Keijzer legt in een aantal stappen uit hoe je kunt balanceren tussen ruimte en houvast in organisaties. Ze doet dat met herkenbare cases als illustratie. Elk van de negen hoofdstukken in haar boek eindigt met een aantal opdrachten waarmee je wat je gelezen hebt op je eigen werksituatie kunt toepassen.
De regels en de rek begint op een receptie, waar iemand foto's maakt van de borrelhapjes omdat dat blijkbaar nodig is voor de verantwoording. Keijzer ziet dat en verwondert zich: dat moet toch anders kunnen. Het hele boek is doortrokken van het idee dat je zelf iets aan regeldruk kunt doen, en dat je daar heel lang over kunt blijven praten maar het feitelijk gewoon moet gaan DOEN.
Op zich is er niets mis met regels: ruimte ontstaat juist door begrenzing. Maar de toeslagenaffaire heeft ons geleerd hoe je met regels ook kunt doorslaan. Vandaar dat balans en maat houden essentieel zijn.
Er bestaan veel verschillende soorten regels (in een eerdere publicatie signaleerde Keijzer er veertien), die allemaal hun eigen context met zich meebrengen. Lang niet alle regels hebben trouwens een formele juridische status, dus de consequenties van een overtreding worden vaak gevreesd maar blijken meestal nogal mee te vallen. Als redenen om iets te regelen kun je efficiency (doen we de goede dingen?), effectiviteit (doen we de dingen goed?) en publieke waarden (wat vinden we echt belangrijk?) onderscheiden. Belangrijke toetssteen is wat de bedoeling is van een regel, om te voorkomen dat de systeemwereld de leefwereld wegdrukt.
In de meeste gevallen geldt: waar een wil is, is een weg. Wil je iets mogelijk maken of niet? Als je op zoek bent naar (meer) ruimte, dan biedt dit boek je zeven verschillende rekstrategieën, beginnend bij tijdrekken en eindigend bij wat Keijzer beeldend ‘Pipi Langkousen' noemt: gewoon lak hebben aan de regels, rebelleren of je eigen regels maken. De kunst is vaak om de kernwaarden van de organisatie voor je te laten werken: het boek bevat een handig schema welke rekstrategieën bij welke kernwaarden passen.
In een kort hoofdstuk gaat Keijzer in op de integriteitsaspecten (omdat niet alle rek acceptabel is), om vervolgens door te steken naar de beren op de weg. Dat blijken er vier te zijn: persoonlijke beren, organisatieberen, sturingsberen en relatieberen, ruwweg te verdelen in structuur- en cultuurberen. Je gaat dan toch anders naar die dieren kijken... Heb je die beren eenmaal gelokaliseerd dan kun je op (verantwoorde) berenjacht. Dat is een drietrapsraket: je probeert eerst inzicht te verwerven in wat voor beer het is en hoe gevaarlijk die is. Sommige zijn onschuldige knuffel- of wasberen, maar pas bij grizzlyberen en vooral bruine beren (die vaker voorkomen) moet je je zorgen gaan maken. Vervolgens ga je kijken op wiens weg de beren staan - want soms vraagt het om actie van anderen - en wanneer je ze tegen kunt komen, en daarna pas je de beste verjaagmethode toe.
Dat klinkt allemaal heel plastisch en avontuurlijk, en zo is dit boek ook geschreven: het is boeiende kost! Terecht waarschuwt de auteur ons om naast de beren ook de flamingo's niet te vergeten - staande voor alle mooie dingen onderweg. Keijzer eindigt haar boek met een oproep om los te laten in vertrouwen en om je te realiseren dat jij het verschil kunt maken, maar alleen als je het spelen met regels en rek ook gewoon gaat doen. Bij De regels en de rek hoort een eigen kaartenset + instructieboekje waarmee je alle stappen in een aantal gespreksrondes systematisch kunt doorlopen.
Over Rogier van der Wal
Rogier van der Wal is classicus, filosoof en bestuurskundige. Sinds 1 september 2022 is hij lector Ethisch werken bij Fontys Hogeschool in Eindhoven. Hij is daarnaast fellow bij de Thorbeckeleerstoel aan de Universiteit Leiden.