO aan de rand van een faillissement. Een nieuwe CEO moest de boel redden.
De CEO stelde zichzelf de vraag: wat kwamen wij ook alweer brengen? Het antwoord was: bouwsets die ‘goed spelen’ mogelijk maken. LEGO verkocht de themaparken en de slechtlopende productlijnen. Vanaf het moment dat LEGO ging doen waar ze goed in waren, kwalitatieve, educatieve bouwsets maken, klom het uit de rode cijfers.
Dat is inderdaad een mooi verhaal! Stel, ik heb nu mijn eigen mooie verhaal klaar. Dit voor een groep vertellen kan best spannend zijn. Wat is jouw gouden tip?
Verhalen vertellen leer je door te doen. Maak vlieguren. Je hoeft niet meteen het hoogste podium te beklimmen. Begin gewoon klein, aan de keukentafel. Of op een verjaardag. Als jij van jouw bezoek aan het bloemenstalletje een bestseller kunt maken, lukt dat ook op een podium.
Dan is het moment daar: je ruilt de keukentafel in voor een podium. Wat zijn de do’s and don’ts voor verhalenvertellers?
Laat ik beginnen met een hele praktische tip: zorg dat je op tijd bent. Je weet nooit zeker of de techniek werkt. Daarnaast zorg ik voor een plan B. Mijn slides staan bijvoorbeeld ook op mijn telefoon. Andere tips zijn:
Do
• Deel één boodschap per verhaal
• Speel met de inhoud, niemand merkt als je iets overslaat
• Stem je verhaal af op je ontvanger. Wat willen zij horen? Welke toon past?
• Focus je op de groep van vandaag
• Verhalen vertellen is theater. Stap in een rol en maak je verhaal beeldend en spannend
Don’t
• Vertel je verhaal altijd hetzelfde, ongeacht wie je voor je hebt
• Zoveel mogelijk informatie willen delen
• Benoem dat je vanwege de tijd nu een paar slides overslaat
• Refereer naar eerdere presentaties
• Rijg je verhaal aan elkaar met en toen… en toen… en toen…
Nu we het toch hebben over de don’ts… Wat is jouw grootste misser als verhalenverteller?
Mijn grootste misser? Even denken. Ja, ik liet deelnemers een keer de setting volledig ombouwen om zo een eigen leerervaring te creëren. Maar dat werkte totaal niet. Er ontstond verwarring en ik voelde dat ik de verbinding met mijn publiek kwijtraakte.
Zoiets kan gebeuren. Alleen wilde ik vervolgens tot in detail uitleggen waaróm ik voor deze oefening gekozen had. Iets wat óók al niet landde. Dat is mijn valkuil, ik wil graag mijn standpunten onderbouwen. Inmiddels weet ik dit van mezelf.
Hoe voorkom je deze valkuil nu? Welke les heb jij geleerd?
Iedereen heeft zijn eigen valkuilen. Die heb ik en die heeft Jeanne ook. We zien de valkuil nog steeds hoor, alleen stappen we er niet meer in. Ik voel bijvoorbeeld mijn ‘uitlegbehoefte’ opkomen, zie het voor wat het is en beweeg er vervolgens elegant omheen.
De les die ik hieruit geleerd heb is: durf te focussen op één ding. Hoe meer je eromheen vertelt, des te zwakker je boodschap wordt.
Over Marianne ter Mors
Marianne ter Mors is copywriter, trainer en journalist.