Wij, het electoraat, zien dat graag. Iemand die ons met rotsvaste overtuiging het Beloofde Land wijst volgen wij graag. Dat geldt ook voor de politicus die ons wijst op het gevaar van terroristen, en de noodzaak een oorlog te steunen die ons van dat gevaar af helpt. Wie ons in de jungle van de onvoorspelbare toekomst zegt de weg te kunnen wijzen, volgen wij in marsen.
Helaas is noch het Beloofde Land ontdekt noch het gevaar geweken, maar in de moderne geschiedenis is er wel degelijk iemand geweest die het onmogelijke mogelijk maakte. Begin jaren zestig uitte John F. Kennedy de wens voor het einde van het decennium een man op de maan te zetten en veilig te laten terugkeren. Dat lukte, en Kennedy geldt sindsdien als toonbeeld van visie. "Het Apollo-project heeft als leidraad gediend voor duizenden mensen", schrijven de auteurs van Regeren is vooruitzien, een uitgave in opdracht van vier ministeries.
In Nederland teren we nog altijd op de Deltawerken. Maar ja, die moesten er komen, toen was de nood aan de man, en nood breekt wetten. Anders ging het met de beruchte Betuwelijn. In Nederland Projectland is niets zo kosten- en tijdoverschrijdend geweest als de aanleg van een spoorlijn van Rotterdam naar Zevenaar, die we - in tegenstelling tot toekomstverkenningen - waarschijnlijk niet eens terug zullen verdienen.
Aan de andere kant: John F. Kennedy had op zijn reis naar de maan geen last van dwarse boeren, kleigrond en tegenwind. Geen hobbels op de weg, zelfs geen vuiltje aan de lucht. Makkelijk praten dus voor een president die toen hij echt wat voor zijn land kon doen de pijp aan Maarten gaf. Zijn Apollo-project heeft hij niet eens zelf kunnen afzien, want zes jaar voor de grootste stap van de mensheid werd hij neergeschoten. Vijfenveertig jaar later stond hij, althans zijn naam, weer op als gewilde supporter van zijn Democratische opvolgers.
Visionaire leiders zijn dus onsterfelijk, en dat weten we sinds een aantal jaar ook in Nederland. Sterker nog, Nederland is het eerste land ter wereld waar miljoenen mensen op een dode lijsttrekker hebben gestemd. Ook mogen we wel wat meer respect hebben voor de bestuurders die ons de Betuwelijn in de maag gesplitst hebben. Zij maten zich de status aan van de u welbekende Grote Smurf. "Grote Smurf, zijn we er al bijna", vroegen de kleine smurfjes. "Ja, nog even", zei Grote Smurf dan, terwijl de top van de berg nog in de wolken lag.
'Regeren is vooruitzien' is, in tegenstelling tot 'de waan van de dag', ook in de echte mensenwereld geen vies gezegde. Wie vergezichten schetst kan op veel sympathie rekenen, zeker in verkiezingstijd. Toch heeft de politieke werkelijkheid meer weg van 'De Waan'. Dit is het land waar zo'n tweeduizend Kamervragen per jaar worden gesteld. Dit is het land waar een Kamerlid een oorkonde van zijn partij krijgt (Jan de Wit, SP) voor het stellen van 123 Kamervragen per jaar. En Amerika, ook dat moet gezegd worden, is het land waar een buitenechtelijk vlekje op het rokje van een stagiaire een president bijna zijn baan heeft gekost. Met alleen vooruitziende blikken kom je er dus niet, dan struikel je over bananenschillen.
Hoe ver kijkt het Nederlandse Rijk eigenlijk vooruit? In 25 procent van toekomstverkenningen, zo leert het voornoemde boek, bedraagt de tijdshorizon 1 tot 5 jaar. In 38 procent van de gevallen is dat 5 tot 10 jaar. 23 procent kijkt 10 tot 15 jaar vooruit. 6 procent 15 tot 20, en slechts 3 procent scant de horizon van 20 jaar of verder. Dit gaat dus om specifieke toekomstverkenningen, onderzoek dat in beleidskringen schaars is. 63 procent van de verkenningen richt zich dus, op landelijk niveau, op een periode die niet meer dan 10 jaar bestrijkt.
Of dat erg is, valt te bezien. De wereld is complex, turbulent en dus nagenoeg onvoorspelbaar. Of zoals Nassim Nicholas Taleb in zijn boek De Zwarte Zwaan schrijft: "De geschiedenis kruipt niet, ze springt." Het zijn juist de onverwachte gebeurtenissen, zoals 9/11 of een persoonlijk drama, die de toekomst van de wereld dan wel een individu bepalen.
Kortom, we leven in een tijd waar steeds vaker de gebeurtenissen van de dag bepalen wat we morgen gaan doen. Onze e-mail inbox is ons to do-lijstje. Op politiek niveau zijn er weer andere krachten, schrijft Meine Henk Kleinsma, hoofd afdeling Strategische Kennisontwikkeling van het ministerie van Binnenlandse Zaken. Bijvoorbeeld de Haagse reflex om pijnlijke conclusies in toekomstverkenningen te negeren, neutraliseren en wegschrijven. "Pijnlijk is het met name als de bedoelde conclusies tegengesteld zijn aan het officiële beleid en bijbuigen van dat beleid tot politiek gezichtsverlies zou leiden", aldus de ingewijde die de Haagse vierkante kilometer op zijn duimpje kent.
Kleinsma geeft in 'Regeren is vooruitzien' een treffend voorbeeld. "Er is weinig fantasie voor nodig om te bedenken hoe zal worden gereageerd op een toekomstverkenning waarin staat dat de woningmarkt anno 2018 alleen nog kan functioneren als de huren worden geliberaliseerd en de aftrekbaarheid van de hypotheekrente wordt afgeschaft." Het advies van Klijnsma aan toekomstverkenners, waarvan de FTE-variant op de departementen overigens nog uitgevonden moet worden, is deze: gooi controversiële toekomstverkenningen nooit zonder enige flankerende actie over de schutting.
Dat valt natuurlijk alleen maar uit te leggen als: verstoor niet het feestje dat politiek heet. Want echte leiders leveren dromen en kunnen - als het even mee (en soms persoonlijk tegen) zit - regeren over hun graf. Dat had Balkenende ook moeten beseffen toen hij ons na het zuur het zoet beloofde, en ons straks weer in de ogen moet kijken als we chagrijnig op een houtje bijten. ‘Regeren is vooruitzien’, maar niet langer dan je al dan niet verlengde ambtstermijn. Een politicus die het Beloofde Land te dicht bij huis schetst, zal aan zijn eigen succes ten onder gaan. De echte leider regeert over zijn graf, en zorgt dat hij er bijtijds in ligt.
Over Steven de Jong
Steven de Jong is zelfstandig redacteur (Stevenschrijft.nl) en schrijver van de roman Bezorgde burgers (Lebowksi). In 2023 reageerde hij, namens Stichting Support Stotteren en Start Foundation, op tachtig vacatures met de vraag of de functie ook openstaat voor gekwalificeerde kandidaten die stotteren. Een ontluisterende verkenning waarvan hij verslag doet in De kracht van het verschil (Durden).