Als we binnen dertig jaar tien miljard mensen op een duurzame en gezonde manier willen voeden, moet de voedselproductie stijgen met 50%, maar we hebben slechts één planeet. Het zal dus anders en beter moeten. Technologie kan daarbij helpen, maar er is ook een structurele omslag nodig. Het hele voedselsysteem moet op de schop, van landbouw over productie tot distributie en consumptie.
Voedsel komt met een prijs
Mogelijk at u vanochtend een lowcarbgranola met bosbessen en skyr als ontbijt en dronk u daar een latte macchiato bij met haverdrink – of, als u een groenetheeliefhebber bent, een chai latte. Misschien stond er vanmiddag een avocadosalade op het menu, met quinoa en granaatappelpitten. Of lust u wel een plantaardige burger? Amper twintig jaar geleden was dat allemaal zo goed als ondenkbaar geweest.
We vinden het de normaalste zaak dat we vandaag heerlijke voedingsproducten tot onze beschikking hebben, uit alle uithoeken van de wereld. Maar dat er ook een donkere zijde is aan die globalisering, dat besef dringt nu pas mondjesmaat door. Voeding komt met een prijs: een impact op onze gezondheid, een impact op het milieu en een sociale impact.
De boeren in het Zuiden die de cacaobonen voor uw onmisbare stukje Belgische chocolade hebben geplukt, zijn niet in staat om daarmee een leefbaar inkomen te verwerven. De boeren die dicht bij huis hebben geïnvesteerd in een varkenshouderij, zien hun verkoopprijzen als een rollercoaster op- en neergaan als gevolg van internationale marktmechanismen waar ze geen vat op hebben. De klimaatopwarming bedreigt de koffieteelt, een schimmelziekte zou de populaire banaan uit de winkelrekken kunnen doen verdwijnen.
Kwetsbare bevoorradingsketen
Tijdens de pandemie hebben we de kwetsbaarheid van mondiale bevoorradingsketens heel concreet ondervonden. Meer dan ooit groeit het besef dat alles en iedereen met elkaar verbonden is in een geglobaliseerd voedings-ecosysteem. Een sterk toegenomen vraag vanuit opkomende markten – en niet in het minst vanuit China – brengt de wereldhandel uit balans en dreigt schaarste te veroorzaken voor sommige grondstoffen en voedingsproducten.
Obesitas is in de westerse wereld nu al een groter probleem dan honger. De voedingsindustrie maakt ons onbedoeld ziek, met de ontwikkeling van gesofisticeerde, uiterst bewerkte, zo goed als onweerstaanbare lekkernijen tegen lage prijzen. Nieuwe digitale distributiemodellen bedreigen het traditionele supermarktkanaal: het wordt voor merken en start-ups makkelijker om consumenten rechtstreeks te benaderen, zonder tussenschakels.
Toekomstpistes
En de inhoud van ons bord zal er binnen twintig jaar opnieuw helemaal anders uitzien. Zullen we morgen nog dieren eten, of wordt zeewier het voedsel van de toekomst? Zullen we nog koken? Of laten we dat over aan 3D-printers, die gepersonaliseerde recepten ontwikkelen op basis van ons DNA en ons microbioom? Laten we ons gewillig de ingrediënten voorschrijven die niet enkel onze fysieke gezondheid maar ook ons mentale welbevinden op peil houden? Zullen we nog boodschappen doen? Of besteden we die taak uit aan onze koelkast, aan slimme algoritmes, aan zelfrijdende bestelwagentjes?
In ons boek The future of food – Een nieuw recept voor de voedingssector schetsen we de toekomstpistes. Een boeiende ontdekkingstocht brengt ons van stadslandbouw naar zeeboerderijen, van kweekvleeslaboratoria naar hypergepersonaliseerd voedingsadvies op basis van artificiële intelligentie, en van de hybride supermarkt naar nieuwe, digitale platformmodellen.
Waarbij we niet voorbijgaan aan de verbindende kracht van voeding: de verhalen die we vertellen terwijl we ons tegoed doen aan een gezamenlijke maaltijd, de receptideeën die we uitwisselen, de ervaringen die we delen terwijl we een glas wijn tegen het licht houden, de pralines die we elkaar cadeau doen bij feestelijke gelegenheden … Smakelijk!